Understanding Human Sexuality
J. Hyde / J. DeLamater
Boeksamenvatting
Vak: Seksuologie
Tilburg University
Psychologie
2019-2020
,Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 – Perspectieven, Theorieën, Onderzoek, en Ethiek van Seksualiteit.........................3
Hoofdstuk 1: Perspectieven van Seksualiteit.....................................................................................3
Hoofdstuk 2: Theoretische Perspectieven van Seksualiteit...............................................................6
Hoofdstuk 3: Seksonderzoek............................................................................................................11
Hoofdstuk 19: Ethiek, Religie, en Seksualiteit..................................................................................13
Hoorcollege 2 – Mannelijke Anatomie.........................................................................................17
Hoofdstuk 4: Seksuele Anatomie..................................................................................................... 17
Hoofdstuk 8: Seksuele Opwinding................................................................................................... 20
Hoorcollege 3 – Seksualiteit en de Levenscyclus...........................................................................26
Hoofdstuk 9: Seksualiteit en de Levenscyclus: Kindertijd en Adolescentie.....................................26
Hoofdstuk 10: Seksualiteit en de Levenscyclus: Volwassenheid..................................................... 30
Hoorcollege 4 – Gender en Seksualiteit........................................................................................34
Hoofdstuk 12: Gender en Seksualiteit............................................................................................. 34
Hoofdstuk 13: Seksuele Oriëntatie.................................................................................................. 37
Hoorcollege 5 – Anticonceptie, Abortus, en SOA’s.......................................................................40
Hoofdstuk 7: Anticonceptie en Abortus...........................................................................................40
Hoofdstuk 18: Seksuele Overdraagbare Aandoeningen..................................................................45
Hoorcollege 6 – Aantrekking, Liefde, Communicatie, en Ziekte....................................................50
Hoofdstuk 11: Aantrekking, Liefde, en Communicatie.................................................................... 50
Hoofdstuk 4: Seksuele Anatomie..................................................................................................... 54
Hoorcollege 7 – Variaties in Seksueel Gedrag...............................................................................56
Hoofdstuk 14: Variaties in Seksueel Gedrag.................................................................................... 56
Hoofdstuk 15: Seksuele Dwang........................................................................................................61
Hoofdstuk 17: Seksuele Stoornissen en Sekstherapie..................................................................... 64
Hoorcollege 8 – Vrouwelijke Anatomie........................................................................................68
Hoofdstuk 4: Seksuele Anatomie..................................................................................................... 68
Hoorcollege 9 – Sekshormonen, Bevruchting en Zwangerschap...................................................70
Hoofdstuk 5: Sekshormonen, Seksuele verschillen, en de Menstruatie Cyclus.............................. 70
Hoofdstuk 6: Bevruchting, Zwangerschap & Geboorte................................................................... 73
Overig..........................................................................................................................................79
Hoofdstuk 16: Seks te Koop............................................................................................................. 79
Hoofdstuk 20: Seks en de Wet......................................................................................................... 81
2
,Hoorcollege 1 – Perspectieven, Theorieën, Onderzoek, en Ethiek van
Seksualiteit
Hoofdstuk 1: Perspectieven van Seksualiteit
1.1 Sekse en gender
De term ‘sex' wordt gebruikt in het verwijzen naar de seksuele anatomie en het seksuele gedrag, en
de term gender wordt gebruikt voor het verwijzen naar het man of vrouw zijn (of andere genders).
Seksueel gedrag wordt gedefinieerd als het gedrag dat arousal produceert en de kansen op
een orgasme verhoogt.
1.2 De geschiedenis van het begrijpen van seksualiteit:
religie en wetenschap
Tot en met ongeveer 100 jaar geleden, was religie hetgeen wat de meeste informatie gaf over
seksualiteit.
- De oude Grieken erkenden beide heteroseksualiteit en homoseksualiteit in hun samenleving
en legde het bestaan hiervan uit in een mythe waarin de originele mensen een soort waren
die twee keer het normale aantal armen en benen en organen bezat. Sommigen waren
dubbel man, anderen dubbel vrouw, en andere half man en half vrouw. De goden waren
bang de kracht van deze soort en spleten ze door midden. Heteroseksuelen zouden
afstammelingen zijn van de half man en half vrouw.
- Vijftien-eeuwse Christenen geloofden dat ‘natte dromen’ resulteerde in
geslachtsgemeenschap met kleine spirituele wezens genaamd incubi en succubi.
- Moslims geloven dat seksuele gemeenschap één van de fijnste genoegens van het leven is,
wat de leringen van de profeet Mohammed weerspiegelt.
