Uitgebreide samenvatting van het boek Justitiële Interventies (Ido Weijers, tweede druk). Alle hoofdstukken zijn samengevat en worden per studieweek besproken (Bijv. Week 1: Hoofdstuk 1, 6 en 7). Deze samenvatting zorgt dus voor overzicht, ideaal bij het studeren.
Samenvatting Justitiële Interventies voor jeugdige daders en risicojongeren
WEEK 1: DIAGNOSTIEK, RISICOTAXATIE EN VERSLAGLEGGING IN DE FORENSISCHE ORTHOPEDAGOGIEK
Hoofdstuk 1 – Inleiding
Er moet nog een goede balans worden gevonden tussen creatieve ideeën, daden en
evidence. Er is sprake van een ongeremde creativiteit wat het lastig maakt om een balans te
vinden met wetenschappelijke kennis.
Als de doelgroep onduidelijk is, is het ook onduidelijk wat als recept voor welke klacht is
bedoeld er kan dan niet van effectiviteit worden gesproken.
Nog zorgelijker dan een onduidelijke doelgroep: als een bestaande interventie niet blijkt te
werken, wordt er vaak alsnog mee doorgegaan.
Een harde aanpak met weinig aandacht voor het individu, zijn persoonlijke behoeften,
beperkingen en mogelijkheden en zijn omgeving heeft vaak contraproductieve effecten.
Verder pakken peer group interventies met antisociale jongeren vaak eerder negatief dan
positief uit.
We zitten op dit moment in een moeilijke, maar ook een spannende en fascinerende
periode.
- Kennis neemt toe vanuit verschillende specialismes.
- Wetenschappelijke kennis en inzichten krijgen meer erkenning.
- Er is sprake van een groeiende behoefte aan verantwoording van beleid.
Een bedreiging is het grote belang dat gehecht wordt aan voorspellingen van iemands
toekomstig crimineel gedrag bij de keuze voor een sanctie en advies in die richting aan de
rechter.
Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD): deze maatregel wordt niet gebaseerd op het
gepleegde delict maar op het te verwachten delictgedrag. De ontwikkeling en toepassing van
risicotaxatie-instrumenten is van belang. De bestaande instrumenten zijn echter onvolledig.
Er wordt te weinig aandacht besteed aan beschermende factoren en de instrumenten geven
alleen maar een algemene risicoscore.
Statistische discriminatie: jongeren aangepakt o.b.v. informatie over groepen. Het
individueel feitelijk gedrag telt niet meer Sampson & Laub: het gaat om veranderingen
van sociale omstandigheden.
Gedrag van personen met een laag risico wordt beter voorspeld dan dat van hoog
risicopersonen. Maar screening en diagnostiek zijn onmisbaar om een goed beeld te krijgen
van de problematiek en passende aanpak.
Relevante conclusies:
Het is vooral gunstig wanneer politie zich focust op hot spots en hot times.
Geen positief effect van sneller straffen op vermindering van recidive.
Vrijheidsbeneming zal niet bijdragen aan terugdringen van recidive na vrijlating.
Korte vrijheidsstraffen niet effectief.
,Hoofdstuk 6 – Het LIJ
Het LIJ is een samenhangend pakket van instrumenten voor risico- en behoeftetaxatie.
Belang van risico- en behoeftetaxatie: RNR model
Het gaat met name om het terugdringen van recidive.
Volgens het RNR model zijn er drie beginselen waaraan interventies moeten voldoen om
effectief te zijn:
1. Risicobeginsel: intensiteit van de interventie moet afgestemd zijn op het
recidiverisico (wie).
2. Behoeftebeginsel: de interventie moet gericht zijn op criminogene behoeften
dynamische risicofactoren (wat).
3. Responsiviteitsbeginsel: de interventie moet passen bij de motivatie, leerstijl en
intellectuele mogelijkheden van de verdachte (hoe).
Ontwikkeling van risicotaxatie-instrumenten:
- Eerste generatie: ongestructureerde klinisch oordeel (kennis, ervaring en intuïtie).
- Tweede generatie: gestructureerd, grotendeels statische risicofactoren (leeftijd,
eerder gepleegde delicten). Recidive kan worden voorspeld maar niet duidelijk hoe
recidive kan worden verminderd.
- Derde generatie: gestructureerd, naast statische ook dynamische risicofactoren,
inzicht in hoe risico’s te verminderen.
- Vierde generatie: risicotaxatie geïntegreerd met casemanagement (LIJ).
BARO: strafadvies en psychiatrische problematiek indicatie voor vervolgdiagnostiek.
SAVRY: inschatten van risico op geweldsrecidive.
LIJ (Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen)
Gebaseerd op het RNR-model. Ook van belang:
Zorgsignalen: niet-criminogeen, houden niet direct verband met crimineel gedrag.
