100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Europees recht €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Europees recht

2 beoordelingen
 124 keer bekeken  5 keer verkocht

HAN HBO rechten Inclusief alle arresten die bij het tentamen nodig zijn alle stof uit het boek en de lessen bij elkaar gevoegd Wij hebben dit tentamen met een goed cijfer af kunnen ronden met behulp van deze samenvatting

Voorbeeld 4 van de 51  pagina's

  • Ja
  • 27 december 2019
  • 51
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (11)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: lizet-mulder • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: TimSanders11 • 4 jaar geleden

avatar-seller
floorschaminee
Samenvatting Internationaal recht

Er wordt nooit naar jaartallen gevraagd
Staat er nog geen harmonisatie (dan nog niets op EU-niveau geregeld)
In deel 1 van de KLUWER staat verordening 1/2003

Week 1
Hoofdstuk I
Internationaal recht De EU is een internationale organisatie die is opgericht volgens de
regels van het Internationaal recht. Recht van staten en geldend tussen staten. Alle staten
zijn in principe gelijk aan elkaar. Er is geen hogere instantie die regels voor hen vaststelt.

Staat hiervoor zijn een aantal theorieën
Staten worden erkend door de VN. Staten sluiten verdragen met elkaar en hierbij worden
internationale organisaties voor opgericht.
De taak is de duurzame behartiging gemeenschappelijke belangen te behartigen.
1865  Internationale telecommunicatie Unie opgericht (1ste organisatie)
Soorten organisatie
1. Politieke  doel om gewapende conflicten te voorkomen Voorbeeld: VN
2. Militair  collectieve verdeling van landen
3. Economische  Wereldhandelsorganisatie
4. Sociale  internationale organisatie voor goede arbeidsomstandigheden Voorbeeld:
International labour organisation
5. Rechtsprekende  Misdaden tegen de menselijkheid Voorbeeld: internationaal strafhof

Intergouvernementeel internationale organisatie  organisatie staat alleen de samenwerking
tussen regeringen ten dienste. Staten kunnen niet tegen hun zin in gebonden worden.
Lidstaten geven hun bevoegdheden niet uit handen.
Besluiten worden genomen  met unanimiteit, elke staat heeft een fetorecht en kan een
besluit hiermee tegenhouden.

Hoofdregel  alles in intergouvernementeel, tenzij er een uitzondering blijkt dan is het
supranationaal

Supranationaal internationale organisatie  staten dragen een deel van hun bevoegdheden
over m.b.t. wetgeving bestuur en rechtspraak. Lidstaten geven bevoegdheden wel uit
handen
Besluiten worden genomen  meerderheidsbesluitvorming
Voorbeeld: EU niet volledig, VN is op sommige gebieden supranationaal.

Beide internationale organisaties moeten zijn opgericht door de staten
TENTAMENVRAAG
NGO  zij zijn niet opgericht door staten en zijn dus vaak tegen de staten, zij zijn een
particuliere organisatie

Voorbeeld
1. Landbouw & voedselorganisatie  economisch, intergouvernementeel
2. Internationale organisatie voor migratie  sociaal, intergouvernementeel
3. Organisatie voor samenwerking en ontwikkeling  economisch en sociaal,
intergouvernementeel
4. Amnesty international  non gouvernementele organisatie (NGO)
5. Natuurmonumenten  nationale organisatie, non gouvernementeel

, Instituut EHRM Internationaal Gerechtshof

Orgaan van: Raad van Europa Verenigde naties

Juridische basis: Art. 19 EVRM Art. 92 VN handvest

Zetel: Stratzburg Den haag

Geschillen: Rechten van de Verschillen tussen de
Mens lidstaten


Doorwerking internationaal recht
Arrest Costa/ Enel arrest 1960
Er kwam een nationale nationalisatiewet, waardoor ENEL van de staat werd.
In deze zaak vraagt de Italiaanse (milanese) kantonrechter aan het Hof van Justitie om te
toetsen of het nationale Italiaanse recht verenigbaar was met het Europese
Gemeenschapsrecht. Costa was van mening dat de nationalisatiewet in strijd is met het
EEG-verdrag. Dit werd nagevraagd aan het hof van justitie
Italiaanse regering was van mening dat:
1. Het EEG-verdrag hebben wij in 1957 omgezet in Italiaans recht.
2. De Italiaanse nationalisatiewet dateert van 1960, dus een latere wet gaat vóór een
eerdere wet.
Het hof van justitie bepaalt dat lidstaten niet zomaar het verdrag aan de kant mogen zetten
(denk aan van Gend en Loos). Door sluiting EEG-verdrag is een nieuwe autonome
rechtsorde ontstaan.
De autonomie van het Unierecht bestaat uit de eigenschappen: rechtstreekse werking en
voorrang.
Nationaal recht kan geen afbreuk doen aan Unierecht, Unierecht heeft voorrang boven
nationaal recht.
Maar ook in Dualistische staten heeft het Europese recht voorrang boven het nationale recht.

