HC. Dysartrie en Dysfagie
behandeling.
Dysartrie
De definitie van dysartrie:
Dysartrie is een verzamelnaam van Neurologische Spraakstoornissen ten gevolge van
afwijkingen in kracht, snelheid, bereik, stabiliteit, tonus of nauwkeurigheid van spieren die
nodig zijn voor de realisatie van de ademhalings-, fonatie-, resonantie- en articulatie-
aspecten en prosodische aspecten van de spraak.
Gevolgen van dysartrie.
In te delen volgens de ICF-niveaus:
1. Functie; bijv. een zwakke stem.
2. Activiteiten: bijv. het spreken.
3. Participatie: bijv. het spreken met mensen op het werk.
Meetinstrumenten.
- Radboud Oraal Onderzoek naar de 5 hersenzenuwen.
- Nederlandstalig Dysartrie Onderzoek – Volwassenen = NDO-W
Classificatie van dysartrieën.
- Slappe dysartrie.
de oorzaak kan zijn:
o Mononeuropathisch = uitval van 1 of meerdere zenuwen.
o Myogeen = niveau spier of musculaire overgang.
o Bulbair = niveau hersenstam.
o UUMN = Unilateral Upper Motor Neuron Disease (CVA of trauma).
- Spastische dysartrie (wordt soms pseudobulbair genoemd.
- Atactische dysartrie (wordt soms cerebellair genoemd).
- Hypokinetische dysartrie
- Hyperkinetische dysartrie
- Gemengde dysartrie
Dysfagie.
Het beoordelen van het slikken doe je altijd in de 4 fases.
1. Voorbereidende of pre-orale fase:
Voedsel zien en voorbereiden op wat er komt, hap/slok nemen en eventueel kauwen.
Het eigenlijke slikken:
2. Orale transport- of orale fase:
Transport van de bolus van voor naar achter en INZET van de slik.
Tot nu toe een willekeurig, te beïnvloeden proces.
De slikreflex wordt pas ingezet als de bolus bij de farynxbogen komt.
Fase 3 en 4 zijn onwillekeurige processen:
3. Faryngeale fase:
, Het velum sluit de neusholte af, epiglottes en stembanden sluiten de luchtpijp af, de
larynx gaat omhoog en naar voren, de oesophagus wordt daardoor geopend.
4. Oesofageale fase:
Bolus gaat van de slokdarm naar de maag door peristaltische bewegingen en
zwaartekracht.
= buiten het aandachtsgebied van de logopedist.
Een normaal slikproces gaat:
- snel,
- gemakkelijk,
- er blijft niets achter,
- er komt niets in de trachea/luchtpijp.
Welke vaardigheden zijn nodig:
- Motorisch; spieren van gezicht, mond en keel.
- Sensorisch; voedsel of vocht kunnen voelen in mond en keel.
- Cognitief; voedsel herkennen.
Het is deels willekeurig (bijv. kauwen en slikinzet) en deels onwillekeurig/reflexmatig
(slikreflex en speekselproductie).
Etiologie – oorzaken van dysfagie.
- Anatomische afwijkingen (schisis)
- Neurologische afwijkignen.
- Oncologische afwijkingen.
- Schade aan de hersenzenuwen, b.v. na een operatie.
- Psychologische oorzaken.
- Normale veroudering: Presbyfagie.
Hersenzenuwen – spreken en slikken.
N.V Trigeminus.
Motoriek van de onderkaak, onder andere M. Masseter, sensibiliteit van het gelaat en
mondholte.
N.VII Facialis.
Motoriek aangezicht, heeft de mond- en oogtak.
N.IX Glossofaryngeus.
Motoriek van het velum, de farynx. Onder andere verwijden.
N.X Vagus.
Motoriek velum, farynx en larynx.
N.XII Hypoglossus.
Motoriek van de tong.