Chronische pijn
Alles in zwart komt uit de PowerPoints.
Alles in donkerblauw zijn de extra opmerkingen onder de powerpointslides.
Alles in lichtblauw is gezegd in de les.
Alles in donkerrood is aanvulling uit het de literatuur.
Alles in blauw gemarkeerd is een voorbeeld.
Alles in geel gemarkeerd zijn vragen.
Inhoudsopgave
Bijeenkomst 1: introductie chronische pijn ........................................................................... 1
Bijeenkomst 2: pijnrevalidatie bij chronische pijn ............................................................... 14
Bijeenkomst 3: aspecifieke lage rugklachten ....................................................................... 27
Bijeenkomst 4: belasting belastbaarheid ............................................................................. 36
Bijeenkomst 1: introductie chronische pijn
Fysiologie en psychologie van pijn
WAT IS PIJN?
• Wat is volgens jullie de definitie van pijn?
• International Association for the Study of Pain (IASP) (1986):
• “Pijn is een onaangename, sensorische en emotionele ervaring, die gepaard gaat met
feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging of die beschreven wordt in termen van een
dergelijke ervaring.”
Omschrijving van pijn
Type pijn
• Stekende pijn, scheurende pijn, kloppende pijn, scherpe pijn, brandende pijn, schrijnende
pijn, doordringende pijn
Hevigheid
• Lichte ongemak tot onhoudbare pijn
Patroon
• Kortdurende pijn, intervallen, voortdurende pijn
1
, Soorten pijn: omschrijving in de geneeskunde
• ACUTE PIJN
• Na een verwonding
• Vaak enkele minuten
• Korter dan drie tot zes maanden
• Verdwijnt zodra beschadigde weefsel is genezen
• Ook herhaaldelijke perioden van pijn (bijv. migraine)
• CHRONISCHE PIJN
• Houdt langer aan dan drie tot zes maanden
• Begint meestal met een periode van acute pijn die in de loop van de tijd niet
overgaat.
• Indeling:
→ Pijn met aanwijsbare oorzaak
→ Pijn zonder aanwijsbare oorzaak
Wat zijn voorbeelden van acute pijn vs. chronische pijn?
Voorbeelden acute pijn: kiespijn, pijn na sportincident, ...
Klassiek model over pijn en pijnbeleving (Loeser,
2000)
• Chronische pijn
• Gevolgen na drie maanden steeds meer
zichtbaar
• Model Loeser
• Cirkels van verschillende grootte.
• Omgekeerd kan ook.
Chronische pijn; langer dan drie maanden. Na deze
periode worden de gevolgen ook steeds meer zichtbaar.
John Loeser een Amerikaanse pijnspecialist, stelde een klassiek model op over pijn en pijnbeleving.
Allereerst is er de pijnlijke prikkel, de nocicepsis. Vervolgens ontstaat er pijn. Dit wordt gevolgd door
het 'lijden aan pijn' en de omzetting van dit lijden in gedrag. Loeser gaf dit weer in cirkels van
verschillende grootte. Zo kan de pijnprikkel een heel klein cirkeltje zijn en het gedrag heel groot. Ook
het omgekeerde kan voorkomen.
Nociceptie
• Pijnzintuigen registreren de pijnprikkel.
• Lichamelijk proces waarbij men zich nog niet bewust is van de pijn.
• Voorbeeld:
• Kapotte tussenwervelschijf (hernia)
Nociceptie: pijnzintuigen registreren de pijnprikkel->De eerste cirkel representeert de (dreigende)
verwonding waarin pijnprikkels omgezet worden in zenuwsignalen. Dit is een lichamelijk proces, men
is zich op dit moment nog niet bewust van de pijn. Dit wordt de nocicepsis genoemd.
2
,Pijngewaarwording
• Het vermogen om de weefselbeschadiging waar te nemen.
• Het resultaat van de verwerking van de hersenen dat de pijnprikkel uit cirkel 1 is
aangekomen.
• Bijv. signaal van beschadiging in tussenwervelschijf bereikt de hersenen; je voelt de pijn.
Pijngewaarwording: het vermogen om de weefselbeschadiging waar te nemen-> signaal van bijv.
een geklemde vinger bereikt de hersenen. U voelt de pijn. Dit is het resultaat van de verwerking van
de hersenen dat de pijnprikkel uit cirkel 1 aangekomen is.
Pijnbeleving
De emotionele pijnbeleving zoals verdriet, eenzaamheid, angst.
• “Het lijden van de pijn”.
• Ervaart volgens jullie iedereen dezelfde pijn?
• Welke factoren volgens jullie spelen een rol bij de beleving van pijn?
Pijnbeleving: de vaak negatieve emoties die de pijn oproept-> het lijden van pijn; de emotionele
pijnbeleving. De negatieve affectieve kwaliteiten van pijn, zoals verdriet, eenzaamheid, angst.
