Samenvatting Handboek Werken in de Wijk
Jean Pierre Wilken & Anne-Marie van Bergen
Inleiding
Transformatie gaat over de kwaliteit van leven
Raf Janssen
Kwaliteit van zorg is het doel van het sociaal domein. Kwaliteit van leven is nodig als aanvulling, deze
overkoepelt de doelstelling. Dit heef ingriipende consequentes van alle spelers in het sociaal
domein. De transformate wordt erdoor daadwerkeliik in gang gezet.
Bevorderen van de kwaliteit van leven is de primaire doelstelling van het denken en doen in het
sociaal domein (overkoepelende en sturende aanvulling beleid en uitvoering). De gangbare
doelstelling is gericht op het borgen van de kwaliteit van de zorg, hulp en dienstverlening door
kwanttateve en meetbare criteria. Gericht om verleende zorg te sturen en te toetsen
(uitvoeringsvoorschrifen en protocollen). Deze kunnen het dageliikse handelen van professionals
ondersteunen. Beleid wordt geformuleerd door afzonderliike beleidsafdelingen die problemen en
situates in kaart brengen.
Waarom aanvullende doelstelling?
Zowel leden van gemeenschappen als medewerkers van de gemeente en cliënten ervaren dat
kwalitatef goede zorg. Doe vanuit voorschrifen en beleid geleverd wordt, lang niet altid past bii de
vraag of situate. Beleid kan niet geformuleerd worden los van degenen die het moeten uitvoeren
(professionals) en degene die het ontvangen (cliënten).
Wat is kwaliteit van leven?
Burgers hebben afzonderliik eigen ervaringen en gezamenliike ervaringen. Beide ervaringen moeten
in kaart worden gebracht. Deze beide aspecten worden gevat onder de aanduiding overkoepelende
aanvulling.
Kwaliteit van leven heef betrekking op alle levensdomeinen. Instantes die zich laten leiden door de
kwaliteit van zorg nemen enkele levensdomeinen. Dat is hun doel.
Kwaliteit van leven plaatst de individuele burger ook in de samenhang van het collectef waarvan hii/
zii deel uit maakt. Ze overstigt de individuele autonomie.
Deze inzichten geven sturing aan het denken en doen van burgers, professionals, instellingen,
overheden en gemeenschappen. Burgers ontwikkelen zich tot createurs, vormgevers van hun eigen
leven.
De sturende kracht van de kwaliteit van leven nodigt instellingen en overheden uit om zich te
oriënteren op waarden in plaats van op smal geformuleerde doelen.
Transformaties
a. De socialisering van het individu
Er bestaan geen losse individuen, een individu staat altid in relate tot anderen. Veel meer
aandacht en steun voor vriiwillige associates, vitale gemeenschappen en sociale coöperates
waarin mensen samenwerken om zich als individu autonomer te kunnen ontplooien.
b. Beleidsvorming ondersteboven keren
Beleidsmensen bevragen de geleefde werkeliikheid van mensen en in dialoog met burgers en
uitvoerders ontwikkelingen binnen de leefwereld benoemen en kritsch op hun begrip
brengen. Er wordt afgestapt van het van boven af bedenken van beleid.
c. Cliëntenpartcipate omvormen tot co-create
, Beleid wordt geschapen in dialoog, samenspraak en samenwerking met burgers,
ondernemers en verenigingen. Ook is er sprake van meespraak: raden, overleggen,
betrokken instellingen en de gemeente ziin netwerkpartners die samen beleid vormen,
uitvoeren en ontwikkelen.
d. Stop instrumentalisering van burgerinitateven
De systeemwereld is nog steeds heel sterk gericht op beheersen en controleren in plaats van
op ontwikkelen en vertrouwen.
Stap voor stap worden professionals losgeweekt van hun eigen instellingen. Beroepskrachten kriigen
ruimte om in kritsche samenspraak met burgers mee te bewegen vanuit het verlangen naar kwaliteit
van leven.
Hoofdstuk 1
De wijk in! Op weg naar nieuwe vormen van zorg, ondersteuning en samenspel
Jean Pierre Wilken
1.2: Hervorming van het sociale stelsel
1 ianuari 2015 – vier nieuwe weten:
1. Wet maatschappeliike ondersteuning (Wmo)
2. Jeugdwet
3. Partcipatewet
4. Wet langdurige zorg (WLZ)
De eerste drie weten worden uitgevoerd door de gemeente.
