Projectontwikkeling
Week 1: Inleiding projectontwikkeling (blz. 1-51)
H1: Historie, actualiteit en trends
De projectontwikkelaar brengt, grond, geld, gebruikers en kennis bij elkaar om een bouwwerk te
realiseren. Hij doet dat voor eigen rekening en risico. Doel: het realiseren van het project en het
maken van winst. Hij is uiteindelijk verantwoordelijk voor alle besluiten (ook financieel) en
aanspreekbaar op het eindresultaat. Als professioneel opdrachtgever voor een project is het zijn taak
om de markt te kennen en de maatschappelijke vraag te vertalen in een project. Hij vormt het
geheugen van het project en kent het complete dossier. Projectontwikkelaar zijn is veeleisend.
Typen:
1. Zelfstandig projectontwikkelaar
2. Projectontwikkelaar gekoppeld aan een financiële instelling (bijv. van een bank)
3. Ontwikkelend bouwer (onderdeel van een bouwbedrijf)
4. Ontwikkelend belegger (onderdeel van beleggers)
5. Ontwikkelend woningcorporatie
6. Gedelegeerd projectontwikkelaar (krijgt opdrachten van derden)/ fee-ontwikkelaar
7. Ontwerpend of adviserend projectontwikkelaar (bij projecten voor particuliere
opdrachtgevers nemen architecten soms de rol op zich van projectontwikkelaar)
8. Projectontwikkeling als afgeleide activiteit (bedrijven die vastgoed realiseren t.b.v. hun
kernactiviteit, bijv. omdat zijzelf in detailhandel actief zijn)
Deelmarkten: woningen, kantoren, winkels, bedrijfsruimten en overige gebouwen. Deelmarkten en
verschillende typen eindgebruikers geeft iedere sector een eigen dynamiek en opgave.
Verder is er onderscheid tussen nieuwbouw & transformatie en buiten stedelijk & binnenstedelijk
gebied.
H2: Professionalisering en integriteit
De NEPROM is de vereniging van projectontwikkelaars. De leden zij professionele opdrachtgevers
van vastgoedprojecten. Een Commissie Professionalisering ziet toe op de invulling van het blijven
voeden van de professionaliteit door NEPROM. Het voorziet ook in onderwijsactiviteiten en
bevorderd samenwerking tussen overheid en projectontwikkelaars.
De projectontwikkelaar moet expertise, netwerk (relatie) en organisatie met elkaar verbinden.
Ondernemingen die lid willen zijn van de NEPROM moeten van aantoonbaar goed gedrag zijn. Leden
zijn aanspreekbaar op drie kernwaarden: zorgvuldigheid, integriteit en maatschappelijke
verantwoordelijkheid. De NEPROM Gedragscode maakt duidelijk aan welke regels de leden zich
moeten houden, een onafhankelijke commissie ziet hierop toe. De Commissie Gedragscode zorgt
ervoor dat er geleerd kan worden van de integriteitskwesties en dilemma’s die zich voordoen binnen
de branche.
De organisatie moet voorbeeldgedrag tonen, van voldoende omvang zijn, beschikken over
professionele werknemers die hun taak aankunnen en beschikken over een bedrijfsspecifieke
gedragscode (incl. bijv. beleid t.a.v. melden van overtredingen).
Vooraf moet een onderneming beleid formuleren over de markten en producten waarop de
onderneming actief wil zijn. Functiescheiding van belang: degene die het werk beoordeelt, kan niet
dezelfde zijn als degene die voor de betaling zorgdraagt.
,Besluitvorming vindt plaats o.b.v. beslisdocumenten/investeringsvoorstellen. Dit wordt vastgelegd in
transactieregister, evenals antecedentenonderzoek.
Voor samenwerkingsverbanden wordt een eigen Administratieve Organisatie/Interne Controle
(AO/IC) geschreven, om te voorkomen dat onduidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is en hoe de
geldstromen lopen.
H3: Verantwoording en leeswijzer
Perspectieven projectontwikkeling: als werkveld (Macroperspectief), professie (Meso) en
bedrijfsmatige activiteit (Micro): dit moet hij met elkaar in verbinding brengen om waarde te
creëren.
