DEMMY SCHRÖDER V4A 147010
CHINA GESCHIEDENIS
Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht? (1842-1911)
China en het modern imperialisme
Vanaf de 17e eeuw werd China geregeerd door keizers van de Qing-
dynastie, ook wel MantsjoesMantsjoerije genoemd. Het keizerlijke
gezag was gebaseerd op het confucianisme. De keizer werd volgens
deze filosofische gedragsleer door de hemel aangewezen. Als zoon des
hemels regeerde hij waarbij een groep ambtenaren, mandarijnen hem
ondersteunde. Mandarijnen was een bevoorrechte klasse met veel
aanzien, omdat het examenprogramma erg ingewikkeld was.
90% van de Chinezen was boer, en hadden weinig rechten maar veel
plichten. Van elke Chinees werd verwacht een vaste plek in de
maatschappij aan te nemen. Men moest eerbied hebben voor de
hiërarchische ordening van de samenleving. Zo moesten ze het
grootste deel van de belasting betalen, produceerden ze voedsel en
vormden dienst in het leger.
In de 19e eeuw ontstonden er economische en politieke problemen;
Door bevolkingsgroei brak er hongersnood uit.
Aan het hof heerste corruptie; oneerlijkheid, niet volgens regels etc.
Bestuursfuncties vriendjespolitiek
Mandarijnen schuldig aan afpersing en diefstal
Het modern imperialisme ontstond.
Imperialisme is het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld uit willen
breiden door gebieden te veroveren en te beheersen.
Het ontstond onder invloed van industrialisatie en het nationalisme.
Economisch vlak: - Het verkrijgen van grondstoffen en afzetgebieden.
Machtspolitiek: - Hoe meer koloniaal gebied, hoe meer status het moederland heeft.
– Westerse mogendheden probeerden hun status in China te versterken, maar het keizerlijk
hof beperkten deze mogelijkheden (westerlingen die handel dreven in China.)
Handel drijven in China was bijna onmogelijk doordat ze geen interesse toonden in westerse
producten. De oorzaak hiervan is het sinocentrisme; de manier waarop Chinezen
westerlingen als barbaren zagen.
1. In 1820 ontstond een grote drugshandel vanuit Engeland, opium.
2. Chinezen stonden in de rij en betaalden met zilver.
3. Er kwam een verbod op de Britse opiumhandel.
4. Dit verbod deed zijn werk niet en de samenleving raakte ontwricht.
5. 1839, Er werden zon 20.000 kisten opium vernietigd.
6. De Britten, die veel meer kans hadden met hun moderne schepen dan de traditionele
Chinese vloten, stuurden hun oorlogsschepen naar de kust.
7. De eerste opium oorlog was een feit.
, DEMMY SCHRÖDER V4A 147010
Ongelijke verdragen
1. 1842, De opiumoorlog was ten einde met nederlaag voor China
2. De Britten stelden een vredesverdrag in waarbij de Chinezen verplicht waren om een
grote schadevergoeding te betalen, vijf Chinese havens moesten worden
opengesteld voor Britse handel en Hong Kong werd een Britse kroonkolonie; Het
verdrag van Nanking.
3. China werd in het verloop tot veel gedwongen terwijl de westerse bevolking genoot
van allerlei rechten en privileges.
4. Voor buitenlanders werd een extraterritorialiteit geregeld, ze vielen niet langer onder
Chinese wetgeving en rechtspraak, dit kon worden geregeld vanuit eigen land.
5. Er waren vele westerse eisen en China verloor grotendeels de regie over eigen land,
wat leidde tot de tweede opiumoorlog waarin China zich wilde verzetten tegen de
harde eisen.
6. China verloor en een ander verdrag volgde, buitenlandse handelaren missionarissen
en zendelingen kregen voortaan bewegingsvrijheid door heel China.
7. In 1984 verslechterde de band met Japan, waar een oorlog uitbrak. De oorzaak
hiervan was Japan die zijn macht probeerde uit te breiden tot Korea, terwijl China
Korea als eigen invloedssfeer beschouwde. China werd bijna per direct
uitgeschakeld.
8. Japan eiste hoge schadevergoedingen, invloed in Korea en de mogelijkheid om
Japanse industrie op Chinees grondgebied te vestigen.
Er kwam opstanden in China;
De macht van de keizer werd ernstig ondermijnd door ongelijke verdragen en
machtsposities die overgedragen waren aan buitenlanders; Protesten tegen
buitenlandse inmenging en beïnvloeding.
Taipingrebellen; ‘Hong’ was het niet gelukt om Mandarijn te worden en stookte allerlei
boeren op om te gaan protesteren, met elementen van het Christendom,
Confucianisme en nationalisme.
Nianopstand; Overstromingen gele rivier, ramp voor boeren maar overheid deed hier
niks aan.
Deze opstanden hadden grote invloed: Honderden steden waren verwoest, 20.000000
Chinezen stierven, en de ontevredenheid en het opgekomen imperialisme deed ze beseffen
dat er modernisering nodig was. In 1861 werd de modernisering ingezet op gebied van
militair en technische factoren zoals mijnen en nieuwe fabrieken eigen wapenindustrie. De
marine werd gemoderniseerd en aanleg spoorwegen en telegrafie Vervoers-
communicatiemogelijkheden. Het keizerrijk werd democratisch.
In 1898 draaide Cixi, de keizerin weduwe, de tegen de
veranderingen was en zich aansloot bij de conservatieven alle
veranderingen terug. Zij steunde ook de Boksers in de
Bokseropstand, die vooral hun vuisten gebruikten. Zij
moedigde de gewelddadige acties aan.
In 1900 ging dit mis, de Boksers belegerden de stad Beijing
waarbij een Duitse gezant overleed. Bokserleden werden
zwaar gestraft door een internationale troepenmacht, en
China werd gedwongen een Ongelijk Verdrag te accepteren
waarin de coalitie herstelbetalingen kreeg toegerekend.