Inleiding Data Analyse
5,6 en 7
β1
,5.1 Wat doet de regressieanalyse?
• het is een methode om de lijn te vinden waarbij deze afwijkingen
worden geminimaliseerd. De uitkomst van deze methode zijn twee
getallen die de lijn beschrijven. Deze getallen heten
regressiecoëfficiënten, en ze worden aangeduid met β’s oftewel s oftewel
bèta’s oftewel s.
,Het eerste getal van deze twee getallen is simpelweg de voorspelling voor iemand die 0 scoort op de x
In het geval van de plots hierboven had geen van de deelnemers een fixatiebias richting boze gezichte
van exact 0, maar met behulp van de regressielijn kunnen we deze waarde wel vinden.
Deze eerste regressiecoëfficiënt, oftewel β0, wordt het intercept wordt genoemd (omdat het de waard
waar de oorsprong op de x-as (dus, de waarde 0) de y-as ‘onderschept’).
, De tweede regressiecoëfficiënt oftewel β1 is de helling van de lijn. Dit is de stijging (of daling) in de varia
op de y-as als de variabele op de x-as, dus fixatiebias ten opzichte van boze gezichten, met 1 eenheid (d
dit geval 1 milliseconde) toeneemt. Door heel erg in te zoomen in onze plots kunnen we dit laten zien:
Door nu deze waarde op de y-as te pakken, en het verschil met het intercept te nemen, vinden we de tw
regressiecoëfficiënt oftewel bèta (β).