Rosenwein - H1 (300-600)
De City of man is niet voor eeuwig, het is het aardse leven blootgesteld aan honger en
ziekte. In de City of God is het eeuwig en gelukkig.
Instituties, scholen, kerken en overheden maken het mogelijk om in de city of God te
komen: “de stad van de mens is gelukkig want God heeft hier zijn kerk geplaatst”,
Christus’ aardse opvolgers hadden de macht.
De mis is een kerkdienst in de katholieke kerk, waarin gelovigen worden verbonden
met de doden, Jezus Christus en de eucharistie (dankzegging met brood en wijn).
Heiligen= modellen voor deugdzaamheid, geliefd door God (ook wel martelaars), zij
wilden zich niet toegeven aan menselijke activiteiten zoals seks, bezit etc. als ze
stierven leefde hun macht voort in relikwieën. Relikwieën werden soms meegenomen
naar machtige huizen opdat hun macht groter wordt. Schrijven was de enige manier
om iemand een heilige status te geven: na Constantijn werd het aanstellen van heiligen
niet meer gebruikelijk.
Barbaren
In 410 namen de Visigoten de stad Rome in onder leiding van Alaric. Voorheen
leefden Romeinen en Visigoten vreedzaam samen, Visigoten vochten zelfs in het
Romeinse leger: aan het einde van de 4e eeuw bestonden Romeinse legereenheden
volledig uit Gotische of Frankische stammen (het huwelijk) maar vervielen als een
gescheiden koppel door verraad en strijd.
Hoorcollege; constant vluchten voor de Hunnen maakte dat de Visigoten toegang
wilden tot het Romeinse Rijk, ze doodden de keizer Romeinse Valens (in slag bij
Adrianopel): Rome had militairen nodig en de Visigoten wilden land en voedsel
waardoor ze verdragen ondertekenden. Na overname van Rome door de Visigoten
kwamen er meer barbaarse groepen naar Italië, terwijl de Visigoten zich gingen
vestigen in Spanje.
De Franken (in Gallië) en de Bourgondiërs (in Zwitserland) hadden zich ook
al gesetteld in het RR (RR betekent in deze samenvatting ‘Romeinse Rijk’).
Barbaars= Germaans (alleen taalgebonden: mensen die Germaanse talen
spraken), deze waren niet nomadisch.
Wijster was bijvoorbeeld een vaste nederzetting bestaande uit mensen met
verschillende taken en hiërarchie (hoe groter je huis hoe belangrijker, hoe rijker
hoe meer spullen in je graf)
Rijke mensen hadden toegang toe Romeinse producten: hoe? —> langs de
Romeinse grens waren er Germaanse handelaren die hun surplus met Romeinse
provincialen verhandelden.
Vandalen vielen het Romeinse Rijk ook binnen (wellicht ook gevlucht voor
Hunnen) en gingen richting Noord-Afrika.
De machtige leider van de hunnen Attila stierf in 453. In 476 werd de laatste
Romeinse keizer Romulus Augustulus afgezet door de barbaar Odoaker.
1
, Odoaker benoemde zichzelf koning van Italië en wilde het RR verenigen: hij
vroeg Zeno, de keizer van het Oostelijke deel, om samen te werken, maar Zeno
stuurde de koning van de Ostrogroten, Theodorik de Grote, om Odoaker aan te
vallen, in 493 won Theodorik.
Volkeren veranderen over tijd, Goten splitsen zich bijvoorbeeld af in nieuwe groepen.
Goten waren Multi-etnisch. Ze profiteerden van de Romeinse crisis en plunderden
dichtstbijzijnde provincies van het RR. Ze worden in 2 groepen verdeeld: Ostrogoten
en Visigoten.
Belangrijk om te onthouden: De barbaarse situatie
Vandalen in Noordwest-Afrika, de Visigoten in Spanje, de Franken in Gallië, de
Ostrogoten in Italië, de Angel-Saksen in Brittannië en de Bourgondiërs in Zwitserland!
