Samenvatting HANDELINGSGERICHT WERKEN
Hoofdstuk 2 – Uitgangspunten handelingsgericht werken
Handelingsgericht werken gaat over goed onderwijs, met als doel de kwaliteit en de
leerlingbegeleiding te verbeteren.
Hoe bevorderen we het schoolplezier, welbevinden, motivatie, leeropbrengsten, sociale
competenties en een soepele overgang naar het voortgezet onderwijs?
Hoe realiseren we schoolsucces voor alle leerlingen?
Hoe zorgen we ervoor dat zij zich conform hun capaciteiten en talenten ontwikkelen?
Deze uitgangspunten komen uit de theorie over de leer- en sociaal-emotionele ontwikkeling
van kinderen en wetenschappelijk onderzoek naar effectief pedagogisch didactisch
handelen, maar ook uit de succesvolle ervaringen uit de praktijk.
Een bron van inspiratie zijn ontwikkelingen in onderwijsbeleid en maatschappij.
HGW is een ideaalmodel, een na te streven werkwijze.
Feed-up: Wat van HGW spreekt ons aan? Welke doelen willen we er mee bereiken? Wat zien
en horen we als deze doelen zijn behaald?
Feed-back: Hoe dicht bij onze doelen zijn we al? Wat hebben we al bereikt?
Feed-forward: Wat kunnen we doen om nog dichter bij onze doelen te komen?
De zeven uitgangspunten
1. HGW is doelgericht Zonder doelen, geen koers en geen waardevolle feedback
- Ambitieuze doelen en effectieve feedback zijn belangrijke kenmerken van goed onderwijs.
- Hoge verwachtingen voor taal, lezen, rekenen, werkhouding, leren-leren en sociaal-
emotioneel functioneren bevorderen de kwaliteit van het onderwijs.
- De doelen zijn zo SMARTI mogelijk. Specifiek, Meetbaar, Ambitieus, Realistisch,
Tijdgebonden, Inspirerend.
- Het visualiseren van doelen en vooruitgang is zeer effectief, het geeft leerlingen grip op hun
leerproces en leerkrachten geeft het zicht op de impact van hun aanpak.
o Doelen zijn voor de gehele school
o Voor iedere groep formuleert de leerkracht heldere doelen
2. Het gaat om wisselwerking en afstemming Verandert de leerkracht, dan verandert
de leerling… en omgekeerd.
- Kinderen ontlokken reacties bij hun leerkrachten, medeleerlingen, ouders, broers/zussen
en vrienden en beïnvloeden daarmee indirect weer zichzelf. Beiden veranderen als gevolg
van interacties.
o Ongunstige factoren in het kind en omgeving belemmeren de ontwikkeling.
o School en ouders hebben elkaar hard nodig voor succesvol onderwijs.
o Match = de mate waarin een aanpak van docent of ouder past bij de
behoeften van een kind.
o Hoe zwakker de match, hoe meer problemen.
o Praten en observeren van wisselwerking en afstemming vormt een belangrijk
onderdeel van HGW.
,3. Onderwijsbehoeften staan centraal Van ‘wat een kind heeft of is’ -> ‘wat een kind
nodig heeft om…’
- Onderwijsbehoeften geven aan wat een leerling nodig heeft om een doel te behalen.
- Het ombuigen van probleemgericht denken naar oplossingsgericht handelen biedt
perspectief.
- Passend onderwijs staat voor maatwerk.
o Bij het in kennis brengen van de onderwijsbehoeften zijn de kennis en
ervaring van alle betrokkenen waardevol: de leerkracht, intern begeleider,
taal/reken/gedragsspecialist, schoolpsycholoog/orthopedagoog, ouders en
ook het kind zelf.
o Om het doel te behalen, heeft dit kind nodig: een bepaalde pedagogische
aanpak van ouders, type uitleg, opdrachten, activiteiten, materialen,
omgeving, feedback, broertjes/zusjes, ouders of familieleden die…
4. Leerkrachten maken het verschil, ouders doen er evenzeer toe Leerkrachten
maken het onderwijs passend, ouders ondersteunen dat.
