Training methodologie GZW1023
Studiejaar 2018/2019
Uitwerking van de 4 werkcolleges methodologie van blok 3
Bevat de opgaven en de uitwerkingen
Inclusief aanvullingen/tips/uitleg in het rood
,Inhoudsopgave
Training 1 Frequentiematen van ziekte.......................................................................................................... 2
Training 2 Onderzoeksdesigns en associatiematen......................................................................................... 7
Training 3 Gestratificeerde analyse.............................................................................................................. 11
Training 4 Het kritisch lezen van gezondheidswetenschappelijke literatuur..................................................17
Training 1 Frequentiematen van ziekte
OPGAVE 1:
, aantal nieuwe ziektegevallen ∈ periode P
a) CI = (x 100 %)
totale populatiet at risk
1e jaar: CI = (34/120.852) x100% = 0,028%
2e jaar: CI = (40/(120.852 – 34)) x100% = 0,033%
3e jaar: CI = (41/(120.852 – 34 – 40)) x100% = 0,034%
4e jaar: CI = (48/(120.852 – 34 – 40 – 41)) x100% = 0,040%
5e jaar: CI = (51/(120.852 – 34 – 40 – 41 – 48)) x100% = 0,042%
6e+7e jaar: CI = ((68/(120.852 – 34 – 40 – 41 – 48 – 51))/ 1.3) x100% = 0,043%
Mensen at risk mensen die de ziekte al hebben tellen niet mee
b) 6,3 jaar 282 nieuwe gevallen
(282/120.852) x100% = 0,23% in 6,3 jaar
Dus in 1 jaar: 0,23%/6,3 = 0,037%
c) Deze aanname kun je alleen maken wanneer het cohort gesloten is. Bij een groot cohort
dat vele jaren duurt is uitval te verwachten, dus deze aanname kun je eigenlijk niet
maken. Dit is het niet het geval wanneer mensen bijvoorbeeld zijn gestopt of overleden
zijn (=loss to follow-up). Er kan alleen gebruik gemaakt worden van cumulatieve
incidentie (CI) wanneer het cohort gesloten is, is dit niet het geval dan wordt er gebruik
gemaakt van incidentie dichtheid (ID).
d) Bij incidentie dichtheid (ID) wordt er alleen gekeken naar de jaren waarin men tot de
onderzoekspopulatie behoort.
aantal nieuwe ziektegevallen ∈ periode P
ID =
personen x tijd at risk (¿ persoonstijd )
Dus je hebt het aantal nieuwe ziektegevallen nodig en de optelsom van de tijden waarin
de NLCS-deelnemers tot de onderzoekspopulatie behoren.
OPGAVE 2:
a) De leden vormen een open populatie, want ieder jaar komen er nieuwe eerstejaars bij en
alle leden die zich uitschrijven verdwijnen uit het onderzoek.
b) Persoonsjaren = p x t
101: 1
102: 1
105: (ziek)
204: 1
205: 2
208: 1 (ziek jaar 2&3)
209: 0 (ziek)
210: 2
301: 1
303: 3
304: 1,5
306: 1 (ziek 0,5 jaar)
307: 2,5
308: 0 (ziek)