1 HC 5-9-2023
Beginselen
Profijtbeginsel (benefit principle)
o Een ieder die profijt heeft van de collectieve goederen en diensten draagt naar
evenredigheid bij aan de financiering
Draagkrachtbeginsel (ability to pay principle) bijdrage baseren op draagkracht
Maatstaf: inkomen/winst/vermogen
Nederlandse belastingwetten
Materieel belastingrecht (IB, Vpb, BTW)
o Wie moet belasting betalen subject
o Waarover moet belasting worden betaald object
o Wanneer moet belasting worden betaald tijdstip
o Hoeveel belasting moet worden betaald tarief
Formeel belastingrecht (AWR, Awb, Inv.)
o Hoe wordt de belasting betaald (aanslag-/aangifte) en welke rechten en plichten
Wet IB 2001
Natuurlijke personen art. 2.1 lid 1 IB
Boxenstelsel art. 2.3 IB
o Box 1 belastbare inkomen uit werk en woning
Art. 3.2 IB winst uit onderneming
Art. 3.80 IB loon
Art. 3.90 IB ROW
Art. 3.100 IB periodieke uitkeringen en verstrekkingen
Art. 3.110 IB inkomsten uit eigen woning (ivm aftrekposten)
o Box 2 belastbare inkomen uit AB meer dan 5% aandelen uit BV
Art. 4.1 reguliere- & vervreemdingsvoordelen
Art. 2.12 IB tarief 26,9 % (DGA) laag je betaalt ook Vpb
o Box 3 belastbare inkomen uit sparen en beleggen vermogen
Art. 5.1 IB forfaitair rendement (geen werkelijk inkomen)
Art. 2.13 IB tarief 32 %
Rendementswijziging m.i.v. 1-1-2017, eerder vast 4%
Geen verliesverrekening mogelijk
o Art. 2.14 IB rangorderegel
Bronnentheorie
Voordeel kan alleen tot ‘inkomen’ behoren indien het voortkomt uit ‘bron v inkomen’
3 algemene cumulatieve eisen:
o Deelname economisch verkeer Inkomensverwervende activiteiten in
maatschappelijk ruilverkeer
o Voordeel redelijkerwijs te verwachten (objectief) voordeel bogen
Objectieve maatstaven redelijke verwachting
Consul-generaalarrest geen bron als van tevoren vaststaat dat de
kosten de baten blijvend zullen overtreffen
Piramidespelarrest geen bron indien puur speculatief
o Oogmerk vd belastingplichtige
,2 HC 12 september 2023
Belastingplichtigen Wet IB
Subjectief wie betaalt belasting
o Binnenlands natuurlijke personen die in NL wonen
Heffing obv woonplaatsbeginsel
Art. 4 AWR: ‘centrum v levensbelangen’; ‘middelpunt sociale leven’;
‘duurzame bank v persoonlijke aard’
Materiele werkelijkheid doorslaggevend
Beoordelen vanuit NLs perspectief
o Woonplaatsficties Art. 2.2 IB; art. 4 AWR
Wereldinkomen (art. 2.3/2.4 en H3, 4 en 5 IB)
Aftrek pga en verrekening heffingskortingen
o Buitenlandse belastingplichtigen
Natuurlijke personen die in buitenland wonen en NLs inkomen genieten
Heffing obv bron-/situsbeginsel
Ook andere landen mogelijk dubbele belastingheffing
o Belastingverdragen om te vk
Bij afwezigheid belastingverdrag: Besluit vk dubbele belasting 2001
Nederlands inkomen (art. 2.3/2.4 en H7 IB)
o Art. 7.8 IB vervangt art. 2.5 IB geen keuze meer, verplicht
Kwalificerende buitenlands belastingplichtigen
o 90% inkomen of meer uit NL
Delegatiemogelijkheid als NL inkomen < 90%
Art. 21bis Uitv.Besl.IB
Gevolg: belastingplichtig voor NL inkomen (geen
wereldinkomen!)