Projectontwikkeling: een professional die meerdere rollen vervult, die van vakman vanuit een
professie, die van vertegenwoordiger binnen een werkveld en die van medewerker binnen een
bedrijf.
Kernaspecten: locatie, planologie, ontwerp- en bouwcapaciteit, financiering, gebruik en eigendom.
Fasen: initiatief-, ontwikkelings-, realisatiefase.
- Fasen: Initiatief, haalbaarheid, commitment en realisatie.
Kernactiviteiten: tekenen, rekenen en ondertekenen.
De kern van projectmatig werken: faseren, beslissen en beheersen van de projectrisico’s.
Kerncompetitie: samenwerken (vastgelegd in contract).
Het ontwikkelconcept zorgt ervoor, als integrale modelmatige afbeelding van het beoogde
projectresultaat, dat voor alle betrokkenen de gewenste richting naar het resultaat duidelijk is.
Reputatie is ook belangrijk. Er moet voor meerdere partijen waarde worden gecreëerd. Dit vergt
inlevingsvermogen, respect en vertrouwen. De persoonlijke houding dient vanuit de bedrijfscultuur
te worden gestimuleerd.
H4: Het werkveld
Levensduren: technisch, esthetisch, ecologisch, functioneel en economische levensduur.
Wanneer de kosten van de aankoop van een oude bedrijfsruimte, de sloop daarvan en de
ontwikkeling en bouw op die plek van nieuwe woningen lager liggen dan de verkoopopbrengsten van
die woningen, dan is de ontwikkeling financieel haalbaar.
Er moeten nieuwe gebruikers/eigenaren zijn die de prestatiesprong door projectontwikkelaars weten
te waarderen. Ook moeten de huidige gebruikers en eigenaren het bedrag dat de
projectontwikkelaar kan betalen voor het verwerven van de locatie en eventuele opstallen hoger
waarderen dan wat het voortzetten van de huidige exploitatie opbrengt: waardesprong.
Afweging wel of niet ontwikkelen o.b.v. kosten, opbrengsten, sociale, ecologische en culturele
belangen: inspraak door belanghebbenden en dan belangenafweging.
- Overheid kan belangen vertalen naar financiële haalbaarheid, door bijv. subsidies
- De economische, sociale, ecologische en culturele belangen worden tegenover
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde gezet
Prestatiesprong betekent een stijging van zowel de gebruikswaarde, de belevingswaarde als de
toekomstwaarde.
Ruimtelijke ordening is het zo goed mogelijk aan elkaar aanpassen van samenleving en ruimte.
Ruimtelijke planning is het systematisch voorbereiden van beleidsvormende en uitvoerende
handelingen die gericht zijn op het bewust interveniëren in de ruimtelijke orde en op het organiseren
van deze interventies. De rijksoverheid is de systeemverantwoordelijke voor een goede ruimtelijke
,ordening. Zij zorgt ervoor dat decentrale overheden over de juiste instrumenten kunnen beschikken
voor een zorgvuldige benutting van de ruimte.
Het werkveld van de projectontwikkeling betreft het commercieel vastgoed en woningen.
Tot 1930: legimatieplanologie: ontwikkelingen kregen achteraf een formele plek op de kaart.
Daarna: toelatingsplanologie: overheidsinstantie maakte een ruimtelijk plan dat de meest gewenste
ontwikkeling van een gebied weergeeft.
Vanaf 1991 (Vierde Nota Vinex): ontwikkelingsplanologie: gemeenten en projectontwikkelaars
gingen in publiek-private samenwerking de grootschalige woningbouwopgave realiseren – boost
voor werkveld van projectontwikkeling.
Vanaf 2008: uitnodigingsplanologie: overheden bepalen op hoofdlijnen waar ruimtelijk wel of geen
veranderingen gewenst zijn met het oog op langetermijnprognoses en te beschermen waarden.
Gebiedsontwikkeling stelt de kaders en randvoorwaarden waardoor projecten in elkaars nabijheid
onderling meerwaarde realiseren.
