-GESCHIEDENIS -
Tijdvak 1
Tijdvak 1
-TIJD VAN JAGERS EN BOEREN-
1.1 De levenswijze van jagers-verzamelaars. & Ontstaan van landbouw,
landbouwsamenlevingen.
In een gebied met bomen, gras, water, mammoeten, vogels, vis, herten en beren wisten de
jagers-verzamelaars wat ze waar konden halen, dit kwam door ervaring. Ze maakten daar
een hoofdkamp, omringd door verschillende subkampen.
De eerste mensen jaagden niet, maar waren waarschijnlijk aaseters, die vaste looproutes
gebruikten samen met ervaren personen.
Als er genoeg eten is voor het aantal mensen dat er kan leven zonder honger, noemen we
dat het draagvermogen.
Jagers-verzamelaars Landbouwers
middel van bestaan jagen op wilde dieren & verbouwen gewassen &
verzamelen van plantaardig houden van tamme dieren
voedsel
groepsgrootte kleine groepen: 20-50 pers. kleine dorpen: 40-80 pers.
nederzettingspatroon nomadisch, tijdelijke sedentair (1 plaats), met
kampen met tenten/hutten stevige boerderijen
bezit weinig bezit veel bezit
sociale verhoudingen egalitair elitair
gereedschappen bijlen, pijl en boog, sikkel, ploeg, maalstenen,
speerpunten, netten aardewerk
Het ontstaan van de landbouw begon in de ‘vruchtbare halve maan’ (Turkije/Iran), Midden-
Amerika en Oost-Azië. Hierover zijn twee theorieën, die van Childe en Hillman:
Childe: door het einde van de laatste ijstijd werd het klimaat droger, waardoor
mensen/dieren naar de waterbronnen trokken. Hierdoor was er beperkte ruimte, en
ontstond de landbouw.
Hillman: de jagers-verzamelaars verzamelden wilde granen en zien later dat er iets
uit de grond is gegroeid op diezelfde plek, hierdoor gingen ze tamme granen
verbouwen.
1.2 Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Er ontstonden verschillende culturen: een groep gemeenschappelijke kenmerken, zoals
normen & waarden, taal en herkenbare artefacten (dingen gecreëerd door de mens).
Groepen met dezelfde cultuur vormden beschavingen: een samenleving met een complexe
en hoogontwikkelde cultuur. Om leiding te geven aan een cultuur zijn structuren ontwikkeld.
Een beschaving kenmerkt zich door technologisch niveau. De eerste beschavingen komen
traditioneel uit Mesopotamië of Soemerië.
,Mesopotamië is het gebied tussen de Eufraat en de Tigris, hier was het vruchtbaar door het
slip wat de rivier meeneemt en irrigatie. De dorpen in het gebied konden uitgroeien tot
stadstaten: een kleine staat ter grootte van een stad en haar omgeving. Door de grote
landbouwopbrengst ontstond er overproductie. Nu konden mensen zich gaan specialiseren
in bijv. ambacht en handel. Hiërarchie ontstond hier door:
verschillende opbrengst, meer of minder bezit
verschillende beroepen
De stadstaten waren dus agrarisch-urbane samenlevingen met daaromheen kleine dorpen
(achterstad).
Centraal in een stadstaat stond een tempel of paleis. Naast de religieuze en politieke functie,
werd die ook gebruikt om de opbrengst van de belastingen op te slaan en het opslaan van
voorraden die als uitgifte werden gegeven aan specialisten: priesters, soldaten ambtenaren
etc. (alles behalve boeren). Dit noem je ook wel het redistributiesysteem. Zo ontstond ook
het schrift, dit was namelijk nodig voor het vastleggen van inkomsten en uitgaven.
De kenmerken van een stadstaat waren dus:
hiërarchie
een godsdienstig/politiek centrum
specialisatie
het schrift
-GESCHIEDENIS -
, Tijdvak 2
Tijdvak 2
-TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN-
2.1 De Griekse wereld
Griekenland bestond voornamelijk uit zee en bergen, met losse Griekse stadstaten: polis, dit
is een gemeenschap van burgers met een eigen bestuur, ter grote van een stad. Griekenland
was dus geen politieke, maar een culturele eenheid. De belangrijkste polis was Athene, waar
ook de democratie ontwikkelde.
Griekenland ging zich steeds meer focussen op koloniën, waar voedsel goedkoop was en
veel vruchtbare grond beschikbaar. Dit leidde tot armoede onder achterblijvende boeren,
die uiteindelijk slaven werden door het systeem van de schuldslavernij. Er ontstonden
nieuwe kansen toen de verschillen tussen arm en rijk nog groter werden, handelaren
profiteren namelijk van het vervoeren van voedsel. Dit zorgt voor economische emancipatie.
In Griekenland was het zo: wie de stad beschermd, mag de stad besturen. Dit zorgt er dus
voor dat vooral rijkeren in het bestuur zaten, wat leidde tot aristocratie (rijke elite aan de
macht). Burgerschap was gebonden aan deelname in het leger. Door de economische
emancipatie konden rijken spullen kopen voor het leger, in ruil voor politieke inspraak. Zo
ontstond dus ook militaire emancipatie. Hierdoor ontstond er roep om inspraak over de
frictie tussen arm & rijk.
Om deze conflicten op te lossen kwam Sólon met nieuwe ideeën:
nieuwe indeling van het volk
afschaffing van de schuldslavernij
volksvergaderingen
volksrechtbank en de codex
Het ontstaan van de democratie ging hierdoor steeds een stapje verder, het was een
langzame ontwikkeling waarin vrijheid en gelijkheid erg belangrijk waren. Mensen konden
persoonlijk hun mening geven in volksvergaderingen: directe democratie.
Onder leiding van Perikles ontvouwde zich in Athene de Gouden eeuw. Hij startte grote
bouwprojecten en Athene werd het centrum van kunst en cultuur. Ook vestigden
wetenschappers en filosofen zich in de stad. Een van de bouwprojecten was de Akropolis,
een verstevigde heuvel in het centrum van de stadstaat die diende als vluchtburcht en
opslag van schatten.
Voorheen werd alles verklaard door goden en mythes, maar nu werd er gefocust op de
wetenschap en filosofie. Wetenschap: het verklaren van de wereld met behulp van
theorieën gebaseerd op waarnemingen en experimenten. Filosofie: theoretische benadering
van vraagstukken bedoeld om kennis en wijsheid te verkrijgen op basis van redeneringen.
2.3 Imperium Romanum
Rome wordt volgens het verhaal gesticht in 753 v. Chr. door Romulus. Het was toentertijd
een soort stadstaat tussen de heuvels en langs de Tiber, met veel zoutbronnen. De