Tijdvak 1; Jagers en Boeren -> Tot 3000 v. Chr.
Toets legt hier minder de nadruk op.
- Nog geen geschreven taal.
- Steentijd.
- In NL tot 50 v. Christus
- Prehistorie -> periode waaruit geen geschreven teksten bestaan.
- Historie -> periode uit de GS waaruit wel geschreven teksten bestaan.
- Van jagers en verzamelaars tot boeren.
- Leven begon in Afrika; Cradle of Life. 5 miljoen jaar geleden.
- Homo Habilis -> gereedschap.
- Homo Erectus -> 1e rechtopstaande mens. Verspreiden over de rest
van de wereld.
Weg uit Afrika, over andere delen van de wereld. Verspreiding heeft
meer dan 200.000 jaar geduurd. Het heeft heel lang geduurd. Te
maken met water en gebergten tussendoor. Moeilijk om te
verspreiden.
- Homo Sapiens -> hoe wij zijn. 40.000 v.C. in West Europa. 35.000
jaar geleden in Europa.
- Neanderthaler [ontwikkelt uit de homo erectus] en homo sapiens; hebben met elkaar geleefd.
- IJstijd, rond 10.000 v.Chr. -> veel impact gehad op de rendierjagers. Ze moesten continu achter
de dieren aan om ze te vangen. De dieren bepaalden hun leven.
Ze gebruikten hulpmiddelen[vuistbijlen, botten en hout]: botten, vel, geweien, ingewanden, alles
werd gebruikt om weer dingen te maken.
Zoals: voedsel, kleding, tent & gereedschap.
Vuistbijlen
- Op de toendra, een gebied zonder bomen en begroeid met
mos, gras en struiken, leefden rendierjagers. Ze leefden als
nomaden -> geen vaste woon- of verblijfplaats, met vee rondtrekken. Komen nog voor in het
amazone gebied van Zuid-Amerika.
- Verzamelaars waren meestal de vrouwen. Ze zorgden bijv. voor besjes, en andere kleinere dingen
om te overleven.
- Na ijstijd klaart het klimaat op. Het land raakte met bos begroeid. Rendieren trekken weg. Door
de opwarming ontstaan er ook visrijke meren, rivieren en beekjes. Er is kans om te vissen voor de
rendierjagers. Er werden kleine dorpjes gebouwd. Semi – nomadisch -> soms een woonplek,
soms gingen ze rond trekken. Om achter de dieren aan te gaan.
- Vissen werd erg belangrijk.
, Overgang van jagen en verzamelen naar landbouw:
- Jagers-verzamelaars trokken in kleine groepen rond op zoek naar voedsel.
Iedereen hielp mee bij de jacht of het verzamelen. De jagersverzamelaars hadden meestal weinig
bezittingen.
- Landbouwrevolutie/ agrarische revolutie/ neolithische revolutie ->
mensen gingen op 1 plek wonen. Vanuit daar gingen ze hun leven leiden.
Jagers en verzamelen werd minder van belang.
Huizen -> lange huizen van 30m lang. Kleine schutting erom heen,
landbouwgrond daar omheen. Alle familieleden woonden erin + de dieren.
Efficiënte manier om het warm te houden en ervoor te zorgen.
- Deze landbouwrevolutie/ agrarische revolutie/ neolithische
revolutie;
begint bij de vruchtbare halve maan. [vruchtbare grond]
+/- 10.000 v. Chr.
Begint bij Egypte tot Mesopotamië. De Tigris & Eufraat ->
belangrijke rivieren.
Beginnen de 1e steden in de wereld. Hier ontstaan de 1e
boerderijen.
- Er komt zoveel voedsel dat niet iedereen meer voedsel hoeft te verzamelen. Er ontstaan nieuwe
beroepen. 10.000 v. Chr. Ook de aanleiding voor de 1e steden.
- Stadstaten worden steeds groter en groter. Soms wel 10.000 inwoners. De grond raakt uitgeput.
