Inhoud
Een kansrijke aanpak, empowerment als denk- en handelingskader - Jurriaan Omlo...........................2
Weten is nog geen doen, een realistisch perspectief op redzaamheid - WRR.......................................5
Piëzomethodiek...................................................................................................................................11
De Zelfredzaamheid-Matrix: hoe werkt het? - Movisie.......................................................................12
Tussen begrip en vernedering, sociale netwerk versterking in de praktijk – Femmianne Bredewold,
Loes Verplanke en Evelien Tonkens.....................................................................................................13
Uit de les 1 november..........................................................................................................................15
Uit de les 15 november........................................................................................................................16
Krachtwerk..........................................................................................................................................17
Mijn Pad..............................................................................................................................................22
Deelprogramma’s Rotterdam Groeit-beleidskader jeugd....................................................................22
Rapport wat werkt bij eigen regie – Movisie.......................................................................................23
Handboek werken in de wijk...............................................................................................................28
,Een kansrijke aanpak, empowerment als denk- en
handelingskader - Jurriaan Omlo
5.1 Ontkrachten van eigen kracht
Empowerment= niet 1 doel of methodiek maar een richtgeven denk- en handelingskader
om sociale problemen van maatschappelijk kwetsbare groepen te begrijpen en om
passende interventies te ontwikkelen. Ook hebben voor kracht van kwetsbaren om invloed
uit te oefenen op hun leven.
Empowerment= als mensen in een kwetsbare positie beschikken ook competenties hebben
om veranderingen te realiseren, regie daarover te voeren en eigen maatschappelijke positie
te verbeteren.
Eigen kracht= nadruk op verantwoordelijkheden, talenten en mogelijkheden van individuen,
empowerment vraagt om erkenning voor kwetsbaarheid en sociale afhankelijkheid van
mensen en heeft oog voor de impact van maatschappelijke factoren.
Empowermentmodel= krachtenperspectief dat gezondheid, welzijn en krachten centraal
stelt, maar wel zonder de kwetsbaarheid en afhankelijkheid van mensen uit het oog te
verliezen.
5.2 Drie lagen van empowerment
Binnen Wmo is empowerment speerpunt geworden, deze beoogt zelfredzaamheid,
participatie, maatschappelijke betrokkenheid en sociale samenhang versterken.
Verschil met vroeger is dat nu verwacht wordt van burgers dat ze in eerste instantie hun
problemen zelfstandig oplossen of met behulp van hun netwerk.
3 niveaus van Regenmorel (van empowerment):
5.2.1 Individueel niveau (micro)
Eigen regie, aanspreken van eigen kwaliteiten, ontwikkelen van vaardigheden,
zelfvertrouwen, zelfbewustzijn, stimuleren maatschappelijke participatie.
Zelfhelpend vermogen= op eigen gelegenheid vragen en (levens)problemen oplossen, evt.
met informatie via boeken, folders en internet.
Psychologisch kapitaal= mate waarin mensen beschikken over wilskracht, volharding en
creativiteit in het omgaan met moeilijke levensomstandigheden.
5.2.2 Collectief niveau (meso)
Aanwenden van krachtbronnen in eigen omgeving en bevorderen van zelforganisatie in
zelfhulp in de sfeer van lotgenoten. Eigen problemen met anderen aanpakken.
Sociaal kapitaal= mate waarin mensen over een sociaal netwerk beschikken.
5.2.3 Politiek-maatschappelijk niveau (macro)
2
, Vergroten van macht om veranderingen door te voeren die verder reiken dan het eigen
leven, denk aan lokale campagnes, beïnvloeden van sociale wet- en regelgeving. Dit is
afhankelijk van het maatschappelijk kapitaal= is er de mogelijkheid zich te uiten of heerst er
handelingsverlegenheid. Bijv. ouderenbonden, gehandicaptenorganisaties en
belangengroepen.
5.3 Drie nieuwe opgaven voor sociaal werkers
Empowermentbenadering= de professional verbeterd de negatieve kenmerken van een
situatie door op zoek te gaan naar positieve elementen. 3 opgaven:
5.3.1 Het versterken van het psychologisch kapitaal door het bevorderen van eigen regie
Outreachend werken wordt benadrukt. Ook ongevraagde hulp is daarbij nodig. Zorgmijders
en zorgmissers worden anders niet bereikt. Deze manier van werken is bewezen effectief.
Bij empowerment van groepen gaat het om mensen die enkele kenmerken delen of een
gezamenlijk belang hebben.
Empowerment van individuen gaat nog vaker gepaard met intensievere interventies.
Doel is het bewegen van mensen om hun leven (weer) in eigen handen te nemen door
uitbreiden keuzemogelijkheden. Rol van professional is coachend: voorzien van advies en
hulpmiddelen maar niet onnodig sturen. Soms is regisserende rol meer gepast.
5.3.2 Het versterken van het sociaal kapitaal door het aanwenden van krachtbronnen in
de eigen omgeving.
Anderen zijn nodig om empowerment mogelijk te maken, omgeving kan dat proces namelijk
stimuleren. Taak van professional: contexten creëren waarbinnen empowermentprocessen
kunnen groeien, het uitzoeken van netwerk en vrijwilligers in de wijk. Sociaal werkers als
maatschappelijk ondernemer.
5.3.3 Het versterken van het maatschappelijk kapitaal door het vergroten van macht om
verandering door te voeren
Om empowerment duurzaam te doen slagen is invloed uitoefenen op het maatschappelijke
klimaat van wezenlijk belang, omdat het ruimte creëert voor groepen in kwetsbare posities
om eigen invulling te geven aan het leven. Acceptatie van ‘anders zijn’ moet worden
vergroot, uitsluitingsprocessen moeten worden tegengegaan. Investeren in verlagen
drempels, faciliteren van ontmoeting en versterken van positie van cliëntorganisaties,
belangenbehartiging , doelgroepen zelf laten meedenken en meebeslissen bij
beleidsmaatregelen.
3