Neuropsychologie Vrije Universiteit Amsterdam hoorcolleges
Hoorcollege 1: Het zenuwstelsel
-organisatie zenuwstelsel
-structuur van de hersenen (=neuroanatomie)
-functioneren van de hersenen (=neurofysiologie, neurochemie).
Opdelen in centrale zenuwstelsel (deel van het zenuwstelsel dat omsloten is door bot,
schedel en hersenen) en perifere zenuwstelsel (=buiten de botten, opdelen in autonome- en
somatische zenuwstelsel (willekeurig, kun je controle op uitoefenen, interacteren we met de
buitenwereld: commando’s van brein sturen naar spieren: kunnen bewegen en zintuigelijke
prikkels vanuit de zintuigen/lichaam naar het brein toe: ruggenmergzenuwen: bundels van
zenuwen die of info van brein naar rest van lichaam vervoeren (spieren) en sensorische
zenuwen (vervoeren zintuigelijke info van het lichaam naar het brein).
Verschil tussen deze twee is dat het autonome onwillekeurig is, zelfsturend, autonoom,
buiten de wil om, geen controle over. Speelt rol bij vitale levensfunctie (hartslag,
ademhaling, energiehuishouding e.d.)). Kun je opsplitsen in een sympathisch deel (wordt
actief als het lichaam actief moet worden, bv. als er gevaar dreigt, fight-or-flight reactie,
spieractiviteit is nodig) zuurstof/hartslag/bloeddruk moet omhoog) van het autonome
zenuwstelsel. En een parasympatisch deel (als het lichaam tot rust komt, energie-
spaarstand, wondjes herstellen). Het bestuurd onze klieren, organen die onze hormonen
produceren. Stuurt onze gladde spieren aan van organen in ons lichaam (hart e.d.).
, Spijsvertering is het verteren van voedsel tot bruikbare, door het lichaam opneembare,
bouwstenen (zoals koolhydraten en eiwitten).
Stofwisseling: is het bewerken en omvormen van deze bruikbare voedingsstoffen (bijv.
koolhydraten in glucose).
Verbranding: met behulp van zuurstof voedingsstoffen omzetten in energie. Nodig voor
fysieke actie/inspanningen (spieractiviteit), mentale inspanning (!), vitale functies als
hartslag en ademhaling, lichaamstemperatuur, biochemische celprocessen zoals synthese en
transport van stoffen etc. -Glucose kan worden verbrand of opgeslagen, afhankelijk van je
energie-behoefte (veel > sympathisch deel autonome ZS-> weinig-> parasympatisch deel
autonome ZS)->
Als je het lichaam actief moet maken heeft het veel energie nodig, veel glucose naar de
spieren. Adrenaline (hormoon) speelt daar grote rol in (door bijnieren gemaakt, deze
worden aangestuurd door de hypofyse, deze wordt aangestuurd door de hypothalamus.
Wat doet de adrenaline: hartslag, bloeddruk, ademhaling, zweetklieren omhoog, verwijding
bloedvaten, alertheid, arousal, spijsvertering omhoog.
Minder energie aanwezig dan nodig: glucose opslaan door het lichaam. Bv. opslaan als
glycogeen in lever of spiercellen, als eiwitten in spierweefsel, of als vet(zuren)in vetcellen
(o.i.v. insuline).
Structuur: bouwstenen van de hersenen (celniveau)
Twee typen cellen: neuronen en gliacellen.
Neuronen zijn de belangrijkste bouwstenen van de hersenen, de informatie verwerkende
cellen van het brein.
-Ontvangen signalen, verwerken die een integreren ze, geven ze door naar naburige
neuronen.
-Elke neuron ontvangt input en stuurt output naar (tien)duizenden andere neuronen.
-Vormen samen een netwerk met elkaar -> deze zijn geordend
-Resultaat: bewustzijn, emoties, geheugen, logisch denken, verbeelding, probleemoplossend
vermogen etc. Samen produceren ze hogere orde cognitieve functies.
-Tezamen kunnen neuronen zon 2.6miljoen gigabyte aan informatie bevatten.
En daarnaast gliacellen: de ondersteunende diensten in het brein, bescherming bieden, afval
verwerken, ondersteunen de neuronen. Maar doen niet veel
verder.
Neuronen, hoe is die opgebouwd: Uitlopers aan de input kant,
1 uitloper aan de versturende kant, outputkant.
Uitlopers vanuit het cellichaam.
Dendrieten: uitlopers die informatie ontvangen. Hierop zitten
kleine uitstulpinkjes (spine): hier wordt de info van andere
neuronen ontvangen. Al die info die hier binnenkomt, wordt