WEEK 2 Soorten besluiten
Literatuur: Bestuursrecht I:
hoofdstuk 5 (Soorten besluiten) en
hoofdstuk 7.4 (Beslissingsruimte en beslissingsvrijheid)
Jurisprudentie:
ABRvS 27 dec. 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY7334 (Weekmarkt)
CBb 28 april 2015, ECLI:NL:CBB:2015:160 (Postwet)
ABRvS 14 jan. 2015, ECLI:NL:RVS:2015:58 (Beleidsregel IGZ)
ABRvS 18 nov. 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3510 (Gebiedsaanwijzing)
ABRvS 27 feb. 2019, ECLI:NL:RVS:2019:595 (Swimfun Joure)
Opdracht 1 (thuisopdracht)
Lees de uitspraken CBb 28 april 2015 en ABRvS 27 feb. 2019, en beantwoord de volgende vragen:
a. Waarom heeft de Wijzigingsregeling volgens het CBb een algemene strekking, maar heeft de
Subsidieregeling volgens de Afdeling geen algemene strekking?
Postwet:
Subsidie postverleners. Maar één postdienst, Post NL. Maar, ook andere postdiensten
zouden eraan verbonden worden. dus voor onbeperkt aantal rechtssubjecten: algemene
strekking. Belangrijkste r.o. 7. Betekent dus niet dat er nooit een andere Post NL zou komen
en het dan daarvoor zou komen te gelden. Deze moet zich hier ook aan houden. Open groep
personen, de groep kan immers groeien. Dat het in feite maar op één persoon gericht was,
ontneemt niet het algemene karakter aan het voorschrift.
De Wijzigingsregeling heeft een algemene strekking omdat het zich zonder nadere
normering voor herhaalde toepassing leent. Ook heeft de regeling betrekking op een
onbeperkte groep rechtssubjecten. Het dient dan ook te worden aangemerkt als algemeen
verbindend voorschrift.
Swimfun Joure:
Ging om sportschool met zwembad. Wilden hiervoor een subsidie, maar deze was niet
verleend. Gymnasion maakten bezwaar tegen besluit waarin aanvraag om subsidie werd
afgewezen. Belangrijkste vraag: is er sprake van een beschikking of algemeen verbindend
voorschrift? Belangrijk omdat je dan op basis van artikel 8:1 Awb beroep zou kunnen
instellen. Maar, artikel 8:3 Awb: niet tegen algemeen verbindend voorschrift of beleidsregel.
Belangrijkste r.o. 5.2. Hangt dus af of het was gericht tot meerderen, open groep gerichten,
of zoals in dit geval de conclusie was, in de regeling werd maar één zwembad genoemd
waaraan de subsidie werd verleend. Geen algemene strekking, dus was er sprake van een
beschikking.
De Subsidieregeling heeft echter geen algemene strekking. Het laat immers geen ruimte
voor subsidiëring aan anderen dan de stichting en is zo concreet, dat het algemeen karakter
hieraan wordt ontnomen. Verwijzen naar overeenkomsten heeft geen algemene strekking.
Het wordt dan ook aangemerkt als een beschikking en niet als algemeen verbindend
voorschrift.
b. Waarom is de ABRvS van oordeel dat de Subsidieregeling geen zelfstandige normstelling
bevat?
Kenmerkend voor een zelfstandige norm is dat de gestelde rechtsnorm zelfstandige
betekenis heeft en dus verder strekt dan tot het bepalen van de werkingssfeer van een al
bestaande algemeen verbindende rechtsnorm.
, Dit was nu niet zo bij de Subsidieregeling, omdat hiermee werd verwezen naar
overeenkomsten die met de stichting zijn gesloten. Het ging hier dus juist om het bepalen
van de werkingssfeer van een al bestaande rechtsnorm, waardoor de Subsidieregeling geen
zelfstandige normen bevat die zich voor herhaalde concrete toepassing lenen.
Zelfstandige norm kan een gebod of verbod inhouden, of toekenning van een recht.
Toekenning van een subsidie kan een recht zijn.
Opdracht 2 (thuisopdracht)
In de ‘Gebruiksverordening tweede woningen’ van de gemeente Veere staan de volgende
bepalingen:
Art. 1. Het is verboden een woning, gelegen in een door B&W aangewezen kern, te gebruiken of
laten gebruiken als recreatiewoning.
Art. 2. Het in artikel 1 bedoelde verbod is niet van toepassing op gebouwen die door B&W – gelet
op de bouwkundige constructie en hun grootte – als recreatiewoningen zijn aangewezen.
B&W wijzen begin november 2018 het historische centrum van Veere aan als kern in de zin van art.
1 van de verordening. Ilonka Tazelaar die na de dood van haar ouders eigenaar is geworden van het
ouderlijk huis, is niet blij met dat besluit. Aangezien zij zelf in Middelburg woont, verhuurt zij het
huis in Veere regelmatig aan Duitse vakantiegangers. Zij maakt daarom bezwaar tegen het besluit
van B&W. Tevens verzoekt ze B&W een mededeling als bedoeld in art. 2 te doen, omdat haar
woning zowel qua constructie als qua grootte volgens haar meer weg heeft van een recreatiewoning
dan de overige panden.
Op 10 december wordt haar bezwaar onder verwijzing naar art. 8:3 Awb -> instinker! niet-
ontvankelijk verklaard; tevens wordt haar verzoek om een mededeling als bedoeld in art. 2
afgewezen.
Vraag 2a Wat voor soort besluit is het besluit waarbij B&W het historische centrum van
Veere aangewezen?
Onder algemeen verbindende voorschriften wordt verstaan: een naar buiten werkende, voor de
daarbij betrokkenen bindende regels, uitgegaan van het openbaar gezag dat de bevoegdheid
daartoe aan de wet ontleent. Het eerste kenmerk hierbij is de algemene strekking. Het tweede
kernmerk is dat de norm verbindend is. Het derde kenmerk is dat het een zelfstandige norm bevat.
Heeft het besluit een algemene strekking? Dit is zo als geldt voor een open, voor uitbreiding vatbare
groep personen. Bepalend is of potentieel sprake is van een onbeperkte groep rechtssubjecten. Dat
het historische centrum van Veere wordt aangewezen als kern in de zin van het eerste artikel heeft
een algemene strekking, het verbod geldt dan immers voor iedereen.
Kent het besluit een zelfstandige normstelling? Dit is het geval als de rechtsnorm een zelfstandige
betekenis heeft en verder strekt dan alleen het bepalen van de werkingssfeer van een al bestaande
algemeen verbindende rechtsnorm. Door het historische centrum van Veere aan te wijzen ontstaat
het verbod zoals bedoeld in het eerste artikel. Een verbod is een zelfstandige norm.