Mensen moeten op zoek naar nieuwe manier van bestaan. Vanuit vruchtbare halve maan gaan
mensen weg naar andere delen van Europa. Jagers en verzamelaars verdwenen langzamerhand.
- Landbouw in NL komt ook; +/- 5000 v. Chr.
- De vroege vormen van landbouw had ook gevolgen. Leidden tot erosie van de bodem.
- Bandkeramiek -> 5000 v. Chr. In Limburg. Lössgrond. Plantjes groeien er goed,
vruchtbare grond. Lange uitgestrekte huizen [30m], meerdere families & dieren
wonen ze erin. Ze hebben bolle potjes. Potjes van keramiek. Opvallen versiering
in de vorm van een band op het aardewerk.
- Trechterbekervolk -> 3.500 v. Chr. In Drenthe. Hunebedden. Stenen werden
meegevoerd door ijs. Rijke mensen werden daar begraven. Mensen met aanzien en
die wat betekenden.
Naam door de trechtervormige potjes, trechterbeker. Vorm van de trechter.
- Bij beide volken weten ze niet hoe ze zijn verdwenen. Zijn wel massagraven
gevonden.
- Bronstijd -> 2100 v. Chr. – 700 v. Chr.
1e bronzen voorwerpen komen in Europa voor. Bronzen sieraden, bijlen en
speerpunten.
- Ijzertijd -> 700 v. Chr.
Werd op veel plaatsen ijzer gevonden.
,Religieze uitingen; grottekeningen, beeldjes en grafgiften
Mannetje van Willemstad -> gevonden tussen de wortels van een boom.
Grottekeningen -> 40.000 Jaar v. Chr. Soort aanbidding voor de goden.
Venusvrouwtje -> religieus voorwerp. Wrs te maken met
vrouwen die zwanger waren of wilden worden. Goden vereren
om zwanger te worden. Gemaakt door jager-verzamelaars;
ongeveer 25.000 jaar geleden.
, Tijdvak 2: Grieken & Romeinen -> 3000 v. Chr. Tot 500 na Chr.
- Begint met het ontstaan van het schrift. De prehistorie stopt zodra het schrift begint.
In de vruchtbare halve maan beginnen de 1e mensen met schrijven. Mesopotamië.
- Stadsstaat -> kleine staat bestaand uit een stad. Bestond door een overschot aan voedsel.
- Mensen hebben elkaar nog veel nodig. Werken samen. Dieren temmen en dingen aan te leren
aan de dieren.
- Het graven van kanaaltjes tussen het land door. Irrigatie. Land
kon zo water krijgen en bleef vruchtbaar.
- Niet iedereen hoefde meer boer te zijn -> er ontstonden nieuwe
beroepen.
- Daardoor is het schrift ontwikkeld. Men moest dingen
opschrijven. Denk aan; ambtenaar, machthebber/ koning. Zo
krijg je de gelaagdheid in de samenleving. Op deze manier
ontstonden stadstaten, waarin mensen zich bezighielden met
allerlei taken die geen direct verband meer hadden met het
bewerken van het land.
- Eerst waren het afbeeldingen, daarna tekens en letters. Irrigatie
- Steen van Rosetta -> staan 3 verschillenden talen op. Schriften.
Nieuwe talen en schriften werden er ontdekt.
Waarom nu Griekenland?
- In de vruchtbare halve maan werd de grond uitgeput. Mensen gaan op zoek naar nieuwe grond.
Griekenland was een logische keuze; veel eilandjes, veel water. Mesopotamië bleef wel bestaan.
- 2 belangrijke stadstaten: Athene & Sparta. Elkaars tegenpolen.
o Sparta -> Militaristisch & veel oorlogen; kinderen werden op hun 7e
uit huis gehaald. Werden in internaten gestopt. Opgeleid tot
militair. Alles draaide om oorlog.
Monarchie -> Koning aan de macht.
o Athene: volk aan de macht; democratie. Demos = volk.
Cratos=macht.
Ontdekkers van wetenschap, filosofie, psychologie.
- Hopliet -> soldaat in volledige uitrusting.
- Falanx -> in een rij naast elkaar staan als soldaat.