De NIEUWE ORDE was een feit: in het westen hadden de rijken meer dominantie en
het oostelijke deel settelde als het autonome Byzantijnse Rijk
Ruralisatie van het Westen; de Romeinse aristocratische elite was niet ontevreden
met het settelen van de barbaren. Hoe kan dat?
• Romeinse bezitssystemen werden behouden: belasting ging naar de koning en
zijn soldaten (land)
• Barbaren werden gezien als gasten op Romeins land : barbaren en Romeinen
behoorden nu tot dezelfde groep van vrije landbezitters.
Kloven tussen beide volkeren moesten wel worden overbrugd, zoals religie. Goten en
Franken hadden het Arianisme aangenomen (Christus is geschapen door God). Ook
hadden de nieuwe bestuurders Romeinse instituties overgenomen; de Visigotische
Code, Bourgondische Code en Frankische Code zijn Romeins geïnspireerd en in het
Latijns.
Er kwam nieuwe belasting op land en personen wat de curiales (leiders en
woordvoerders van de eigen stad) zou verarmen. Velen weigerden te betalen waardoor
de belasting viel op armere mensen. Zij vluchten naar grote landgoederen en gaven
hun vrije status op voor land en bescherming. Rond 600 hoefden rijke
landeigenaren geen belasting meer te betalen: de stedelijke middenklasse was
VERDWENEN.
Kleine dorpjes buiten de muren ontstonden
1. Leven gebeurde meer op lokale schaal
2. Langeafstands-handel verminderde
3. Landheren, hovelingen, krijgers en koningen monopoliseerden de rijkdom.
Kloosters werden belangrijke landbezitters, monniken rond 500 leefden ver buiten
de machtscentra en waren geen leken maar ook geen geestelijken: ze werden
bewonderd. Sint Antonius van Egypte wordt als de eerste monnik beschouwd. Ze
leefden volgens een ‘regel’ dat een stabiel en ordelijk leven gaf.
2
,Regels waren ongeschreven, maar Sint Benedictus schreef de meest beroemde
kloosterregel op: de norm van het Westen. Door hem werd de dag ingedeeld in bidden,
lezen en arbeid, met als basis de liturgie (= wijze waarop God aanbeden wordt, 7x per
dag, 1x in de nacht). Monniken zingen tijdens de liturgie: het Getijdengebed. Aan het
eind van de week zouden alle 150 psalmen (gedichten uit het oude testament)
gezongen zijn.
Benedictus had zijn eigen klooster naast Rome genaamd Monte Cassino: deze was ver
weg om te vluchten van de samenleving maar dichtbij genoeg om het te linken aan het
pausschap. Paus Gregorius de Grote schreef een hagiografie (een biografie over een
heilige) over Benedictus en zijn Regel en heeft er daarmee voor gezorgd dat de Paus
de grootste macht in Italië werd. Gregorius legde het fundament voor een Engelse
kerk op Romeins model (dit was een vraag op het tentamen).
Monniken mochten zelf geen bezit, maar kloosters wel en die profiteerden van de
vrijgevigheid van anderen. Door te geven aan kloosters kon de normale mens zich
verbinden met monniken en dat was cruciaal, want zij waren het symbool van
deugdelijkheid en hun gebeden reikten God.
WAT GEBEURDE ER IN HET OOSTEN?
Toen Rome werd binnengevallen stuurde de keizer van het Byzantijnse Rijk,
Theodosius II, geen leger om ze te helpen, maar hij ommuurde Constantinopel. Hier
kwam ook een nieuwe orde, maar dit was minder te zien:
Er was nog steeds een keizer met autoriteit, steden bleven voorspoedig met
Constantinopel als centrum waar de elite en geleerden heengingen, ze waren efficiënt
in het innen van belasting en Justinianus (later keizer daar) deed nog zijn best om de
eenheid in het Romeinse Rijk te herstellen, wat mislukte.