- Bij projectontwikkeling wordt projectmatig gewerkt; hoe zaken te maken.
o Succesvol wanneer resultaat is ontwikkeld binnen tijd- en geldbestek
- Bij gebiedsontwikkeling wordt procesmatig gewerkt; hoe zaken mogelijk te maken.
o Succesvol wanneer overeenstemming is ontstaan over kaders en randvoorwaarden
waarbinnen projecten kunnen worden ontwikkeld
- Projecten worden gemanaged door geld, tijd, kwaliteit, organisatie en informatie te
beheersen. Processen worden gemanaged door te sturen op voortgang, toegevoegde waarde,
expertise, participatie en openheid.
Belang: markt gedreven (bijv. wonen of bedrijfsruimte) of maatschappelijk (bijv. bewonersinitiatief).
Deze tijd vraagt om ontwikkelaanpakken die ruimte bieden aan experimenten (innoveren) en
wederzijdse herpositionering van partijen. Zo kunnen partijen samen projecten maken die
meervoudige waarde creëren (grote waardesprongen) en bijdragen aan een adaptieve
ruimtevoorraad voor een betaalbare, volhoudbare en leefbare gebouwde omgeving.
Ketenverlening, ingegeven van transformatie of het ontwikkelen voor eigen portefeuille, zorgt ervoor
dat moeilijker een helder begin en einde van het project zijn te bepalen.
Ketenverbreding vraagt om samenwerking met partijen uit andere sectoren om tot een nieuwe
productpropositie te komen.
Week 2: Proces projectontwikkeling (blz. 52-104)
H5: De professie
Een project is te definiëren als ‘een geheel van activiteiten om in een tijdelijke organisatie, binnen
gestelde condities, een vooraf gedefinieerd resultaat te bereiken. Zo levert een project een eenmalig
, en nieuw resultaat op, zijn tijd en middelen duidelijk afgebakend, kent het een begin en een einde en
heeft het 1 opdrachtgever en 1 projectmanager.
Bij projectontwikkeling is een gebouw gebruiksklaar, zoals woonruimte, winkelruimte,
kantoorruimte. Het kan een nieuw gebouw zijn of een bestaand gebouw dat is aangepast. Het
project start bij de eerste ideeën of concept: wat kan er op deze plek ontstaan? Het project eindigt
na oplevering met de ingebruikname en overdracht van het eigendom van de vervaardigde ruimte.
In de tussentijd moet de projectontwikkelaar alle benodigde productiemiddelen, zoals locatie,
vergunningen, financiering. Maar ook de afname bijbrengen ten einde de ruimte te realiseren en
een financieel resultaat te boeken. Dit bijbrengen is de kern van de professie van de
projectontwikkelaar.
H5.1 De structuur voor projectontwikkeling
Een projectontwikkelaar is een spin in ’t web. Om een project te realiseren onderneemt hij
activiteiten op verschillende markten en doet hij zaken met de verschillende spelers op deze
markten. Hij huurt een architect in om een ontwerp te maken en contracteert een aannemer om dit
vervolgens te bouwen. Ook is hij actief op de kapitaalmarkt om een project te kunnen financieren. Hij
zorgt ook voor het verkrijgen van de benodigde planologische goedkeuring in de vorm van
bestemming en vergunningen.
In de ‘traditionele’ beschrijving van projectontwikkeling gebeurde alle activiteiten achter elkaar in de
tijd. Oftewel: eerst wordt de grond aangekocht, dan wordt een ontwerp gemaakt voor de locatie etc.
Deze volgorde komt in de praktijk nog steeds voor maar er zijn inmiddels veel meer
ontwikkelstrategieën, zoals het ontwikkelen van een gebouw voor een eindgebruiker, waarbij eerst
wordt gestart met een huurcontract.
De activiteiten worden dan ook eerst verdeeld naar kernaspecten, die gekoppeld zijn aan
verschillende markten. Hierbij wordt onderscheidt gemaakt naar productie- en marketing
gerelateerde activiteiten. De activiteiten worden opgedeeld in fasen. Een projectontwikkelaar
hanteert fasen om een project beheersbaar te houden.
De activiteiten van projectontwikkeling zijn te ordenen naar soortgelijke activiteiten gerelateerd aan
de markten waarop een projectontwikkelaar actief is. Deze groepen van activiteiten zijn de 6
kernaspecten van projectontwikkeling:
- Locatie: alle activiteiten voor het verwerpen en bouwrijp maken van een locatie
- Ontwerp en bouw: alle activiteiten voor het ontwerpen en bouwen van het project