- Van alle onderwijsprofessionals hebben leerkrachten de meeste invloed.
- Leerkrachten maken vooral verschil voor de leerling die extra ondersteuning nodig
heeft.
o Effectieve leerkrachten behandelen niet alle leerlingen op dezelfde manier.
o Een warme hechte relatie met leerkracht biedt leerlingen emotionele
ondersteuning en veiligheid.
o Het is de leerkracht die het onderwijs passend maakt.
o Ondersteuningsbehoeften van leerkrachten verschillen.
o Ouders hebben ondersteuningsbehoeften.
o Ouders verschillen in wat ze nodig hebben om het onderwijs aan hun kind te
ondersteunen.
5. Positieve aspecten van leerlingen, leerkrachten en ouders zijn van groot belang
Aandacht voor positieve aspecten beschermt tegen pessimisme.
- Talenten, kwaliteiten en interesses zijn goud waard.
o Focus je alleen op de problemen en risico’s, dan zie je de positieve aspecten
over het hoofd.
o De hoeveelheid positieve aspecten zegt iets over de mate van ernst.
o Hoe meer zorgen er zijn, hoe meer je je – vaak onbewust- focust op wat niet
goed gaat.
o Positieve aspecten expliciet benoemen, komt de sfeer in een gesprek ten
goede.
o Er worden ambitieuzere doelen voor leren en gedrag geformuleerd wanneer
de positieve aspecten hierbij worden betrokken.
o Positieve aspecten zijn te benutten in onderwijs- en opvoedbehoeften van
leerlingen en de ondersteuningsbehoeften van leerkracht en ouder.
6. Betrokkenen werken constructief samen We praten vooral mét elkaar en zo
weinig mogelijk óver of tégen elkaar.
- Samenwerken met collega’s, leerlingen, ouders en externe deskundigen is een
essentieel kenmerk van professioneel handelen.
o Het internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK) stelt dat alle
kinderen, ongeacht leeftijd, het recht hebben om actief te participeren in een
proces waarin zij de hoofdrol spelen.
, o Geen éénrichtingsverkeer maar een dialoog.
o Kinderen weten dingen die hun leerkrachten en ouders niet weten.
o Kinderen hebben een waardevolle bijdrage aan hun leerproces.
o Ouders zijn ervaringsdeskundige over hun kind.
7. De werkwijze is systematisch en transparant We zeggen wat we doen en we doen
wat we zeggen.
- Planmatig werken kenmerkt professioneel handelen.
- Planmatig werken vergt een stapsgewijze structuur die het team houvast geeft.
Hoofdstuk 3 – Goed onderwijs
Kenmerken van goed onderwijs en effectieve pedagogisch-didactische aanpakken.
Het basisaanbod: Goed onderwijs voor alle leerlingen
Goed onderwijs heeft betrekking op didactische én pedagogische vaardigheden. Er is
samenhang tussen het sociaal-emotionele functioneren en het cognitieve potentieel. Er is
veel onderzoek gedaan naar cognitie, motivatie en emotie. Deze zijn verbonden.
Goed onderwijs heeft hierbij een preventieve werking, mits er sprake is van een veilige en
uitdagende leeromgeving, afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerling.
Pedagogische en didactische werkwijzen versterken elkaar.
