Dit is een uitgebreide samenvattingen van de hoorcolleges van de cursus Pedagogische systemen in kindertijd en adolescentie. Hierbij zijn definities, theorieën en meer toegevoegd.
Pedagogische systemen in kindertijd en adolescentie
Samenvatting tentamen
Socialisatie
Definitie socialisatie:
- Socialisatie = een proces waarbij kinderen kennis, vaardigheden en gedragingen
verkrijgen/aanleren en overtuigingen, waarden en normen eigen maken die eigen zijn aan
een bepaalde cultuur/samenleving, waardoor ze in staat zijn te participeren in de
samenleving
- 3 kenmerken van socialisatie:
o Socialisatie is een proces over tijd
o Het gaat om verkrijgen/aanleren in context
o Niet overal hetzelfde, maar een cultuur/samenleving heeft er invloed op
- Richting van socialisatie:
o Unidirectioneel: ouders kind
o Bidirectioneel: ouders kind
Beide participanten dragen dingen bij in de interactie
o Transactioneel: meerdere bidirectionele acties over tijd
Bekeken vanuit een groter geheel
Geschiedenis van socialisatie:
Regulatie impulsen (Freud)
o Psychodynamische benadering
Driften gedrag = uiting van instinctieve agressieve of seksuele impulsen
Oorsprong: sterke intrinsieke energie
In conflict met de omgeving
Externe controle interne controle/identificatie (super-ego)
Ouders zijn belangrijk voor de externe controle en dit verplaatst zich
naar interne controle
o Psychodynamische benadering
Id: primitieve driften genot
Ego: reguleert impulsen
Superego: geweten
Taak ouders: kind helpen om impulsen te beheersen, om te buigen, of uit te
stellen (omdat het kind dat zelf niet kan)
Zelfregulatie
o Block & Block (1970)
Ego-controle: wanneer laten zien
Ego-resilience: maten van regulatie
Wat is wenselijk aan bepaald gedrag aangepast door omgeving
o Rothbart (1990)
, Effortful control: aandacht verdelen (over verschillende aspecten), maar ook
juist kunnen focussen
Nadeel: door zelfregulatie, is er een lager niveau van plezier
Socialisatie begin 20e eeuw:
o Martinus Langeveld (1905-1989)
Het kind moet het 1e levensjaar zoveel mogelijk met rust gelaten worden
(niet teveel affectie geven)
Doel van deze opvoeding: kind leert mondig te worden (= kind kan moreel en
betrouwbaar deelnemen aan de samenleving) hierbij heeft het kind zijn
ouders nodig
Zelfverantwoordelijke zelfbepaling: op een betrouwbare manier jezelf
ontwikkelen
o Dr. Spock (1903-1998)
Behoefte van ouders aan informatie en ondersteuning
Flexibeler omgaan met kinderen en met meer genegenheid behandelen
(in tegenstelling tot eerdere verwachtingen)
o Behavioristisch perspectief
Klassieke conditionering (Watson; 1878-1958)
Nadruk op uiterlijk gedrag
Versterken van associaties: stimulus respons
Leren door associaties (e.g.: Little Albert)
Pavlov
Alleen nurture is belangrijk
Geen bidirectionele relaties; je kan een kind creëren
Socialisatie halverwege 20e eeuw
- Behavioristisch perspectief
o Operante conditionering (Skinner; 1904-1990)
Aanleren van gewenst gedrag
S-R relaties
Bekrachtiging van positief gedrag vs. bestraffen van ongewenst gedrag
Positieve bekrachtiging krijgt iets
Negatieve bekrachtiging verwijderen/verminderen v/e
bekrachtiger
Ouders ‘vormen’ hun kind
o Verschil klassieke en operante conditionering:
Klassiek = opgelegd
Operant = zelf iets moeten doen
- Coercion cycle (Patterson)
o Voorbeeld:
Moeder dringt op ‘aversieve’ manier binnen de activiteit v/h kind
Het kind gaat in de tegenaanval
Moeder stop met berispen
Effect op korte/lange termijn
Het kind staakt de tegenaanval Figuur 1: Coercion cycle
