Verbintenissenrecht
Verbintenis: een juridische relatie tussen twee (of meer) partijen, waarbij de ene partij
verplicht is tot een op geld waardeerbare prestatie waarop de andere partij recht heeft.
Kan ontstaan uit:
- Uit de wet;
- Uit overeenkomst.
Overeenkomst: afspraak tussen twee partijen komt tot stand door aanbod en
aanvaarding (6:217 BW). Uit het aanbod en de aanvaarding moet blijken dat de wil van de
twee partijen overeenstemt. Wilsovereenstemming. Bij verbintenissen die uit de wet
ontstaan is de wil van partijen niet van belang.
Tenietgaan van een verbintenis:
- Als een verbintenis wordt nagekomen.
Rechtssubjecten: dragers van rechten en plichten.
Schuldeiser: partij die recht heeft op een prestatie.
Schuldenaar: partij die de prestatie moet verrichten.
Door het sluiten van één overeenkomst kan je zowel schuldeiser als schuldenaar worden.
Ontstaan vaak meerdere verbintenissen uit één overeenkomst.
Wanprestatie: een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. De verbintenis niet
goed nakomen, geheel of gedeeltelijk.
Verbintenissenrecht: schade, arbeidsrecht, huurrecht etc.
Meest voorkomende vormen van prestaties om te doen:
- Betaling van een geldsom (abonnementskosten)
- Levering van een goed (bekertje koffie)
- Verrichten van een dienst (diensten die het telefoonbedrijf levert)
Kan ook combinaties van deze vormen. Bijv. bij reparatie van een fiets: arbeid – dienst,
onderdelen vervangen – leveren van een goed.
Prestatie dat bestaat uit nalaten:
Bijvoorbeeld dat je na je dienstverband, gedurende een bepaalde periode, bij een
concurrerend bedrijf niet mag gaan werken verplicht om iets te laten.
Andere bronnen van verbintenissen:
- Onrechtmatige daad (je gaat per ongeluk met je fiets tegen een auto aan, kras op
auto, volgens het recht ben je nu verplicht de eigenaar van de auto de schade te
betalen die hij door jou heeft geleden. Ontstaat voor jou een verbintenis om schade
van de kras te herstellen, kosten die de eigenaar moet maken om de auto te laten
herstellen;
- Rechtmatige daad.
,Onrechtmatige daad (OD) art. 6:162 BW: in deze gevallen ontstaat er voor jou wettelijke
aansprakelijkheid. Hierbij ontstaat slechts één verbintenis. Voor aansprakelijkheid uit OD kan
je een WA-verzekering sluiten, wettelijke aansprakelijkheid. Je bent hiertoe verplicht in
bepaalde gevallen, zoals: iedereen die met een gemotoriseerd voertuig aan het verkeer
deelneemt (Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen), dekt risicos’s van deelname
aan het verkeer. WA-verzekering dekt niet wanneer het expres wordt gedaan, in algemene
voorwaarden kun je dit lezen.
Verbintenisrechtelijk: met opzet en per ongeluk, vloeien dezelfde aansprakelijkheden uit
voort.
Strafrechtelijk: hier is wel een verschil, omdat het opzettelijk veroorzaken van schade
(vernielen) ook strafbaar is. Onopzettelijk is niet strafbaar.
Verbintenis uit OD: hierbij ontstaat de verbintenis louter door de gebeurtenis,
aansprakelijkheid ontstaat onafhankelijk van de wil (heb je de schade wel opzettelijk
veroorzaakt, was je wil niet gericht op het ontstaan van de verbintenis tot
schadevergoeding, wel gericht op het veroorzaken van de schade). Overeenkomst: hierbij
moet wilsovereenstemming bestaan.
OD: verbintenis volgt direct uit de wet door de feitelijke handeling van het inrijden op de
auto.
Overeenkomst: rechtshandelingen zijn nodig (aanbod en aanvaarding), waaruit blijkt dat de
betrokken partijen allebei willen dat de overeenkomst ontstaat.
Onverschuldigde betaling: iemand stort bijvoorbeeld per ongeluk een bedrag van twee
miljard op je rekening. Je bent verplicht dit terug te storten. Deze persoon heeft jou
onverschuldigd betaald. Verbintenis ontstaat uit de wet, los van jouw wil.
Ongerechtvaardigde verrijking: in de periode dat de twee miljard op je bankrekening heeft
gestaan, heb je hierover rente ontvangen. Deze rente is, door de persoon die het bedrag per
ongeluk op je rekening stortte, niet onverschuldigd betaald. Alleen de twee miljard. Rente
heb je van de bank ontvangen. Jij bent door het ontvangen van de rente over het
onverschuldigd betaalde bedrag verrijkt. Hiervoor bestond geen goede reden. Je moet dus
ook de rente terugbetalen. Verbintenis ontstaat uit de wet, los van jouw wil.
Zaakwaarneming: jij bent op vakantie. Tijdens een storm waait er een tak tegen het raam
van jouw huis, je raam valt in stukken uiteen. Je huis wordt een makkelijke prooi voor
inbrekers. Ook kan er nu regen naar binnen vallen, waardoor je inboedel beschadigd raakt.
Je buurman is glaszetter. Hij merkt dit gebroken raam op en repareert het vakkundig. Je bent
bij terugkeer van je vakantie verplicht om je buurman kosten te vergoeden die hij heeft
gemaakt voor het zetten van het raam (buurman > zaakwaarnemer). Verbintenis ontstaat uit
de wet, dit kon je van tevoren niet willen.