Arrest Van Gend & Loos (art. 30 en 267 VWEU)  De vraag was hier of art. 30 VWEU
directe werking heeft? Het invoertarief was ineens verhoogd van 3% naar 8%. Dit stond in
art. 12 EEG-verdrag  lidstaten mogen bestaande invoertarieven niet verhogen. Nederland
had dit wel gedaan, met 5%. Rechter ging vragen stellen aan het hof van justitie.
Argumenten Nederlandse regering:
1. Hof van justitie is niet bevoegd zich hierover uit te spreken
2. Nederland bepaalt zelf of én hoe Europees recht doorwerkt in Nederland
Een verdragsbepaling heeft directe werking en dus direct voor de nationale rechter worden
ingeroepen, als een bepaling: voldoende helder, precies en onvoorwaardelijk is. Art. 30
VWEU bevat een duidelijk en onvoorwaardelijk verbod en een verplichting om iets na te
laten. De naleving van dit artikel behoeft geen wettelijke tussenkomst van de lidstaten. Italië
kent een dualistisch systeem, dus heeft hij het internationaal recht omgezet in een italiaanse
wet.

Het hof heeft ook bepaalt dat er sprake is van een directe werking van het EEG-verdrag. Het
is een nieuwe autonome rechtsorde en is er dus verschil met het gewoon internationaal
recht.
Autonoom  zelfstandige rechtsorde wat er eerst nog niet was.

,Prejudiciële beslissing  de nationale rechters vragen kunnen stellen aan het hof van justitie
over de interpretatie van het Europese recht art. 267 VWEU.

Monisme
Internationaal recht hoeft niet omgezet te worden in een nationaal recht
Dualisme
Internationaal recht moet wel omgezet worden in een nationaal recht. Nederland heeft een
monistisch stelsel.
Art. 93 GW 
Art. 94 Gw  eenieder verbindende bepalingen = dit zegt iets over de inroepbaarheid van
een artikel. Een eenieder verbindende bepaling is van toepassing indien: het gaat om een
afweerrecht van burgers tegen de overheid (klassieke grondrechten). Alle rechten uit het
IVBPR zijn eenieder verbindend. Vergt iets een inspanning om iets te bereiken dan is het
geen eenieder verbindende bepalingen, maar inspanningsverplichtingen.

Voorbeeld TENTAMEN
Art. 1 ESH  Geen eenieder verbindende bepaling
Art. 12 ESH  Geen eenieder verbindende bepaling
Art. 6 IVBPR  Wel eenieder verbindende bepaling
Art. 11 IVESCR  Geen eenieder verbindende bepaling

Raad van Europa Verenigde naties
EVRM  E.I.V IVBPR  E.I.V

ESH  N.E.I.V IVESCR  N.E.I.V

Ontwikkeling van de EU

Doel  de samenwerking tussen de landen om de vrede te bewaren in Europa na de WO.
Dit wordt ook wel politieke integratie genoemd hiermee wordt de eenheid van de lidstaten
bedoelt. Hierdoor kun je makkelijker de vrede bewaren.
Europese integratie= het eenwordingsproces van Europese landen
Het feitelijke begin van de Europese integratie stond geheel in het licht van de ervaringen
van de 2 wereldoorlogen, die beide waren begonnen in Europa.

Hoe gaan ze dit bereiken  op het economische gebied gaan ze samenwerken, zodat de
afhankelijk van elkaar worden en met handelspartners maak je geen oorlog.

Shumann: Eeenwording van Europa (vrede) door economische integratie door introductie
van een nieuw rechtstelsel (de nieuwe regels)
Dit plan is tot stand gekomen op 9 mei 1950

Politieke integratie door economische integratie door juridische integratie
Doel  Politieke eenheid
EP  het Europees Parlement. Zij hebben geen invloed op besluitvormingsproces, niet
democratisch gelegitimeerd.