- Leren door observeren/imiteren van anderen
- onderscheidtL kunnen nadoen en het leren (leren is makkelijk, doen is moeilijk)
o motivatie en self-efficacy heeft hier invloed op
- Performance vs. Learning
o Motivatie
o Self-efficacy
- Taak ouders: een goed model zijn voor het kind
o Hierbij helpt het als het model op het kind lijkt
Socialisatie: resultaat van evolutie
- Attachment and Loss (Bowlby; 1969 and Ainsworth)
o Het kind heft de aangeboren neiging om bij de ouder bescherming te zoeken in geval
van stress/gevaar/ziekte en gebruikt de ouder om de omgeving te exploreren
o Dit gaat meer over nature dan nurture
o Hechtingsrelatie: kind heeft aangeboren neiging om bescherming te zoeken
o Taak ouders: ingaan op de behoefte aan bescherming/steun, zoals troosten
Relatie tussen ouders en kind versterken
- Ethological theory (Lorens; 1903-1989)
o Inprenting bij ganzen: de ganzen denken dat iets dat in hun buurt beweegt na de
geboorte hun ouder is
o Sommige dingen zijn genetisch bepaald
o Taak ouders: in kritische/sensitieve periode het kind iets aanleren
- Aapjes experiment (Harlow)
o Koestering is belangrijker dan voedsel
Theorieën
Definitie theorie:
- Theorie = een door de mens geconstrueerd beeld v/d werkelijkheid (een denksel)
- Anders dan de waarneembare werkelijkheid (empirie), maar poging deze begrijpelijk en
inzichtelijk te maken
- Een theorie geeft verbanden aan, kan worden weergegeven in een schema of model, en
empirisch onderzoek kan de theorie ondersteunen/verwerpen
- Hypothesen worden afgeleid uit de theorie
Socialisatie processen en mechanismen (theorieën):
o Opvoeding gedrag kind?
o Gedrag kind opvoeding?
o Gedrag kind X opvoeding sociale ontwikkeling kind?
o Gedrag kind via opvoeding sociale ontwikkeling
kind?
, Opvoeding gedrag kind
- Lewin, Lippitt, and White (1939)
o Autoritaire stijl
Ongewenste ontwikkeling
o Democratische stijl
Gewenste ontwikkeling
o Laissez-faire (permissief)
Ongewenste ontwikkeling Figuur 2: Opvoedingsstijlen
- Vroeger; opvoedingsstijlen nu; opvoedingsdimensies
o Stijl is een combinatie van dimensies
- Opvoedingsdimensies
o Ondersteuning/warmte
Beschermende, verzorgende omgeving creëren
Voorzien in affectieve behoeften v/h kind
Doel: gericht op fysiek en emotioneel welzijn v/h kind, kind voelt zich
begrepen en geaccepteerd
o Controle
Overdracht van kennis, waarden en normen, bieden van structuur
Positieve aspecten: beroep op verantwoordelijkheid/zelfstandigheid, wat
controle schept binnen de kaders
Negatieve aspecten: machtsuitoefening
Gedrag kind opvoeding
- Kindkenmerken kunnen de omgeving beïnvloeden
o Evocatie processen: verschillende persoonlijkheden roepen verschillende reacties
van hun omgeving op
o Bepaalde persoonlijkheid
o Eigen inbreng
- Gen-omgevingsinteracties (kind-effecten kunnen aangeboren zijn)
o E.g.: antisociaal gedrag kan aangeboren zijn en de omgeving kan dit verergeren
- Angst van het kind:
o Angst kind ouderlijke controle
Ouders anticiperen op angst v/h kind
o Ouderlijke controle angst kind
Toenemende perceptie van dreiging
Afname perceptie van zelfcontrole over dreiging
Geen gelegenheden voor verkennen v/d omgeving en ontwikkelen van
vaardigheden
o Angst van ouders?
(Modeling) vermijden
Gedrag kind X opvoeding sociale ontwikkeling v/h kind
- Gedrag v/h kind + iets in de opvoeding ontwikkeling
o = moderator effect
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JuliaMelters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,16. Je zit daarna nergens aan vast.