De plaag van Justinianus veroorzaakte een tekort aan mankracht en inkomsten,
waardoor hij Slavische volkeren toestond het rijk binnen te treden toen zij de grenzen
bedreigden. Het lukte Justinianus eerst om Italië van de Ostrogoten te heroveren, maar
het land was verwoest na een lange oorlog (535-553). Justinianus werd hierbij
geholpen door de Lombarden (Germaanse stam), maar later namen de Lombarden zelf
Italië over en werden ze heersers van het Noordelijke deel van Italië (Spoleto en
Benevento).
Alleen het gebied van Ravenna tot Rome bleef bij de Romeinen van het Oosten
In de 5e en 6e eeuw werden er handboeken en wetten georganiseerd door keizers (voor
het eerst in het Oosten!)
Codex Theodosianus (483) met algemene wetten en wetten voor individuen
Codex Justinianus (529) en de Digest (533) met initiatieven van Justinianus:
compilatie van Romeinse rechterlijke gedachten.
Keizers in het Oosten presenteerden zichzelf als Perzische ‘koningen der koningen’ en
ze hadden in de kerk ook een rol, want ze wilden het Christendom verheven.
3
, Rome wilde het Sassanidische Rijk, maar hier kwam een nieuwe groep: de Moslims.
Rosenwein - H2 600-750
Het ontstaan van zusterculturen
- Arabische wereld ontstaat (eerder gedomineerd door Perzen en Romeinen)
- Byzantijnse Rijk, politiek en cultureel deel van islamitische en Europese
wereld, houdt aan: daarmee houdt het RR ook aan.
- Europees, Byzantijns en Islamitisch komen voort uit dezelfde ouders: de
Romeinen.
Het Byzantium.
Kenmerkend voor deze tijd zijn de oorlogen met de Sassaniden en later de Arabieren.
Constantinopel werd beschermd door hoge muren, belasting werd efficiënt geïnd
(waardoor soldaten en functionarissen betaald konden worden), ze hadden een marine
op de Middellandse Zee en hadden Grieks vuur als wapen (dit werd gebruikt om
schepen verwoesten!).
Strategiai werden geleid door strategoi (gekozen door keizers). Ambtenaren werden
over het land heen verspreid om het leger te voorzien van voedsel en wapens. Dit
verzamelden ze in natura in naam van de staat.
Invasies en consequenties daarvan:
Ctesiphon was de hoofdstad van het Sassanidische Rijk. Koning Chosroes/Khusro II
droomde van het reorganiseren van de verloren glorie: het Perzische Rijk.
Toen keizer Maurice werd afgezet in 602 door Phocas, maakte Chosroes gebruik van
de politieke onrust in het Byzantium en viel het rijk binnen. Hij nam verschillende
steden over, zoals Jeruzalem, Alexandrië en Damascus en in 621 zelfs Egypte.
Keizer Heraclius van het Byzantium ging tegen de Perzen in, maar de Perzen kregen
steun van de Avaren en de Slaven: die vielen Constantinopel aan. Toch was het leger
slim en de keizer diplomatiek: in 630 hadden ze al het terrein terug. Consequenties:
Minder bevolking in de steden waar gevochten was
Troepen uitgeput en minder omzet
Slaven, Avaren en pastoralisten (trekken rond met dieren) gingen naar de Balkan en
rond 670 versloegen de Bulgaren daar wat vandaag de dag Bulgarije is: het Byzantium
had toen geen terrein meer in de Balkan.
Veel urbane centra verdwenen of herorganiseren zichzelf. Sommige werden
verlaten, werden forten of bleven administratieve centra (deze zijn kleiner maar wel
productief nog). Publieke activiteiten op de marktplaats of theaters minderden door de
vrome bezigheden van kerkgangers of privébezigheden van families. In
Constantinopel bleven commerciële activiteiten aanhouden, het centrum van de
bovenklasse.
4