Lesweek 1 Bron: Bekwaam, maar
wereldvreemd van I. Breetvelt
Hoog-functionerend autisme (HFA) = normaal begaafde volwassenen met
een autistische stoornis. Deze mensen beschikken over een normale of hoge
intelligentie, maar kampen met aanzienlijke beperkingen op sociaal gebied.
Volgens de DSM-IV zijn de kernsymptomen van autisme onder andere: gestoorde
sociale interactie, gestoorde communicatie en stereotiepe of rigide
gedragspatronen. Mensen met HFA manifesteren deze symptomen op een
specifieke manier.
- Gestoorde communicatie Het taalgebruik is weliswaar correct, maar
niet aangepast aan de communicatieve en situationele context. Zo wordt
hun communicatie vaak als te letterlijk en onhandig ervaren, en schiet de
afstemming op de situatie of op de gesprekspartner tekort. Dit leidt tot
wederzijds onbegrip en ongemakkelijke interacties.
- Gestoorde sociale interactie Ze hebben moeite met het begrijpen
van sociale situaties en conventies, wat kan leiden tot sociaal isolement of
zelfs pesterijen. Het sociaal afwijkende gedrag varieert van sterk in zichzelf
gekeerd zijn tot het benaderen van anderen op een indringende en
ongepaste wijze.
- Stereotiepe of rigide gedragspatronen Ze vallen vaak op door
rigide gedragspatronen en fixaties op specifieke interesses, wat hun
functioneren verder belemmert.
Cognitief
Bij Theory of Mind (TOM) ontbreekt bij mensen met HFA het vermogen om
gevoelens, gedachten en intenties aan anderen toe te schrijven. Het lukt niet
goed om andermans perspectief in te nemen. Dit onvermogen wordt treffend
aangeduid met de term ‘mindblindness’.
Bij Executieve functies ontbreekt het vermogen om zich af te sluiten voor niet
belangrijke omgevingsprikkels, plannen, organiseren van activiteiten, flexibiliteit
en automatiseren van handelingen.
Bij Centrale Coherentie (CC) ontbreekt het vermogen om informatie te
integreren tot een betekenisvol geheel en details van hoofdzaken te scheiden.
Daarnaast hebben zij een tragere informatieverwerking en vertonen zijn
weerstand tegen verandering.
Neuropsychologisch model en behandeling
Autisme wordt gezien als een ontwikkelingsstoornis van de hersenen, hoewel er
nog geen effectieve medische behandeling bestaat, kan begeleiding in de vorm
van sociale vaardigheidstraining en aanpassing van de omgeving helpen.
Trainingen richten zich op het verbeteren van communicatievaardigheden en
sociale interactie, waarbij gebruik wordt gemaakt van real-life scenario's en
rollenspellen. Er is ook aandacht voor het aanleren van metacognitieve
strategieën om de executieve functies te ondersteunen.
, Bron: Brein bedriegt van Peter Vermeulen
Hoofdstuk 9: Als gewoon toch een buitengewone benadering vraagt
Het gevaar van overschatting
Een belangrijke valkuil bij normaal begaafde mensen met autisme is
overschatting. Hun intelligentie maskeert vaak de autistische kenmerken,
waardoor hun beperkingen niet altijd opvallen. Dit leidt ertoe dat hulpverleners,
leraren of familieleden de moeilijkheden waarmee ze kampen onderschatten.
Mensen met autisme hebben een ongelooflijk gevoel voor rechtvaardigheid en
kennen geen uitzonderingen op de wet (hun denken is te zwart-wit).
Richtlijnen
Normaal begaafden met autisme hebben behoefte aan:
- Duidelijke structuur en voorspelbaarheid.
- Concrete en expliciete taalgebruik (hetgeen wat we bedoelen, maar niet
uitspreken moeten we wél gaan uitspreken).
- Voldoende informatieverwerkingstijd.
- Hulp in het leggen van verbanden tussen hun acties en de gevolgen
daarvan.
- Visuele ondersteuning.
- Gerichte vragen i.p.v. open vragen.
- Hulp in het leren van vaardigheden en de context waarin ze deze
vaardigheden kunnen toepassen.
- Leersituaties met behulp van simulaties i.p.v. rollenspellen.
- Positieve communicatiestijl zonder dwingende of negatieve taal.
- Ruimte om zelfstandige beslissingen te nemen.
- Informatie over hun autisme, zodat zij weten waarom ze anders zijn en hoe
dit hun leven beïnvloedt.
- Veilige, voorspelbare omgeving waarin zij zich kunnen ontwikkelen.
, Bron: De grabbelton van het autismespectrum van Corry Hellingman
Diagnostiek en classificatie
Diagnostiek is volgens Hellingman essentieel om een goed beeld te krijgen van
de problemen van een persoon. Het gaat niet alleen om het vaststellen van de
beperkingen, maar ook om het in kaart brengen van de mogelijkheden van de
persoon in kwestie. Voor psychiatrische stoornissen wordt wereldwijd
gebruikgemaakt van de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental
Disorders). Autisme en aanverwante stoornissen vallen binnen de categorie van
Pervasieve Ontwikkelingsstoornissen (POS). Deze stoornissen beïnvloeden
verschillende ontwikkelingsgebieden, zoals sociale interactie, communicatie en
verbeelding. In Nederland geven wij de voorkeur aan de term spectrum van
autistische stoornissen in plaats van pervasieve ontwikkelingsstoornissen.
Het Autismespectrum en subgroepen
Autisme is een spectrumstoornis, wat betekent dat het verschillende vormen en
gradaties kent. Binnen de DSM-IV worden verschillende subgroepen binnen het
spectrum van autistische stoornissen onderscheiden:
- Autistic Disorder (AD)(klassiek autisme): er is sprake van
beperkingen in sociale interactie (met name wederkerigheid),
communicatie en repetitief gedrag. Deze symptomen zijn zichtbaar voor
het derde levensjaar.
- Rett-syndroom en Desintegratiestoornis van de Kinderleeftijd: Dit
zijn zeldzame neurologische aandoeningen waarbij een aanvankelijk
normale ontwikkeling plotseling stopt of achteruitgaat.
- Syndroom van Asperger: Mensen met Asperger hebben een normale of
bovengemiddelde intelligentie en geen vertraging in de
spraakontwikkeling, maar vertonen wel problemen in sociale interacties en
vertonen stereotiepe interesses en gedrag.
- PDD-NOS (Pervasieve Ontwikkelingsstoornis Niet Anderszins
Omschreven): Dit is een restcategorie voor personen die niet volledig
voldoen aan de criteria van de andere stoornissen, maar wel ernstige
beperkingen hebben in sociale interactie of communicatie.
Autisme is een spectrum met drie gebieden, waarop de ontwikkeling verstoord
verloopt:
- stoornissen in de sociale interactie,
- stoornissen in de communicatie zowel verbaal als non-verbaal, en
- stoornissen in de verbeelding/her voorstellingsvermogen.
De stoornis in de sociale interactie kan onderscheiden worden in vier
verschillende verschijningsvormen:
- Aloof groep: een inalerte groep, die zich afzijdig houdt en sterk in zichzelf
gekeerd is.
- Passive groep: een passieve groep, die contact toelaat, maar zelf geen
initiatief neemt.
- Active but odd groep: deze personen zoeken spontaan en actief contact,
maar doen dit op een vreemde en claimende wijze (grillig gedrag).
- Over-formal, stilted groep: deze groep is stijf/houterig en formalistisch,
zij zijn overmatig beleeft en vormelijk.