Beschermende factoren
Drie fasen jeugdstrafrechtketen:
- Preselectie: start bij verhoor door politie
- Selectie: start na proces-verbaal
- Interventie: start bij vonnis
Fase 1: screening
Fase 2+3: diagnosticeren
Fase 2+3: advisering + indicering
Preselectie
Deze fase staat in het teken van informatie verzamelen. In deze fase wordt bepaald of de
jongere naar Halt moet of dat er een proces-verbaal moet worden opgesteld, en of er
zorgmelding moet worden gedaan bij Veilig Thuis. Belangrijkste doel: risico op recidive en
risico zorgwekkende opvoedingssituatie. Twee risicotaxatie-instrumenten:
- Preselect Recidive
- Preselect Zorg
(zie figuur 6.1 en 6.3 volgende pagina voor opbouw Preselect Recidive en Preselect Zorg)
,Selectie
In deze fase wordt er informatie verzameld door Halt, Raad voor de Kinderbescherming
(RvdK), Jeugdreclassering (JR) en het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en
Psychologie (NIFP). Er wordt op een trapsgewijze manier gescreend om zuinig een
inschatting te maken van risico’s, criminogene behoeften, zorgsignalen en responsiviteit.
- Instrument 2a: verkort screeningsinstrument, risicoprofiel opstellen om te bepalen of
aanvullend onderzoek nodig is, of er zorgsignalen zijn of aanvullende diagnostiek
nodig is.
- Instrument 2b: uitgebreide screeningsinstrument wanneer er zorgsignalen zin of
problemen op meerdere domeinen. Het belangrijkste doel is een meer diepgaande
, inventarisatie van dynamische en beschermende risicofactoren die van invloed zijn
op de kans van recidive.
Interventie
Informatie wordt verzameld door RvdK, JR en/of JJI. Belangrijkste doelen in deze fase:
- Bepalen of er sprake is van zorgsignalen of aanvullende diagnostiek nodig is
(inschakelen NIFP).
- Keuze voor passende gedragsinterventie.
- Invulling en evaluatie van gedragsinterventie.
Stand van zaken:
Het LIJ is nog niet uitontwikkeld. Preselect Zorg wordt nog niet overal in Nederland ingezet
en instrumenten 2a en 2b moeten worden genormeerd op basis van Nederlandse data.
De voorspelkracht van Preselect Zorg en Preselect Recidive wordt ook wel de AUC-waarde
genoemd (blijft een schatting). De instrumenten scoren beter dan de meeste andere
instrumenten die internationaal worden toegepast voor de jeugd.
In hoeverre moeten wegingen van bepaalde domeinen worden aangepast aan sekse, leeftijd
en culturele achtergrond? De ontwikkeling van het instrumentarium is een continu proces
vanwege veranderingen door de tijd heen en in de doelpopulatie.
Het belangrijkste doel van het LIJ is de toeleiding van jongeren naar de best passende
interventies zo goed mogelijk uit te voeren en daarmee de kans op recidive te verminderen
en de juiste zorg toe te passen.
Hoofdstuk 7 – De deskundige in het strafproces
Gezondheidszorg en strafrecht
Gezondheidszorg: empirische evidentie. Het gaat om passend geneeskundig behandelen van
patiënten dat zoveel mogelijk wordt omschreven in richtlijnen waarbij normatieve aspecten
zijn vastgelegd in beroeps- en gedragscodes.
Strafrecht: het gaat om de meest gepaste beslissingen voor zowel verdachten als
samenleving. Juristen nemen besluiten o.b.v. normatieve gronden, vastgelegd in wetboeken
van strafrecht (Sr) en strafvordering (Sv) en die in jurisprudentie houdbaar zijn gebleken.
Juristen, psychiaters, psychologen en pedagogen zijn zich vaak onvoldoende bewust van
domeinverschillen. Er is een vertaalslag nodig bij een domeinwissel. Bij gedragsdeskundig
onderzoek pro Justitia komen deze domeinwissels duidelijk aan de orde stelt forensische
vakbekwaamheid en onafhankelijkheid en onpartijdigheid op de proef.
De opdrachtformulering en vraagstelling van onderzoek pro Justitia moeten duidelijk zijn en
de deskundige moet kennis kunnen toepassen en materiaal opleveren zodat de
opdrachtgever een besluit kan nemen.
De forensische vakbekwaamheid
De gedragsdeskundige dient een gezondheidszorgpsycholoog, kinder- en jeugdpsycholoog,
orthopedagoog of psychiater te zijn en een opleiding voor rapporteur te hebben gevolgd bij
het NIFP. De gedragsdeskundige moet onafhankelijk en onpartijdig zijn en een zekere
afstand met de opdrachtgever en procespartijen hebben. Bovendien moet de
gedragskundige duidelijk zijn tegenover betrokkenen en moet zich niet bezighouden met
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jvandergrijn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.