OEFENTENTAMEN
PERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE
Tilburg University
PSYCHOLOGIE Jaar 1
, VRAGEN
1. Welk van de volgende onderzoeken is een voorbeeld van idiografisch onderzoek?
a. De mate van samenhang bestuderen tussen narcisme en sociaal succes onder Amerikanen en
Nederlanders.
b. Het construeren van een vragenlijst voor het meten van sociabiliteit.
c. Het schrijven van een gevalstudie over Albert Einstein.
d. Het vergelijken van mannen en vrouwen op emotionaliteit.
2. Welk van de volgende antwoorden is correct? De drie niveau's waarop persoonlijkheid valt te
bestuderen zijn:
a. het niveau van de menselijke soort, het niveau van de cultuur, het niveau van het individu.
b. het niveau van de menselijke soort, het niveau van groepen, het niveau van het individu.
c. het niveau van de menselijke soort, het niveau van het individu, het genetisch niveau.
d. het niveau van het individu, het niveau van het geslacht, het niveau van decultuur.
3. Een vragenlijst kan enkel…
a. betrouwbaar zijn bij veranderende scores over de tijd heen.
b. betrouwbaar zijn wanneer deze ook valide is.
c. valide en betrouwbaar zijn wanneer de gezichtsvaliditeit voldoende is.
d. valide zijn wanneer deze ook betrouwbaar is.
4. Het type validiteit dat alle andere typen validiteit omvat, is…
a. construct validiteit (construct validity).
b. disciminerende validiteit (discriminant validity).
c. gezichtsvaliditeit (face validity).
d. predictieve validiteit (predictive validity).
5. Uit een studie bleek dat de aanwezigheid van woedeaanvallen in de kindertijd een voorspeller is van het
meemaken van een echtscheiding op latere leeftijd. Gegevens over het meemaken van een
echtscheiding zijn een voorbeeld van…
a. L-data
b. O-data
c. S-data
d. T-data
6. De beste manier om verschillen in Neuroticisme tussen mannen en vrouwen te onderzoeken is…
a. afhankelijk van wat je precies wilt onderzoeken.
b. de experimentele methode
c. de correlationele methode
d. een case-study design
7. Het model van de Big Five bestaat uit...
a. Onderdanigheid, Zorgvuldigheid, Extraversie, Aantrekkelijkheid, Neuroticisme.
b. Openstaan voor nieuwe ervaringen, Zorgvuldigheid, Extraversie, Aantrekkelijkheid, Neuroticisme.
c. Openstaan voor nieuwe ervaringen, Zorgvuldigheid, Extraversie, Altruïsme, Neuroticisme.
d. Psychoticisme, Extraversie, Neuroticisme, Sociabiliteit, Impulsiviteit.