Hoofdstuk 1: Verleden en heden
Geschiedenis
Tijdens Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (17e-18e eeuw) kenden alleen
steden (stadsrechten gekregen van landsheer, eigen bestuur) een soort gemeentelijk
bestuur.
o Een klein aantal regenten vormden dit bestuur, volk had geen inspraak.
o Op het platteland bleef landadel/landheer de baas.
Franse periode (1795-1813) nieuwe machthebbers maakten einde aan verschil
tussen stad en platteland. Dorpen en steden kregen de naam gemeente, mochten
zelf hun bestuur instellen.
o 1807: eerste gemeentewet, legde dit vast.
o 1815: Nederland werd een onafhankelijke monarchie, onderscheid stad en
platteland keerde terug.
Bestuurders in steden werden door kleine groep rijke mannen
gekozen.
In de dorpen kregen de landheren het weer voor het zeggen.
1848: Nieuwe grondwet, door Thorbecke. Verschil tussen steden en dorpen
verdween definitief.
o Gemeentelijke autonomie en rechtstreekse verkiezing van bestuurders
vastgelegd in grondwet.
o Grote en kleine gemeenten gelijke rechten en plichten
1851: Dit werd verder uitgewerkt in de Gemeentewet. Eerste
gemeenteraadsverkiezingen.
o Elke gemeente een gekozen gemeenteraad (maar: slechts klein deel van de
bevolking mocht stemmen)
o Daarnaast kwam er in elke gemeente een college van burgemeester en
wethouders
1917-19: Algemeen Kiesrecht
2002: pas sinds 2002 is de relatie tussen de verschillende instellingen in de gemeente
wezenlijk veranderd
o Taken en bevoegdheden B&W en gemeenteraad meer gescheiden
o Wethouder kan niet meer ook gemeenteraadslid zijn (dualisering van
gemeentebestuur)
Zelfstandigheid
o Overheid in Nederland heeft drie niveaus:
o Het Rijk
o De provincie
o De gemeente
o Daarnaast: EU, veelheid aan Europese regels en besluiten
o De gemeente: volgens de wet autonoom, maar:
o Centralisatie: De Rijksoverheid ging met het ontstaan van de verzorgingsstaat
(1950-60) steeds meer centraliseren
Gemeenten kregen vooral een uitvoerende taak van dat
gecentraliseerde beleid: medebewind
, o Decentralisatie: eind twintigste eeuw, weer meer autonomie voor gemeenten
Deze overheveling van taken van het Rijk naar de gemeenten is de
laatste jaren versneld doorgevoerd. De rol van de gemeenten in de
uitvoering van landelijk beleid neemt op een aantal terreinen steeds
meer toe
Vaak krijgen gemeenten veel vrijheid om het landelijk beleid
(beleidskader) toe te passen naar eigen inzicht
Soms juist zeer specifieke richtlijnen
Toezicht
o De gemeente blijft onder toezicht staan van de provincie en het Rijk
o Jaarlijkse begroting (geplande uitgaven) en jaarrekening (werkelijke uitgaven)
moet door bestuur van de provincie worden goedgekeurd
o De provincies komen met nota’s, plannen en visies die voor de gemeenten
als leidraad moeten dienen en waaraan gemeentelijke plannen worden
getoetst
o Voor haar inkomsten is de gemeente voor een groot deel afhankelijk van het
Rijk
Een gemeente mag niet zomaar naar eigen regels belasting heffen
Fusies
o Steeds meer samenvoegingen kleine gemeenten: gemeentelijke herindeling
o Soms afgedwongen door Rijk, meestal op eigen initiatief
o De omvang van gemeenten neemt zo toe, aantal nodige ambtenaren dus ook
o De verwachting van gemeenten is dat zij op deze manier krachtiger kunnen besturen
en de vele taken beter uitvoeren
o Er zijn ook gemeenten die hun ambtelijke organisaties laten samengaan. Hiervoor
kiezen ze als ze niet willen herindelen en zelfstandig willen blijven, Een gemeente
bestaat dan alleen nog uit het college van B&W, de gemeenteraad en een kleine staf.
De gefuseerde ambtelijke organisatie is dan verantwoordelijk voor de planning en
uitvoering van beleid. Het bevordert efficiëntie, maar de ambtenaren komen wel
verder van het politieke bestuur van de verschillende gemeenten af te staan.
Samenwerking
o Gemeenten kunnen taken gezamenlijk laten uitvoeren door gespecialiseerde
instellingen, maar ook zelf gemeenschappelijke regelingen opzetten.
o Kritiek: de besturen van de gemeenschappelijke regelingen bestaan meestal uit
wethouders van alle deelnemende gemeenten. Maar een gemeenschappelijke
instelling die zo’n bestuur controleert is er niet of heeft hiervoor weinig
bevoegdheden. Alle afzonderlijke gemeenteraden zullen zelden tot nooit hetzelfde
standpunt innemen, waardoor het moeilijk is om de besturen van de
gemeenschappelijke regelingen of de instellingen te corrigeren of tot een ander
beleid te dwingen.
Hoofdstuk 2: De gemeentelijke instellingen
De gemeenteraad
o De gemeenteraad is het hoogste orgaan van de gemeente. Drie taken:
o De inwoners van de gemeente te vertegenwoordigen
o Stelt de grote lijnen vast voor het beleid van een gemeente
o Controleert of het College van B&W zijn bestuurstaken goed uitvoert
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tessa_b96. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.