Omslag van verzorgingsstaat naar partcipatesamenleving.
De verzorgingsstaat garandeerde verzorging van wieg tot graf. Er werden echter keerziides zichtbaar:
- Zorgaanbod creëerde zorgvraag. Aantal gebruikers nam toe;
- Enorme tid en geld verslindende bureaucrate, inwikkelde weten;
- Doorgeschoten medicalisering en professionalisering, de burger had weinig te zeggen over
de zorg;
- Kosten werden onbeheersbaar hoog.
Focus op verzorging en bescherming.
Hervormingen werden gevoed door maatschappeliike en fnanciële overwegingen.
Er vond een overheveling plaats van het riik naar gemeenten. Lokale samenhang werd gecreëerd
tussen de domeinen wonen, welziin, zorg, inkomen, onderwiis en werkgelegenheid.
Decentralisate ging gepaard met budgetkortng van 25%. Grootste bezuiniging in de afgelopen 50
iaar!
1.3: Transitie en transformatie
Het transiteproces heef met structuurveranderingen te maken. Het gaat om kantelingen in het
stelsel (wiizigingen in regels, weten, fnanciën) en de decentralisate van taken naar de gemeenten.
Het transformateproces heef met cultuurverandering en inhoudeliike vernieuwing te maken, een
kanteling naar supportgericht en partcipatef. Dit vraagt ook ander gedrag van professionals.
4 lokale opgaven die samenhangen met het transformateproces:
1. Visievorming in de gemeente;
2. Vormgeving van een nieuw lokaal samenspel;
3. Samenstellen van een nieuw aanbod;
, 4. Implementate van een nieuwe werkwiize.
1.4: Kantelingen
Het geheel aan nieuwe uitgangspunten wordt de kanteling genoemd.
Kantelpunten:
- Van centrale naar lokale regelgeving en uitvoering;
- Van regie bii de professional naar regie bii de cliënt;
- Van isolement naar partcipate;
- Van individu naar sociaal netwerk.
Kantelingsproces op meerdere niveaus!
- Algemeen niveau: van verzorgingsstaat naar een partcipateve samenleving;
- Uitvoeringsniveau: van aanbodgestuurd naar dialooggestuurd en betekenisgericht werken.
Het gaat hier om wensen en behoefen van burgers, mogeliikheden en welke professionele
inzet en welke hulpmiddelen/voorzieningen nodig ziin. Eigen kracht en eigen motvate is
belangriik voor duurzame oplossingen.
1.5: Informele inzet is krachtigg maar kan ook kwetsbaar zijn
Zelfulp
Zelfregie
Eigen kracht
De fnanciering van zorg is gebaseerd op de mate van zelfredzaamheid, wat ie zelf kunt moet ie zelf
doen.
Zelfredzaamheidsmatrix: Er wordt een drietrapsraket gehanteerd. Eerst gaat het er om wat iemand
zelf kan, dan wat mensen uit nabiie omgeving kunnen betekenen en als laatste welke professionele
hulp nodig is.
Inzet professionals zal afnemen – ‘caring community’.
Kantekeningen:
- Worden kwetsbare burgers meer zelfredzaam als zii eigen verantwoordeliikheid moeten
nemen en hun informele netwerken moeten aanboren?
- Wat als beperking het onmogeliik of moeiliik maakt?
- Te veel op schouders van mantelzorgers?
- Te gemakkeliik uitgaan van vitaliteit van sociale netwerken?
- Zorgpartcipate – gedwongen partcipate?
- Actvering van informele zorginzet heef niet altid zin.
1.6: Naar de wijk
Zorg op een ander schaalniveau – dicht bii huis, in dorpen, buurten en wiiken. Voor
welziinsorganisates heef dit minder consequentes.
Grote uitdaging om goed samen te werken en integreren in nieuwe multdisciplinaire wiik- en
buurteams.
Grote verandering in het sociaal werk:
- Minder professionals kunnen worden ingezet (minder budget);
- Gespecialiseerde of intensief langdurige hulpverlening kriigt andere samenwerkingspartners
en richten zich om systemisch samenwerken (kleinste verandering);
- Ambulante basiszorg organiseren zich in geïntegreerde teams (grootste verandering). Men
gaat uit van de T-shaped professional, breed generalistsch inzetbaar en een eigen
specialisme. De teams werken interdisciplinair met een gebiedsverantwoordeliikheid.