Aftrek pga en heffingskortingen voor zover niet in
buitenland genoten
Geen aftrek pga en geen verrekening heffingskortingen
Wettekst art. 2.7 IB: wel heffingskorting voor m.n. EU-burgers
o Arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting
Lid 2: tijdsevenredige vermindering voor emigranten en immigranten
o Niet bij overlijden; recht op volledige heffingskorting
Objectief waarover betaalt iemand belasting
Subject natuurlijke personen Wet Vpb; personenvennootschappen fiscaal transparant
Object inkomen
Cv commanditaire vennootschap
Stille vennoten zijn geldschieters, niet aansprakelijk voor meer dan bedrag van inbreng
Beherend vennoot aansprakelijk met zijn persoonlijk vermogen
2 soorten:
o Open: als een nieuwe vennoot kan toetreden zonder dat de toestemming van de
overige vennoten is vereist
o Gesloten: andere vennoten toestemming te geven voordat een nieuwe vennoot kan
toetreden
Vof wel aansprakelijk
,Individu
Wet IB belast individu art. 2.3 IB inkomen genoten door belastingplichtige
Uitzondering: minderjarig kind (art. 2.15 IB)
o Inkomen toerekenen aan ouder met ouderlijk gezag (betreft m.n. vermogen)
Behalve winst, loon, row (alleen art. 3.90), p.u., pga
o Gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en box 3 bij ‘fiscale partners’ (art. 2.17)
Fiscaal partner: spanning individuele belastingheffing en samenlevingsvorm
Fiscaal partnerbegrip
o Art. 5a AWR
o Art. 1.2 IB uitbreiding
o Lid 5 slechts 1 fiscale partner tegelijk oudste verbintenis
o Lid 2 deel kalenderjaar partner ook voor overig deel mits
dan ook op zelfde woonadres ingeschreven
Heffing fiscale partners
o Hoofdregel: art. 2.17 lid 1 IB inkomensbestanddelen in
aanmerking nemen bij degene door wie ze zijn genoten
o Gemeenschappelijke inkomensbestanddelen lid 2
Keuze bij doen v aangifte
50%-50% indien geen keuze gemkt ex lid 3
o Belastingheffing zoveel mogelijk geïndividualiseerd
doch vrije toerekening bepaalde bestanddelen
Lid 5: gehele jaar dezelfde fiscale partner
Keuzemogelijkheid indien deel vh jaar
partner ex lid 7
Fiscaal partner en heffingskorting
Heffingskorting bedraagt max bedrag vd inkomensheffing
Bij fiscale partners het gezamenlijke bedrag aan inkomensheffing
benutbaar art. 8.9 IB per paar geen belastinguitkering
Heffingskorting, berekening inkomensafhankelijk art. 8.2 IB
o Startbedrag €3.070
o Afbouw met 6,095%
Van inkomen uit werk en woning meer dan €22.660
o Alleen eerste twee schijven
, 2 WG 19-9-2023
Opgave 1 Is de volgende stelling juist?
‘De bronnentheorie is voor de ene box belangrijker dan voor de andere box.’
De bronnentheorie is n.v.t. op box 3. Dit is immers geen bron van inkomen, maar vermogensbelasting.
De bronnentheorie is daarmee alleen van toepassing op box 1 en 2.
Inkomen
1. Deelname aan economisch verkeer buiten vriendenkring
2. Oogmerk om voordeel te behalen (subjectief) Vriendendienstarrest NDFR B5365
3. Het voordeel is redelijkerwijs te verwachten (objectief)
a. Consul-generaalarrest NFDR B4857 geen bron v inkomen als van tevoren vaststaat
dat kosten hoger zullen blijven dan de baten
b. Piramidespelarrest BNB 2002/127 geen bron v inkomen indien puur speculatief
Noot lezen
Meestal toets je alleen 1 en 3 (als duidelijk is dat je deelneemt aan economisch verkeer EN er
voordeel beoogd wordt
1. Is er bron van inkomen?
2. Welke bron van inkomen ex art. 2.18 IB?
a. Rangorde wet IB 2.14 IB eerste post die je tegenkomt voor inkomen
Relevantie: winst uit onderneming en resultaat overige werkzaamheden toetsen aan
bronnentheorie
Box 1 loon uit dienstbetrekking is gwn belast bron v inkomen verondersteld
Box 2 inkomen uit AB bron v inkomen verondersteld
Box 3 ≠
Dus idd, stelling juist, irrelevant voor box 3 en soms ook zelfs voor 1 en 2
Opgave 2
Johan werkt in 2003 als in-house ICT’er voor een groot commercieel kantoor. Alhoewel hij
doordeweeks al druk zat is, vindt hij het leuk om in de avonduren hobbymatig bij te
programmeren. Zo weet hij in z’n vrije tijd na enkele honderden uren zwoegen een prachtige
applicatie te ontwikkelen waarin het mogelijk is verbeteringen en aanpassingen van mainframe-
applicaties te programmeren. Daarvoor maakt hij € 10.000 aan kosten.
In 2016 vertelt Johan zijn baas hierover. De baas reageert enthousiast en geeft Johan toestemming
om nog tijdens de ontwikkelfase zijn baas en collega’s van deze nieuwe applicatie gebruik te laten
maken. Wel behoudt Johan uiteraard zelf de intellectuele eigendomsrechten. De applicatie heeft in
2016 een waarde in het economische verkeer van € 75.000.
In maart 2023 stopt Johan met z’n werk bij het advieskantoor en gaat hij aan de slag als ZZP’er.
Johan heeft een onderneming voor de inkomstenbelasting en de applicatie maakt deel uit van het
ondernemingsvermogen. Johan verkoopt de applicatie in april 2023 voor € 250.000 aan een klant.
Is er sprake van een bron van inkomen? Zo ja, vanaf wanneer? Motiveer uw antwoord.
BNB 2019/39
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper student71. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,49. Je zit daarna nergens aan vast.