De wetenschappelijke studie naar seks begon in de negentiende eeuw.
- De Nederlandse Anton van Leeuwenhoek ontdekte sperma dat in menselijk zaad rond
zwemt.
- In 1875 ontdekte Oskar Hertwig als eerst de bevruchting van een eicel met sperma in zee-
egels.
- Een grote vooruitgang in het wetenschappelijk begrijpen van de psychologische aspecten
van menselijke seksualiteit ontstond door het werk van de Oostenrijker Sigmund Freud, de
grondlegger van de psychiatrie en de psychoanalyse.
- Een even belangrijke, maar minder bekende grondlegger, was Henry Havelock Ellis, een
dokter in Victoriaans Engeland die informatie verzamelde over medische en antropologische
bevindingen over seksualiteit.
- Twee andere belangrijke personen waren Richard von Krafft-Ebin, die pathologische
seksualiteit onderzocht, en Magnus Hirschfeld, die het eerste seks onderzoeksinstituut
oprichtte. Magnus Hirschfeld had een speciale interesse in homoseksualiteit, hij was zelf
homoseksueel en travestiet.
De wetenschappelijke studie naar seks is een interdisciplinair en een combinatie van biologie,
psychologie, sociologie, antropologie en artsen.
3
,1.3 De media
Communicatie theoretici geloven dat de media drie typen invloeden kan hebben.
De eerste, cultivatie, verwijst naar dat mensen beginnen te denken dat wat we zien op
televisie en andere media representeert wat echt gebeurd.
De tweede invloed is agenda setting. De media selecteert wat ze belangrijk vinden en wat
niet, zoals de seksuele relaties van een president.
De derde invloed is sociaal leren. Dit is het idee dat karakters op televisie of in boeken
kunnen dienen als rolmodellen die we imiteren, zonder dat we dit zelfs door kunnen
hebben. Onderzoek heeft bijvoorbeeld gevonden dat tieners die meer sexy televisie kijken,
eerder seks hebben dan andere tieners.
1.4 Cross-culturele perspectieven van seksualiteit
Cultuur refereert naar traditionele ideeën en waarden die doorgegeven worden door leden van een
groep, dit gebeurd door middel van symbolen zoals taal. Etnocentrisme beïnvloedt onze visie en
begrip van menselijk seksueel gedrag.
De meeste generalisatie die voorkomt uit cross-culturele studies is dat alle samenlevingen seksueel
gedrag reguleren op een bepaalde manier, die onderling erg verschillen. Incest taboes zijn
universeel: seks is zo gereguleerd dat geslachtsgemeenschap tussen bloedverwanten wordt
verboden.
Zoenen is één van de meest normale seksuele technieken in onze cultuur. Het is ook gewoon in de
meeste andere samenlevingen, maar er zijn ook samenlevingen waar dit onbekend is, zoals bij de
Thonga in Afrika.
Cunnilingus (vrouwelijke genitaliën stimuleren met de mond) is ook redelijk gewoon in onze
samenleving. Een variatie hierop is gevonden op het eiland van Ponape, waar de man een vis in de
vulva van de vrouw stopt en deze dan likt voordat er geslachtsgemeenschap plaats vindt. De ander
pijn doen iets ook iets wat in sommige samenlevingen voorkomt. Zo bijten Apinaye vrouwen
weleens een deel van de wenkbrauw van de man af.
Hoe vaak mensen seks hebben verschild ook per gemeenschap. De laagste frequentie lijkt de Ierse
gemeenschap van de Inis Beag te zijn, waar ze maar één of twee keer per maand seks hebben. Het
tegenovergestelde hiervan zijn de Mangaians, die meerdere keren per nacht seks hebben met
elkaar, tenminste onder de jongere koppels.
De houding tegenover masturbatie verschilt erg tussen culturen. Sommige samenlevingen
tolereren het, of moedigen het zelfs aan, waarbij andere masturbatie verbieden.
Sommige samenlevingen hebben weer anderen regels over seks buiten het huwelijk dan andere
samenlevingen. Een extreem hiervan zijn de Marquesans uit het oosten van Polynesië. Jongens en
meisjes hebben hier al meerdere seksuele handeling gedaan voor ze de puberteit bereiken.
Moeders zijn trots wanneer hun dochters meerdere partners heeft. Het huwelijk komt pas later. In
contrast hiermee staan de Egyptenaren van Siwa. Hier wordt de clitoris van meisjes al op hun
zevende of achtste levensjaar eraf gehaald zodat ze minder zin in seks zouden hebben. De meisjes
worden dan ook al rond hun twaalfde uitgehuwelijkt, alleen zodat ze minder kans hebben om seks
te hebben voor het huwelijk en een schande te zijn voor hun familie. Seks voor het huwelijk komt
na incest als tweede op de lijst van meest verboden seksuele contacten.