Rechtmatige daden (RD):
- Onverschuldigde betaling;
- Ongerechtvaardigde verrijking;
- Zaakwaarneming.
,Deze zijn in de wet apart geregeld.
OD en RD zijn de belangrijkste bronnen van verbintenissen uit de wet.
Inhoud van het verbintenissenrecht: het geeft o.a. de regels die gelden bij situaties waarin
schade ontstaat en de regels die gelden wanneer overeenkomsten worden gesloten.
Een belangrijke taak van verbintenissenrecht: het biedt oplossingen in situaties waarin
partijen bij een overeenkomst een verschil van mening hebben.
Privaatrecht: Het recht dat de betrekkingen tussen (rechts)personen onderling regelt en de
verhouding van (rechts)personen tot hun vermogen.
Publiekrecht: tussen overheid en burgers.
Personenrecht: regelt in eerste plaats wie er in het privaatrecht drager kunnen zijn van
rechten en plichten. Kan onderverdeeld worden in personen- en familierecht en
rechtspersonenrecht.
Personen- en familierecht: regels die gelden voor natuurlijke personen > wat er gebeurt als
twee natuurlijke personen met elkaar trouwen, geeft regels over juridische relatie tussen
ouders en kinderen etc.
Rechtspersonenrecht: regels die gelden voor rechtspersonen > wat moeten we verstaan
onder bijv. een nv, bv, stichting of vereniging.
Rechtspersonen: nv, bv, stichtingen en verenigingen.
Vermogensrecht: hierin staan alle regels omtrent vermogen centraal. Vermogen: alles wat
een natuurlijk persoon (of rechtspersoon) bezit en op geld waardeerbaar is.
Goederenrecht: persoon – goed
Verbintenissenrecht: persoon – persoon
Burgerlijk procesrecht: hoe je in het privaatrecht een gerechtelijke procedure aanspant, hoe
die procedure vervolgens verloopt en wat er met een uitspraak van de rechter kan gebeuren
-> wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv).
Verbintenis: een verbintenis is een vermogensrechtelijke relatie tussen twee (of meer)
partijen waarbij de ene partij verplicht is tot een prestatie, waarop de andere partij recht
heeft. Vermogensrechtelijk: prestatie die op geld waardeerbaar is en tot het vermogensrecht
behoort.
Handhaving van het recht:
- Publiekrecht: overheid;
- Privaatrecht: door rechtssubjecten zelf.
Handelen door de overheid:
- Publiekrechtelijk: uitkeringen verstrekken, paspoorten en rijbewijzen verstrekken,
gevangenisstraf opleggen etc.
- Privaatrechtelijk: kopen, huren, arbeidsovereenkomsten sluiten etc.
, Burgerlijk Wetboek heeft een systematische opbouw, tien Boeken.
Vijf beginselen van het privaatrecht:
1. Contractsvrijheid (partijen zijn vrij om overeen te komen wat zij willen, zolang dit niet
expliciet verboden is of in strijd komt met de openbare orde of de goede zeden).
2. Pacta sunt servanda (overenkomsten moeten worden nagekomen, belofte maakt
schuld).
3. Vormvrijheid (zolang de wetgever niet expliciet ander bepaalt, geldt er geen speciale
vorm waarin handelingen verricht moeten worden).
4. Redelijkheid en billijkheid (partijen zijn verplicht zich naar elkaar redelijk en billijk te
gedragen, art. 6:2 BW. Redelijk: het verstand, de ratio. Billijk: ons rechtsgevoel)*.
5. Bijzonder gaat voor algemeen (hoofdregel, bijzondere regel gaat altijd voor).
*Redelijkheid en billijkheid heeft vaak een aanvullende werking. Wat in de maatschappij als
gebruikelijk en fatsoenlijk wordt beschouwd, art. 6:248 BW. Als partijen niets hebben
afgesproken en de wet of een vaste gewoonte ook geen aanvullende regels geeft, bepalen
de redelijkheid en billijkheid hoe het gat in de overeenkomst moet worden opgevuld.
Art. 6:248 lid 2 BW: soms kan een situatie zo onredelijk uitpakken, dat de redelijkheid en
billijkheid de gevolgen van een overeenkomst kan beperken of wijzigen beperkende of
derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid Derogeren: afwijken van,
uitzondering vormen op (alleen in extreme situaties, anders in strijd met pacta sunt
servanda).
Dwingend recht: er mag niet van worden afgeweken.
Aanvullend (regelend) recht: bepalingen zoals 7:4 BW.
Materieel recht: inhoudelijk. Wie in welke situatie waarop recht heeft.
Formeel recht (burgerlijk procesrecht): procedures waarmee iemand zijn recht kan
verwezenlijken.
Formele regels bepalen, voor een belangrijk deel, of je in de praktijk je gelijk kunt halen.
Materiele regels bepalen wat je moet kunnen bewijzen om in een procedure je gelijk te
halen.
Hoofdregels burgerlijk procesrecht:
- Wie stelt bewijst. Wie eist, bewijst.
Als jij iets eist (bijv. schadevergoeding op grond van wanprestatie - art. 6:74 BW), stel je dat
je tegenpartij wanprestatie heeft gepleegd. Je moet dit dus ook kunnen bewijzen.
Uitzondering daarop: als de tegenpartij niet betwist dat wat jij stelt ook inderdaad gebeurd
is.
Werk van juridische afdelingen: conflicten en juridische problemen voor organisaties te
voorkomen, door vooraf duidelijke afspraken te maken over problemen die mogelijk kunnen
ontstaan.
In der minne te schikken: de zaak in onderling overleg op te lossen.