Samenvatting - KENNIS Inleiding in het recht (7 EC)
Deeltoets 1 'Inleiding in het recht' (mc-vragen) in week 5, woensdag 2 oktober 2024 van 18:40 tot
20:00 uur over de stof van de eerste 4 weken.
Week 1 Lezen/literatuur:
· Hst 1 Verheugt
· Hst 3, par. 1 en 7 Verheugt
· Hst 4, par. 9 en 10 Verheugt
Week 2 Lezen/literatuur
Verheugt: Hoofdstuk 2: paragraaf 1-3 en 5
Verheugt: Hoofdstuk 3: paragraaf 7
Lezen document Toetsen - trainen op de verschillende vormen
Week 3 Lezen
Lezen Verheugt: hoofdstuk 3, paragraaf 1 tot en met 5 en 7.
Lees het document ‘Lokale regelgeving’
Week 4 Lezen/literatuur
Verheugt hst 2 par. 4 , hst 4 par. 1-5, hst 10 par. 9.
,Lesdoelen lesweek 1
Je weet waar je naartoe werkt dit blok bij de kennislijn en snapt hoe de toetsing van de kennislijn blok 1
in elkaar zit.
Je kunt verschillende functies en de belangrijkste kernbegrippen van het recht benoemen en uitleggen.
Je kunt het Nederlandse rechtslandschap uitleggen aan de hand van verschillende soorten indelingen
in het recht.
Je kunt de indeling in publiek-en privaatrecht verder onderverdelen in rechtsgebieden.
Je kunt de bronnen van het recht beschrijven en uitleggen in welke hiërarchische verhouding deze
bronnen staan tot elkaar.
1.1 Je kunt verschillende functies en de belangrijkste kernbegrippen van het recht benoemen en
uitleggen.
Wat is het recht?
Geheel aan regels waar de burgers zich aan moeten gehoorzamen, die regels zijn gemaakt door de
overheid. Recht bestaat ook uit wie en hoe de regels moeten worden toegepast.
- Primair: regels die gedrag voorschrijven.
- Secundair: hoe primaire regels moeten worden toegepast.
Grondwet: het belangrijkste staatsdocument en de hoogste nationale wet van Nederland. Bevat:
staatsindeling, grondrechten burgers en bestuur, wetgeving en rechtspraak.
- Sociaal grondrecht: basisbehoeften, onderwijs, zorg. Ofwel vrijheidsrecht genoemd en
waarborg rechtens afdwingend, beschermen de burger tegen de overheid. (art. 1 t/m 17, 18
lid 1 en 23 lid 2 Gw).
- Klassiek grondrecht: opdracht aan de overheid voor sociale rechtvaardigheid, de
instructienorm. Niet rechtens afdwingend. (art. 18 lid 2, 19 t/m 23(-lid 2)).
Functies van het recht
Organiseren van de samenleving: (daar zijn rechtsregels voor)
- Normatieve functie: geeft aan hoe we ons moeten gedragen op grond van wat we belangrijk
vinden in de samenleving. Bijvoorbeeld dat onze bezittingen zijn beschermd, zoals diefstal,
dat is dus verboden. Normen, norm is gebaseerd op een waarde.
- Instrumentele functie: niet omdat het belangrijk is maar het is wel handig. Zoals rechts
rijden. De instrumentele functie regelt dus de samenleving.
- Geschilbeslechting (conflictbeheersing) : het recht biedt hierbij een kader voor de oplossing
van geschillen. Dit gebeurt meestal via een onafhankelijke rechterlijke instantie die beslist op
basis van de wet (politie, rechtbank).
- Rechtszekerheid: rechtszekerheid houdt in dat burgers erop kunnen vertrouwen dat de wet
op een consistente en voorspelbare manier wordt toegepast. Dit betekent dat mensen weten
wat hun rechten en plichten zijn en dat de beschermd worden tegen willekeurige besluiten
van de overheid.
- Handhavingsfunctie: het recht zorgt ervoor dat regels worden nageleefd. Dit gebeurt d.m.v.
handhaving, bijv. door politie, toezichthouders, en de rechterlijke macht. Als iemand een wet
overtreedt, kan de overheid straffen of herstelmaatregelen opleggen.
Rechtsstaat
Nederland is een rechtsstaat. Een rechtsstaat houdt in dat zowel burgers als de overheid zich aan de
wetten moeten houden. De rechtsstaat waarborgt de rechtszekerheid, gelijkheid voor de wet en
2
, bescherming van de fundamentele rechten van burgers. In een rechtsstaat is de macht van de
overheid beperkt door wetten en toezicht door onafhankelijke rechters.
Legaliteitsbeginsel: de handelingen van de overheid moeten gebaseerd zijn op regels.
1.2 Je kunt het Nederlandse rechtslandschap uitleggen aan de hand van verschillende soorten
indelingen in het recht.
Privaatrecht en publiekrecht
Privaatrecht regelt de verhoudingen tussen burgers en bedrijven onderling. Publiekrecht regelt de
verhouding tussen de overheid en burgers, en tussen overheidsinstanties onderling.
Nationaal en internationaal
Nationaal recht: nationaal recht zijn de regels en wetten die gelden binnen één land, bijvoorbeeld
Nederland. Deze wetten worden gemaakt door de regering en het parlement van dat land en gelden
alleen voor de mensen, bedrijven en instanties binnen dat land.
Internationaal recht (volkenrecht): Internationaal recht zijn regels die tussen verschillende landen
gelden. Dit soort wetten worden afgesproken door meerdere landen en zijn bedoeld om
samenwerking tussen landen goed te laten verlopen, zoals handel, oorlog, mensenrechten, en
milieubescherming. Deze regels zorgen ervoor dat landen zich aan afspraken houden en vreedzaam
met elkaar omgaan.
- Soevereiniteit: bevoegdheid van elk land om de eigen rechtsorde vast te stellen en te
onderhouden.
Materieel en formeel recht
Materieel recht gaat over de inhoud van de rechten en plichten die mensen of bedrijven hebben. Het
geeft bijvoorbeeld regels over wat eigendom is, hoe een contract werkt, of wanneer iemand strafbaar
is.
Formeel recht gaat over de regels die bepalen hoe je je materiele rechten kunt afdwingen. Het regelt
de procedures die gevolgd moeten worden als je een conflict hebt of als er een strafbaar feit is
gepleegd. Formeel recht gaat bijvoorbeeld over hoe je een rechtszaak begint, welke stappen de
rechter moet volgen, en wat je rechten zijn tijdens een proces.
Objectief en subjectief recht
Het positieve (of objectieve) recht betreft alle nu in Nederland geldende rechtsregels.
Onder het subjectief recht wordt verstaan, de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een
regel van objectief recht ontleent. Hierbij wordt bedoeld dat het recht jou specifiek toekomt.
Bijvoorbeeld als je een hypotheek hebt, iedereen heeft er recht op (objectief) maar het is jouw
hypotheek (subjectief).
1.3 Je kunt de indeling in publiek-en privaatrecht verder onderverdelen in rechtsgebieden.
3