BOEKEN:
PSYCHOLOGIE EEN INLEIDING, 8E HERZIENDE EDITIE
Inhoud
Psychologie een inleiding Hoofdstuk 1...................................................................................................2
Introductie......................................................................................................................................2
Psychologie een inleiding Hoofdstuk 2...................................................................................................4
Visies op oorzaak en gevolg van psychische stoornissen................................................................4
Psychologie een inleiding Hoofdstuk 3...................................................................................................9
Classificatie en beoordeling van afwijkend gedrag, emoties en gedachten........................................9
Psychologie een inleiding Hoofdstuk 4.................................................................................................13
Behandelmethoden voor psychische stoornissen............................................................................13
Psychologie een inleiding Hoofdstuk 9.................................................................................................19
Schizofrenie en psychotische stoornissen........................................................................................19
Psychologie een inleiding Hoofdstuk 16...............................................................................................23
Persoonlijkheidsstoornissen.............................................................................................................23
,Psychologie een inleiding
Hoofdstuk 1
Introductie
1.1 Wat is afwijkend gedrag?
Psychopathologie: deelgebied van de psychiatrie en klinische psychologie dat zich bezig houdt met
het beschrijven van psychische stoornissen. Ze kijken naar de oorzaken en behandelingen.
Psychische stoornis: het geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen dat wordt
gekenmerkt door onder andere een storing in het functioneren en (persoonlijk) lijden.
De specifieke eigenschappen of kenmerken die passen bij een bepaalde stoornis worden de
symptomen genoemd.
1.2 Definiëren van afwijkend gedrag
Definitie
Criteria voor abnormaliteit
1. Uitzonderlijk. Uitzonderlijk gedrag zien we meestal als afwijkend. Dingen zien die er niet zijn
of dingen horen die er niet zijn, wordt in de Westerse cultuur bijna altijd als afwijkend
beschouwd, met uitzondering van misschien bepaalde religieuze ervaringen. Maar; op
zichzelf is uitzonderlijk gedrag niet afwijkend.
2. Sociaal afwijkend. Dit zijn relatieve maatstaven, geen universele. Alle samenlevingen hebben
andere normen die bepalen welke vormen van gedrag acceptabel zijn in een bepaalde
context. Wanneer behandelaars zich afvragen of gedrag normaal of afwijkend is, moeten ze
dus rekening houden met culturele verschillen.
3. Foute perceptie of interpretatie van de werkelijkheid. Bv hallucinatie, hallucinatie wordt in
onze cultuur gewoonlijk opgevat als teken van een onderliggende psychische stoornis.
4. Aanzienlijk emotioneel lijden. Heftige emoties vindt men niet afwijkend, tenzij ze lange tijd
na de aanleiding van de emoties nog in alle hevigheid aanwezig zijn.
5. Ongepast of contraproductief gedrag. Gedrag dat geen bevrediging, maar onprettige
gevoelens oproept, vinden we over het algemeen afwijkend.
6. Gevaar, zowel voor zichzelf als voor omgeving.
Afwijkend gedrag kan dus op meerder manieren worden gedefinieerd, afhankelijk van de situatie
wegen sommige criteria zwaarder dan andere. In de meeste gevallen wordt echter een combinatie
van de genoemde criteria gebruikt.
Cultuurspecifiek
De genoemde normen zijn zeer context- en cultuurspecifiek. Bv rouw. Angst en depressie kunnen
normale en adequate reacties zijn op een situatie. Wanneer dit na een gepaste periode niet
overgaat, moet er verder worden gekeken. Hetzelfde gedrag kan in verschillende culture contexten
verschillend worden geïnterpreteerd. Voorbeelden: homoseksualiteit, magisch denken (religie). Je
gelooft in zaken die niet fysiek aanwezig zijn.
1.3 Historische context
In de moderne wereld is het overheersende wereldbeeld langzaam verschoven naar het geloof in
wetenschape en rede. Hoe is dit veranderd in de loop van de tijd?
Hippocrates, een beroemde Griekse arts, begon met het overheersende geloof uit die tijd dat ziekten
van het lichaam en geest het gevolg waren van natuurlijke oorzaken en niet door bezetenheid van
bovennatuurlijke geesten. Hij stelde dat de gezondheid van het lichaam en de geest wordt bepaald
door een evenwicht in de humores, dat zijn de essentiële lichaamssappen. Zoals slijm, zwarte gal,
bloed en gele gal. Een verstoring in het evenwicht was verantwoordelijk voor afwijkend gedrag. Zo
zou een traag persoon een overschot hebben aan slijm. Een overschot aan zwarte gal zou de oorzaak
, zijn van een depressie, ofwel melancholie. Een overvloed aan bloed leidde tot een sanguinische
dispositie; vrolijk, zelfverzekerd en optimistisch. Te veel gele gal zorgt voor cholerisch, driftig.
In de middeleeuwen nam het geloof in bovennatuurlijke oorzaken weer toe. Lange tijd dachten
mensen dat zogenaamde heksen in werkelijkheid een psychische stoornis hadden en dat ze werden
vervolgd omdat ze zich afwijkend gedroegen. Maar het geloof in natuurlijke oorzaken is niet
helemaal verdwenen.
Rond 1600 werden er ‘gekkenhuizen’ gebouwd in Europa. In de gestichten woonden zowel bedelaars
als geestelijk gestoorden en de levensomstandigheden waren er erbarmelijk. Rond 1800 kwam er
een verandering. Wat de behandeling van psychiatrische patiënten betreft, waren de Franse artsen
Jean-Baptiste Pussin en Philippe Pinel belangrijk. In hun ogen waren de mensen die afwijkend gedrag
vertoonden gewoon ziek, en daarom hadden ze recht op een menselijke bejegening. Dit idee was in
die tijd niet erg populair. De filosofie was gebaseerd op het idee dat patiënten door een menselijke
bejegening en een verblijf in een ontspannen en respectvolle omgeving weer normaal zouden gaan
functioneren. In de twintigen eeuw is er veel veranderd in de wijze waarop wij met patiënten
omgaan. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog vond de behandeling van patiënten met een
psychische ziekte plaats in psychiatrische ziekenhuizen die meestal ver van de bewoonde wereld
lagen. Rond de jaren 50 begon er een nieuwe wind te waaien, door maatschappelijke opvattingen. Zo
kwamen er nieuwe effectieve medicijnen en nieuwe therapeutische behandelingen.
Een andere belangrijke ontwikkeling is de evidence-based medicine: het streven om gebruik te
maken van het best beschikbare bewijs bij het maken van een keuze voor de behandeling van een
patiënt. Basis van bewijs: (stap 6 levert het ‘hardste’ bewijs).
1. Gevalsbeschrijvingen
2. Verzameling van gevalsbeschrijvingen
3. Open, niet vergelijkend onderzoek
4. Vergelijkend onderzoek
5. Randomised controlled trials, patiënten worden random aan een behandeling toegewezen
en behandelt.
6. Meta-analyse van RCT, resultaten worden gebundeld en verwerkt.
Evidence-based pratice: proces waarin een professional besluiten neemt op grond van de beste
onderzoeksresultaten, ervaring en hulpmiddelen