100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting h8: anatomie en fysiologie, de essentie €3,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting h8: anatomie en fysiologie, de essentie

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

Duidelijke samenvatting van h8 van anatomie en fysiologie. Alle benoemde hormonen staan overzichtelijk in een tabel beschreven met de werking erbij. Boek er niet meer nodig bij! In 3/4 kantjes alles beschreven! succes

Voorbeeld 3 van de 4  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 8
  • 11 oktober 2024
  • 4
  • 2024/2025
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (18)
avatar-seller
emmeliewagenaar
Hst 8: Het hormoonstelsel

Hormonen spelen een rol bij de voortplanting, de groei en ontwikkeling, de
afweer en de celstofwisseling. Ook dragen ze bij aan homeostase. Ze houden de
elektrolyt-, vocht-, en voedingsbalans ban het bloed in evenwicht.
Endocrinologie: de wetenschappelijke studie van hormonen en
hormoonorganen.

8.1
De hormoonorganen zitten verdeeld over het lichaam en zijn in het algemeen vrij
klein. Hormonen: chemische stoffen die door deze organen wordt
aangemaakt en uitgescheiden.

- Komen via bloed bij alle organen,
*alleen weefsels of cellen voor welke het hormoon bedoeld is reageert
hierop
‘doelorganen’/ ‘doelcellen’
- Een doelcel heeft specifieke eiwitreceptoren waaraan bepaald hormoon
kan hechten.
- Alleen met deze binding kan hormoon werken

Hormonen kunnen:

 De doorlaatbaarheid van het plasmamembraan veranderen
 Enzymen activeren of deactiveren
 Celdeling stimuleren of remmen
 De afscheiding van een product, bijv. een eiwit of enzym, bevorderen of
remmen.

Bij gezonde mensen nemen hormoonklieren alleen hormonen af als ze nodig
zijn. hormoonspiegel: de concentratie van hormonen in het bloed. Op 2
manieren geregeld:

1. Via een hormoon met tegengestelde werking:
Bijv. insuline en glucose. Glucagon is een antagonist van insuline
2. Door middel van negatieve feedback:
Wanneer er voldoende van het hormoon geproduceerde stof is, remt de
aanmaak van het hormoon. De productie wordt minder gestimuleerd.

3 categorieën hoe hormoonklieren aangezet wordt tot de productie:

1. Hormonaal
- Meest voorkomende prikkel: andere organen zetten een hormoonorgaan
aan tot actie.
2. Humoraal (via het bloed)
- Lage of hoge concentraties van bepaalde stoffen in het bloed stimuleren
de afgifte van hormonen. Bijv. insuline
3. Neuraal (via het zenuwstelsel)
- De zenuwvezels stimuleren de afgifte van hormonen
-

,8.2
De belangrijkste hormonen zijn; de hypofyse, de hypothalamus (maakt deel uit
van zenuwstelsel), de schildklier, de bijschildklier, de bijnieren, de alvleesklier en
de geslachtsklieren.

De hypofyse & de hypothalamus

- Zo groot als een erwt, is verbonden met de onderkant van de
hypothalamus
- De hypothalamus: een structuur aan de onderkant van de tussenhersenen
welke releasing (vrijmakende) hormonen aanmaakt, stuurt onwillekeurige
zenuwstelsel aan en is het centrum voor veel emoties.
- De hypofyse: heeft voorkwab die hormonen produceert en achterkwab die
hormonen uit hypothalamus opslaat.

Tabel hormonen op volgende pagina

8.3
De organen en weefsels die ook hormoonproducerende cellen hebben zijn:

- De celmembranen van vrijwel alle lichaamscellen
- Cellen in de wand van het spijsverteringskanaal: maag,
twaalfvingerige darm
- De nieren
- De boezems van het hart
- Vetweefsel
- De zwezerik
- De placenta of moederkoek

Zie tab 8.2 voor de belangrijkste kenmerken hiervan



Plaats: Hormoon en werking:
Hypothalamus - Oxytocine
 Bij bevalling/borstvoeding
 Stimuleert samentrekking gladde spieren
baarmoeder
 Stim. samentrekken spiercellen rond de
melkkanalen --- (toeschietreflex)
 Neurotransmitter in hersenen ‘knuffelhormoon’
- Antidiuretisch hormoon (ADH)
 Zet nieren aan tot opnemen/vasthouden water
 Hvlheid urine neemt af, sterker geconcentreerd,
bloedvolume neemt toe, bloeddruk stijgt vanwege
vernauwing kleine slagaders,
 Daling: meer urine, stijging: minder urine
- TRH, GHR, CRH
Hypofysevoork - 2 niet-stimulerende hormonen:
wab - Groeihormoon (GH)
 Algehele stofwisseling, belangrijkste effect: groei
skeletspieren en de lange botten

,  Zet doelcellen aan te groeien en zich te delen
 Zorgt dat vetten afbreken om ATP te kunnen
vormen
- Prolactine (PRL)
 Eiwithormoon, borstontwikkeling bij vrouwen
 Bevorderd melkproductie
- 4 stimulerende hormonen: (met negatieve feedback)
- Follikelstimulerend hormoon (FSH)
 Zorgt voor een aantal rijpende follikels in eierstok
 (rijpende follikel maakt oestrogeen aan)
 Bij mannen: bevorderd aanmaak zaadcellen
- Luteïniserend hormoon (LH)
 Toename oestrogeen maakt dat LH vrijkomt
 Zorgt voor je eisprong en voor vorming gele lichaam
 (gele lichaam produceert hormoon progesteron, wat
voor groei baarmoederslijmvlies en stand
hiervan zorgt)
 Bij mannen: aanmaak testosteron
- Thyroïdstimulerend hormoon (TSH)
 Beïnvloed de groei en activiteit van de schildklier
- Adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
 Regelt de hormoonactiviteit van de bijnieren
Pijnappelklier - Melatonine
 Maakt ons slaperig
- Serotonine (neurotransmitter)
 Heeft invloed op je stress, stemming en emotie
Schildklier - T3 & T4
 Door de afgifte TSH wordt de schildklier aangezet
tot het maken van beide schildklierhormonen (T3 & T4)
negatieve feedback
 Dragen bij aan de stofwisseling van de cellen, de
bloeddruk, de hartslag, en is nodig voor de groei en
ontwikkeling
 Regelen snelheid waarmee glucose omgezet mee
wordt naar lichaamswarmte en ATP

- Calcitonine
 Antagonist van het parathormoon uit de
bijschildklieren
 samen regelen ze de calciumhuishouding
 Calcitonine verlaagd het calciumgehalte in het
bloed
 aanmaak van dit hormoon bij volwassenen is
beperkt en stopt, dit verklaard de botontkalking op die
leeftijd
bijschildklieren - Parathormoon (PTH)
Zorgt met calcitonine voor een evenwicht van
calcium
 Als calcium onder een bepaalde waarde zit geven
de bijschildklieren PTH af, PTH zorgt dat het stijgt
door:
1. Calcium vrij te maken uit de botten
2. De darmen te stimuleren meer calcium uit de
voeding op te nemen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emmeliewagenaar. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 82956 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49
  • (0)
  Kopen