Universiteit Leiden – ’s Gravenhage
Bestuurskunde, jaar 1, blok 2
Organisatietheorie
LEC 3 – 12-11-19
Organisaties als rationele systemen II – de contingentietheorie
De contingentiebenadering
Letterlijk: bepaaldheid door toeval;
Betekent: er is geen ‘one best way’ (anders dan SM,
bureaucratietheorie, HR);
Kern: ‘het hangt ervan af’.
De doeltreffendheid en de doelmatigheid van een
organisatiestructuur hangen af van de situatie (‘goodness of fit’).
Systeemdenken: organisaties staan in constante wisselwerking met
hun omgeving (open systeembenadering; Katz en Kahn).
Een rationele open systeembenadering.
1. The management of innovation – Burns & Stalker
Bij een stabiele, voorspelbare omgeving past een mechanistisch
regime.
o Mechanistisch regime: klassieke bureaucratie,
machinebureaucratie, met ambtsgezag (o.b.v. bevoegdheden).
Bij een dynamische, onvoorspelbare omgeving past een organisch
regime.
o Organisch regime: flexibele structuur, innovatieve
organisatie, met functioneel gezag (o.b.v. deskundigheid).
Parameter Mechanisch Organisch
Specialisatie Hoog Laag
Centralisatie Hoog Laag
Formalisatie Hoog Laag
Beide vormen zijn rationeel!
2. The measurement of organization structure – Pugh et al. (1973)
Aston Studies
Uitgangspunt: bureaucratie is niet een eenheidsbegrip, niet een
type, zoals Weber en zijn critici veronderstelden, maar een
variabele. Een bedrijf kan in meerdere of mindere mate
bureaucratisch of organisch zijn.
Vergelijkend onderzoek 52 organisaties..