Hoe sterk ervaart men de pijn en hoe lang ervaart men de pijn zijn vragen die hierbij bij beantwoord
kunnen worden. Welke aspecten volgens jullie? Opschrijven op bord.
Pijnbeleving- factoren die een rol spelen bij pijnbeleving
Eerdere pijnervaringen
Stemming
Aandacht aan de pijn
Cognities over de pijn
Gezins-en werkomstandigheden
Geslacht
Persoonlijkheid
Coping-stijl
Cultuur
Perceptie
Er is ontdekt dat een aantal psychologische factoren van invloed is op de beleving van pijn.
We zoomen in op de drie belangrijkste: stemming, aandacht en cognities.
Artikel personality
Pijngedrag
• Gedrag dat persoon vertoont om de pijn kenbaar maken aan de omgeving.
• Verbaal en non-verbaal
• Voorbeelden:
• Roepen “auw”, nemen van medicatie, niet meer kunnen lopen, niet kunnen werken, etc.
• Ook gevolgen voor sociale omgeving, zoals het niet meer kunnen vervullen van de sociale
rollen. Bijvoorbeeld als partner, ouder, werknemer.
Pijngedrag: Dit is het gedrag dat een persoon vertoont om de pijn kenbaar te maken aan de
omgeving. Dit kunnen non-verbale gedragingen zijn maar ook verbale uitingen. Zoals het niet meer
kunnen werken; het pijn lijden wordt omgezet in pijngedrag zoals roepen of medicatie innemen. Hier
3
, ontstaat er communicatie tussen de pijnlijder en de omgeving. Loeser gaf dit weer in cirkels van
verschillende grootte. Zo dan de pijnprikkel een heel cirkeltje zijn en het gedrag heel groot. Ook het
omgekeerde kan voorkomen.
Interactie sociale omgeving wordt negatief beïnvloed door de pijnklacht: men kan niet meer de
sociale rollen vervullen zoals men gewend was als partner, ouder en werknemer. De gevolgen
worden uiteindelijk waarneembaar binnen het dagelijks functioneren. Interactie tussen patiënt en
omgeving.
Vaak of regelmatig pijn hebben kan ertoe leiden dat u zich ernaar gaat gedragen. Dit betekent dat
alles wat u wel of niet doet door de pijn wordt bepaald. Zo kan een beslissing om wel of niet uit eten
te gaan of om te gaan sporten volledig afhankelijk zijn van de pijn. Ook de omgeving speelt een rol:
hoe reageren anderen? Door hun reacties kunnen ze pijngedrag onbewust beïnvloeden. De manier
waarop u met pijn omgaat kan veel invloed hebben op uzelf, op uw activiteiten en op uw sociale
contacten. Het kan leiden tot sociaal isolement, gebrek aan afleiding en beloning, minder
eigenwaarde, depressie, meer stress en spierspanning. Manieren van omgaan met onszelf en onze
omgeving leren we vaak al vroeg. Er zijn ook aangeleerde leefregels als ‘niet huilen’ en ‘gewoon
doorgaan’. Dan ligt overbelasting op de loer. De manier waarop omgegaan wordt met de pijn is vaak
niet helpend. (5)
ANATOMIE VAN PIJN
ZENUWEN
• Geleiden prikkels van hersenen naar spieren = motorische zenuw (‘efferente zenuw)
• Geleiden prikkels van zintuigen naar hersenen = sensorische zenuw (‘afferente zenuw)
Voor de geleiding van pijnprikkels zijn grofweg 2 verschillende typen nociceptoren verantwoordelijk:
(a) de A?-vezels voor (dreigende) weefselschade; deze geven signalen snel door, met circa 15 m/s; bij
het branden van je vingers aan een hete pan, trek je snel je hand terug, dankzij deze A?-vezels; (b) de
langzaam geleidende C-vezels, met een snelheid van < 2,5 m/s, zijn verantwoordelijk voor de
nazeurende pijn die in principe blijft bestaan totdat de weefselschade is hersteld. Dit laatste heeft
een fysiologisch belangrijk doel; door de pijn ontziet men het getroffen lichaamsdeel, wat de
genezing zal bevorderen.
De fysiologie van pijn
• https://www.youtube.com/watch?v=fUKlpuz2VTs
• (Dit is tentamenstof)
Onderdeel voor de toetsing! Uitleg over hoe een pijnprikkel verwerkt wordt door het CZS
Het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggemerg) is de centrale processor terwijl het perifere
zenuwstelsel zich uitspreidt over het hele lichaam om signalen uit sturen en op te vangen. Als je een
pijnprikkel voelt, voel je deze met de sensorische zenuwen. Deze sturen dan een signalen door naar
4