Op bepaalde beleidsterreinen wilden de lidstaten niet meer los van elkaar beslissingen
nemen, maar deze bevoegdheid opdragen aan een nieuw stelsel van gemeenschappelijke
instellingen met zelfstandige besluitvormingsbevoegdheden.

De lidstaten waren met name in de beginfase van de Europese integratie de belangrijkste
actoren op Europees niveau. De democratische legaliteit van de Europese besluitvorming
van in eerste instantie slechts indirect. Tot op de dag van vandaag vormt de Commissie een

, Europees tegengewicht voor de Raad, waarin de lidstaten voornamelijk nationale belangen
beogen en waarborgen. Het hof kan ook worden beschouwd als een Unie-instelling die
alleen is het Europees belang handelt voor de eerbieding van het Unierecht.
De rol van de Vergadering (voorganger van het Europees Parlement) was beperkt wat
betreft de invloed op het besluitvormingsproces als wat betreft als bron van democratische
legimitatie. Ook was de invloed van het Europees Parlement op de
besluitvormingsprocedure beperkt tot die van een adviseur.

Met invoering in alle lidstaten vanaf 1979 van rechtstreekse algemene verkiezingen voor het
Europees Parlement kon er sprake zijn van een gemeenschapsinstelling die rechtstreeks
democratisch was en ten minste de burgers in de lidstaten waarborgde. Het Europees
Parlement werd naast het uitbrengen van adviezen ook bevoegd om amendementen ten
opzichte van de wetgevingsvoorstellen in te dienen. Dit mag sinds het verdrag van Lissabon
2009 door het Europees Parlement volwaardig op EU niveau. Daardoor worden burgers van
lidstaten direct op Europees niveau vertegenwoordigd. Politieke meerderheden geven de
doorslag.
Om een politiek of juridisch antwoord te geven op de fundamentele vraag naar de
uiteindelijke politieke vorm van de supranationale organisatie in het spectrum dat loopt van
een centralistische staat tot een politieke samenwerking van soevereine naties is tot op
heden onbeantwoord gebleven. Volgens sommige is de Europese integratie in feite alleen
door de lidstaten bevorderd voor zover de regeringen dat in hun belang achtten.
Zo houdt de Europese Unie op een veelheid van terreinen een voortdurende beperking van
soevereiniteit in.

De met de invoering van art. 50 VEU boodschap is nu met de Brexit werkelijkheid geworden,
het proces van Europese integratie is niet onomkeerbaar. Voor de toekomst van de
Europese integratie duidt dit op een moeilijk dilemma. Aan de ene kant is het sentiment van
delen van de bevolking in lidstaten ingegeven door een gevoel van een grote afstand tussen
Europa en de burgers en tegelijkertijd een grote bemoeizucht van Brussel. Hierbij moet je
realiseren dat een onttrekking aan de Europese integratie niet noodzakelijkerwijs tot
daadwerkelijke soevereiniteit zal leiden. Alleen al op economisch vlak is dit moeizaam en
wellicht onmogelijk om de economieën gescheiden te houden. Tot het moment van volledige
ontvlechting zal een uittredende lidstaat rekening moeten houden met de besluiten die de EU
neemt.

Middel  Juridische eenheid
Politieke eenheid door economische integratie. Hiervoor worden nieuwe verdragen gesloten
Negatieve integratie  lidstaten nationale regels in strijd met Europees recht afschaffen
Positieve integratie  EU wordt zelf actief door regels te stellen die direct van toepassing
zijn in alle lidstaten. Er is een onafhankelijk systeem van rechtsbescherming ontstaan door
het instellen van het Europees hof. Datgene wat het Europees hof beslist moet worden
aangenomen door de lidstaten.


Inhoud  economische eenheid
Begin januari 1948  Benelux-Verdrag: oprichten van een douane-unie tussen NL, België
en Luxemburg. Dit was van intergouvernementele aard (besluitvorming door de nationale
regering).
Op 18 april 1951 tekenden NL, België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Italië het
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in Parijs.
Dit is het begin van de economische integratie
Verdrag EGKS  Dit hield in dat er een begin werd gemaakt van een gemeenschappelijke
(interne) markt met o.a. verbod voor de lidstaten om in- en uitvoerrechten en heffingen van
gelijke werking, kwantitatieve invoerbeperkingen voor goederen in het verkeer tussen de
lidstaten onderling te handhaven. Verder mochten de lidstaten geen discriminerende

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper floorschaminee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  5x  verkocht
  • (2)
  Kopen