Van Hees
H1.2 Ethiek
De ethiek bestudeert normen en waarden, deze spelen een essentiële rol in het menselijke
bestaan. Een norm is een oordeel over wat wel of niet het geval zou moeten of mogen zijn. In
ethiek betreft zo’n oordeel vooral het gedrag van mensen. Wanneer de norm iets stelt wat we
zouden moeten doen, drukt deze een plicht uit (niet mogen liegen, vrije tijd optimaal gebruiken).
Permissies of toestemmingen vormen een tweede belangrijke groep van normen. Deze zeggen
niet dat je iets moet, maar dat je iets mag doen of nalaten. Er bestaat een belangrijke relatie
tussen plichten en permissies.
Een waarde drukt een beoordeling of evaluatie uit, en verwijst meestal op een meer algemene
wijze naar aspecten van het leven die we belangrijk vinden – hieruit volgen nog geen
aanwijzingen over hoe iets gerealiseerd kan worden. Soms verwijst een waarde naar een
specifieke karaktereigenschap, deze noemen we deugden. Waarden verschillen van normen, die
wel een concrete gedragsbepaling uitdrukken.
Als we spreken over een moraal verwijzen we naar een stelsel van normen en waarden, dat
betrekking heeft op het handelen van mensen. De normen en waarden die in een bepaalde
cultuur of maatschappij bestaan worden wel de positieve moraal van die cultuur of
maatschappij genoemd. De bestudering van normen en waarden is niet het exclusieve terrein
van de ethiek. Een belangrijk onderscheid tussen ethiek en andere disciplines echter is dat de
ethiek zich richt op de vraag welke normen en waarden we belangrijk zouden moeten vinden->
de ethiek richt zich niet primair op de beschrijving van bestaande normen en waarden (de
positieve moraal), of op een verklaring van het ontstaan van bepaalde normen en waarden, maar
richt zich op de vraag welke normen en waarden we kunnen rechtvaardigen.
Sociale wetenschappers geven verklaringen voor het ontstaan van normen, deze verklaringen
vormen nog geen rechtvaardiging voor de norm. De vraag naar de rechtvaardiging voor een norm
is geen vraag naar de oorzaken voor het ontstaan ervan, maar naar de redenen die voor de norm
gegeven kunnen worden. Het is een kwestie die behoort tot de kern van ethiek: welke normen en
waarden kunnen we met goede redenen verdedigen? Ethiek bestudeert normen en waarden,
maar is ook normatief; ze probeert tot een oordeel over die normen en waarden te komen.
Een morele uitspraak kan gezien worden als uitdrukking van normen of waarden waarmee we
kunnen instemmen.
- Het funderingsprobleem
Uit een feit kan geen norm worden afgeleid; uit de constatering dat iets het geval is, volgt niet dat
we iets zouden moeten doen -> logische kloof tussen zijn en behoren genoemd.
Er kan niet altijd een juiste fundering van argumenten plaatsvinden. Soms moet er gekeken
worden naar een norm, maar deze moet wel weer gefundeerd worden – het lijkt onmogelijk tot
een ultieme fundering voor ethische stellingnamen te komen. Die onmogelijkheden duiden we
aan als het funderingsprobleem.
- Relativisme
Ten opzichte van wat zijn normen en waarden relatief? Normen en waarden zijn relatief ten
opzichte van de cultuur waarin ze gelden. Culturen veranderen in de loop van tijd, en veel
, huidige normen en waarden verschillen met vroeger. Dit zijn cultuurafhankelijke normen en
waarden. Maar zijn deze ook fundamenteel? Soms berusten verschillende normen op identieke
waarden. Ook kunnen we afvragen of er werkelijk geen cultuuroverstijgende normen en waarden
zijn. Dat normen en waarden deels cultureel bepaald zijn betekent nog niet dat we niet zinvol
over normen en waarden kunnen nadenken.
Er zijn ook andere vormen van relativisme, en misschien zijn die wél een ondersteuning voor de
opvatting dat het een illusie is te menen dat we op basis van argumenten over morele vragen
kunnen praten. Waar het cultuurrelativisme zich richt op verschillen tussen culturen en dus
tussen groepen van mensen, zijn er ook relativisten die verwijzen naar fundamentele verschillen
die zouden bestaan tussen individuen. In deze variant van het relativisme, ook wel subjectivisme
genoemd, worden normen en waarden als volstrekt subjectief gezien; als geheel afhankelijk van
de particuliere gevoelens en opvattingen van een individu. Een voorbeeld is de theorie van het
emotivisme, volgens welke een morele uitspraak de uitdrukking van een gevoel is. Een ethische
discussie is in deze opvatting niet dan het uiten van gevoelens en het beïnvloeden van de
gevoelens van anderen.
Bezwaren tegen emotivisme:
1. Het is de vraag of de morele afkeuring inderdaad altijd een negatief gevoel en morele
goedkeuring altijd een positief gevoel uitdrukt.
2. Deze theorie doet geen recht aan de grote betekenis die wij feitelijk toekennen aan het
rechtvaardigen van ons handelen. -> constant uitleggen waarom we dingen doen, maar
dit kunnen we niet rechtvaardigen
3. De relatie tussen gevoelens en morele opvattingen ten onrechte geïnterpreteerd als een
causaal verband, waarbinnen gevoelens altijd als oorzaken, en morele opvattingen altijd
als hun gevolgen.
Het funderingsprobleem laat zien dat een absolute fundering van normen en waarden
problematisch is. Literatuur kent antwoorden op het funderingsprobleem: Het ontkennen van
het bestaan van een strikte scheiding tussen feiten en normen. Hier zijn feiten vaak ‘normatief
geladen’ en het zou daarom wel mogelijk zijn normen uit feiten af te leiden. We zoeken naar een
tussenweg tussen objectivisme en relativisme.
- Waarden en het goede leven
Hoe ziet een tussenweg tussen objectivisme en relativisme er uit? Een mogelijkheid is uit te
gaan van waarden die een prominente rol in ons leven spelen, om vervolgens de vraag te stellen
waarom ze belangrijk
De drie waarden – vrijheid, authenticiteit en geluk – worden beschreven.
➔ Vrijheid
Het belang dat iemand aan vrijheid toekent hangt af van diens invulling van het begrip. Een
voorbeeld is het kapitalisme; de uiteenlopende standpunten over het kapitalisme zullen niet
alleen voortkomen uit verschillende opvattingen over de feitelijke gevolgen van het
globaliseringsproces, maar zijn ook deels terug te voeren op verschil van mening over wat nu
precies onder vrijheid verstaan moet worden. Een onderscheid wat verhelderend werkt, is dat
tussen negatieve en positieve vrijheid. Negatieve vrijheid is te definiëren als de afwezigheid van
door anderen opgelegde belemmeringen, en positieve vrijheid als de aanwezigheid van reële
keuzemogelijkheden. Het onderscheid tussen positieve en negatieve vrijheid kunnen een deel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ilsevandenbogert. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,92. Je zit daarna nergens aan vast.