4
,Er is veel variatie in hoe er naar homoseksualiteit gekeken wordt, maar twee algemene regels
vinden plaats.
- Als eerste zie je dat homoseksualiteit universeel voorkomt.
- Als tweede zie je dat homoseksueel gedrag nooit de dominante vorm van seksueel gedrag is
tussen leden van alle samenlevingen.
In alle menselijke samenlevingen zijn fysieke karakteristieken belangrijk. Maar wat aantrekkelijk
gevonden wordt verschilt. In de meeste culturen wordt een vollere vrouw knapper gevonden dan
een dunne vrouw. Ook wordt een ziekelijke uitstraling als onaantrekkelijk gevonden in de meeste
gemeenschappen.
In Amerika kan je verschillen zien tussen de sociale klassen. Zo is er bijvoorbeeld te zien dat hoe
hoger de educatie van een vrouw, hoe hoger de kans is dat zij de anticonceptiepil slikt. Amerika
bestaat ook uit meerdere etnische groepen, waar variatie tussen bestaat.
1.5 Cross-soorten perspectieven van seksualiteit
Mensen zijn maar één van de vele diersoorten, en allen laten seksueel gedrag zien.
- Mensen zijn niet de enige soort die masturberen. Dit wordt ook terug gevonden in veel
soorten zoogdieren, vooral bij apen.
- Seksueel gedrag met hetzelfde geslacht wordt ook in veel soorten gevonden. Dit kan
indiceren dat wij als zoogdieren van nature biseksueel zijn, met beide homoseksuele en
heteroseksuele elementen.
- Vrouwelijke primaten sturen soms seksuele signalen naar mannetjes, oftewel flirten. Ze
laten zien dat ze geïnteresseerd zijn in het bepaalde mannetje.
Maar zijn mensen dan uniek? De algemene trend is dat lagere soorten zoals vissen meer gedreven
worden door hormonen dan hogere soorten die aangestuurd worden door het brein. In het
dierenrijk, wordt seksueel gedrag gestuurd door hormonen. De vrouwtjes van bijna elk zoogdier
soort hebben geen seks, tenzij ze in ‘heat’ zijn, wat een hormonale staat is. Vrouwelijke mensen
hiertegen kunnen en zullen seks hebben tijdens elke fase van hun menstruatie cyclus.
5
,Hoofdstuk 2: Theoretische Perspectieven van Seksualiteit
2.1 Evolutionaire perspectieven
Sociobiologie wordt gedefinieerd als de toepassing van evolutionaire biologie om het sociale
gedrag van dieren (inclusief mensen) te begrijpen. Sociobiologen proberen om via observaties van
andere soorten, te begrijpen waarom bepaalde patronen van seksueel gedrag zich hebben
geëvolueerd in mensen.
Bij evolutie telt er dat er zoveel mogelijk gezonde nakomelingen worden geproduceerd die genen
door geven. Evolutie gebeurd via natuurlijke selectie, het proces waarbij het dier dat het best
geadapteerd is aan de omgeving, de meeste kans heeft om te overleven, reproduceren, en zijn
genen door te geven aan de volgende generatie.
Hoe kiezen mensen een ‘mate’? Een criteria hiervoor is de fysieke aantrekkelijkheid van het
persoon. Sociologen beargumenteren namelijk dat veel karakteristieken die we evalueren als
aantrekkelijk (fysiek of teint) een indicatie zijn van een gezond individu.
Sociobiologen kunnen ook uitleggen waarom de nucleaire familiestructuur van een man, vrouw en
nakomeling gevonden wordt in elke gemeenschap. Wanneer een man en vrouw paren, dan zijn er
meerdere obstakels voor reproductie succes. Twee van deze obstakels zijn infant vulnerability en
maternal death. De kwetsbaarheid van een zuigeling wordt verminderd wanneer de moeder
permanente zorg biedt inclusief borstvoeding. Het wordt nog meer verminderd wanneer de vader
middelen en veiligheid biedt. Twee mechanismen die dit vergemakkelijk zijn de condities pair-bond
tussen de moeder en vader, en attachment tussen de ouders en de zuigeling.