De functies van school:
- Normen en waarden
- Kennis en vaardigheden opdoen
- Cultuuroverdracht
- Voorbereiding rol als burger in maatschappij
- Ontwikkelen van actieve, betrokken, zelfstandige en verantwoordelijke rol in
samenleving
- Socialisatiefunctie, met normatieve basis
- Emancipatorische taak, compenseren voor ongelijkheid, zorgen voor gelijke kansen
- Zowel een voorwaarde voor als het resultaat van het culturele peil en het
beschavingsniveau van een land
Wetenschappelijk onderzoek = research-based
Ervaringen van onderwijsprofessionals = practice-based
Opvattingen, voorkeuren en ervaringen van betrokkenen = opinion-based
Normen en waarden = value-based
Evidence-informed (i.p.v. evidence-based)
Onderzoeksresultaten helpen onderwijsprofessionals om het leerproces van leerlingen beter
te begrijpen en om de kwaliteiten van het onderwijs te verbeteren. Het is belangrijk dat
leerkrachten op de hoogte zijn en hun kennis kunnen benutten in hun lesgeven, om het
leren van hun leerlingen te kunnen optimaliseren. Zij kiezen efficiënt, maken methoden
zichzelf eigen, en evalueren voortdurend de effecten van hun aanpak.
Onderzoekers als Marzano, Mitchell en Hattie zeggen dat de onderwijskwaliteit verhoogd
kan worden door ineffectieve interventies te vervangen door effectieve. Dit is vastgesteld
door meta-analyses (= vat de kwantitatieve resultaten van vergelijkbare studies samen).
, * Een studie van Marzano laat zien dat een sterkere school hogere resultaten op toetsen bij
leerlingen geeft. Ook laat dit het verschil tussen een ineffectieve en een effectieve leerkracht
zien. Marzano zegt: Binnen een school hebben leerkrachten de meeste invloed op
schoolsucces, met name op hen die extra begeleiding nodig hebben.
De kenmerken van een effectieve leerkracht:
- Duidelijke routines en regels in de klas
- Adequaat omgaan met ongewenst gedrag
- Positieve leerkracht-leerling-relatie
- Juiste mentale instelling van de leerkracht
- Goede instructeurs en sprekers
- Vriendelijk, behulpzaam en sympathiek enz.
- Goed klassenmanagement:
o Erbij zijn. Snel handelen bij probleemgedrag, ogen in achterhoofd.
o Emotionele stabiliteit
- Hanteert straffen naar persoon. Bij de een is dit een uitbrander, bij de ander een
vriendelijke herinnering
* Een studie van Hattie analyseerde wat bijdraagt aan succesvol leren.
- De leerling (50%)
- De leerkracht en haar handelen (30%)
- De ouders, thuis en de omgeving (7%)
- De school, het curriculum en de schoolleider (7%)
- De klasgenoten (6%)
* Met zijn boek beoogt Mitchell leerkrachten en de professionals die hen adviseren sterker
te maken in het lesgeven aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, of dat nu
gebeurt in een reguliere klas of een specifieke onderwijssetting.
Enkele strategieën die bijdragen aan beter onderwijs:
- Coöperatief leren in groepen: leren van en met elkaar
- Peer-tutoring: een andere leerling als maatje of buddy inzetten voor extra hulp
- Ouderbetrokkenheid en ondersteuning van ouders bij het realiseren van
onderwijsondersteunend gedrag
- Cognitieve-strategie-instructie, zoals visualisatie, voorspellen en toetsen
- Geheugenstrategieën, zoals ezelsbruggetjes en chunking (stof in kleine stukjes
opdelen)
- Oefen en herhaal: 6x10 minuten is beter dan 1x1 uur
- Gedragsmatige aanpak, zoals een ABC-analyse in de context
- Formatieve assessment en feedback, tijdens het proces
- Optimale fysieke omgeving: lokaal, luchtkwaliteit, geluid, licht
- Klasklimaat, zoals veiligheid, onderlinge betrokkenheid, positieve relaties tussen
leerlingen onderling en tussen leerkracht en leerlingen
Goede instructie heeft de volgende kenmerken:
- De doelen van de les zijn bekend.
- Leerlingen moeten niet alleen weten wat ze leren en waarom, ze moeten ook weten
hoe dat zich verhoudt tot wat ze al weten.
- Een goede instructie sluit niet alleen aan bij de voorkennis maar ook bij de
ervaringswereld en interesses van leerlingen en de actualiteit.
- Goede instructie is stapsgewijs opgebouwd.