In aanvulling op natuurlijke selectie, stelde Darwin ook het mechanisme van de seksuele selectie
op. Dit bestaat uit twee processen:
Competitie tussen members van één gender (meestal mannetjes)
Voorkeurskeuze door members van één gender (meestal vrouwtjes)
De theorie voorspelt dat mannetjes moeten concurreren met elkaar door materiële middelen te
laten zien. Voorbeelden hiervan kunnen cadeaus zijn als auto’s of stereo’s, of het presenteren van
karakteristieken dat leidt tot het behalen van middelen (ambitie).
Er is veel kritiek op de sociobiologie, zoals op dat het impliceert dat er een biologisch determinisme
is. Andere kritiek is dat sociobiologie gebaseerd is op een oude versie van de evolutie theorie, en
dat de assumptie gemaakt wordt dat de centrale functie van seks is om te reproduceren.
De evolutionaire psychologie focust zich meer op de psychologische mechanismen van natuurlijke
selectie. Als gedrag evolueert in reactie op selectie, dan is het plausibel om aan te nemen dat
cognitieve en emotionele structuren zich evolueren op dezelfde manier. Dus, een man die goed
inschat of een vrouw gezond en vruchtbaar is, is meer succesvol in zich reproduceren.
2.2 Psychologische theorieën
Vier van de grote theorieën binnen de psychologie zijn relevant bij seksualiteit:
Psychoanalytische theorie
Leer theorie
Social exchange theorie
Cognitieve theorie
6
, Psychoanalytische theorie
De psychoanalytische theorie van Sigmund Freud is één van de meest invloedrijke psychologische
theorieën. Freud zag seks als één van de hoofdkrachten in het mensenleven. Freud noemde ‘seks
drive’ ook wel libido, wat hij zag als één van de twee grote krachten die menselijk gedrag motiveert
(de andere is thanatos, het dood instinct).
Freud beschreef dat de menselijke persoonlijkheid onderverdeeld was in drie delen:
1. Id: de basis van persoonlijkheid en is aanwezig tijdens de geboorte. Dit opereert zich door
middel van het pleasure principle.
2. Ego: opereert zich volgens het reality principle en probeert het id tot stand te houden.
3. Superego: is het geweten. Het bevat de normen en waarden van onze samenleving en het
opereert zich volgens het idealisme.
Freud geloofde dat een kind zich ontwikkelt door een paar stages van ontwikkeling:
1. De eerste fase is de orale fase. Deze duurt van geboorte tot ongeveer 1 jaar. In deze fase
beleeft het kind plezier aan dinge zuigen of de mond op een andere manier te stimuleren.
2. De tweede fase is de anale fase. Deze duurt tot ongeveer 2 jaar. Tijdens deze fase krijgt het
kind een focus op eliminatie.
3. De derde fase is de fallische fase. Deze duurt van 3 tot ongeveer 5 of 6 jaar. De interesse van
een jongetje ligt dan alleen op zijn penis, en hij beleeft plezier aan masturberen. Een
belangrijk voorval wat zich kan ontwikkelen tijdens deze fase is het oedipus complex. Hierbij
houdt het jongetje van zijn moeder, en heeft seksuele verlangens naar haar. Zijn vader ziet
hij als rivaal. Uiteindelijk krijgt het jongetje angst voor zijn vader, namelijk dat hij hem zou
castreren. Hij krijgt castration anxiety. Uiteindelijk wordt deze angst zo groot dat hij stopt te
verlangen naar zijn moeder en zich begint te identificeren als zijn vaders gender rol en
karakteristieken.
Voor een meisje, begint deze fase met de traumatische ervaring dat ze geen penis heeft, en
ze voelt zich jaloers. Ze krijgt penis envy. Ze begint te verlangen naar haar vader, en
ontwikkelt het electra complex. Haar verlangens naar haar vader resulteren uit een
verlangen om door hem bezwangerd te worden, als vervanger voor de onverkrijgbare penis.
De resolutie van zo’n complex is latency, een fase dat duurt tot de adolescentie waar geen
seksuele impulsen voorkomen.
4. Tijdens de puberteit, komt het kind in de genitale fase. Tijdens deze stage, worden de
seksuele verlangens meer specifiek genitaal, en oraal, en anaal, en promoten zo de
biologische functie van reproductie.
Volgens Freud kunnen mensen ook blijven steken in één van deze fasen. Bijvoorbeeld de orale fase,
symptomen hiervan zijn veel sigaretten roken en op de nagels bijten.
Kritiek:
- Het grootste probleem, gezien vanuit een wetenschappelijke blik, met de psychoanalytische
theorie is dat het niet wetenschappelijk geëvalueerd kan worden.
- Freud baseerde zijn data alleen op patiënten die therapie van hem wilden, dus geeft het niet
een globaal beeld van de menselijke persoonlijkheid.
- Het is een male-centered theorie.
7