100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
NIP - Samenvatting week 3 €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

NIP - Samenvatting week 3

 53 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting week 3: beslag- en executierecht. Uitwerking Beslagboekje en Beslagsyllabus. Onderwerpen: 1) gevolgen van beslag, 2) complicaties bij beslag, 3) einde van beslag, 4) executoriaal derdenbeslag, 5) conservatoir beslag, 6) opheffing conservatoir beslag incl arresten, 7) conservatoir derde...

[Meer zien]

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 20 januari 2020
  • 5
  • 2018/2019
  • Samenvatting
  • nip
Alle documenten voor dit vak (69)
avatar-seller
NikkiOetomo
Samenvatting week 3 – beslag en executierecht
H3.5 Gevolgen van beslag

- Blokkerende werking:
Een belangrijk gevolg van beslag is de blokkerende werking. Dit brengt ieder beslag, ongeacht
conservatoir of executoriaal, met zich mee. De blokkerende werking zorgt ervoor dat
rechtshandelingen die na de beslaglegging worden verricht (vervreemding/verhuring) niet tegen de
beslaglegger kunnen worden ingeroepen. Ze zijn weliswaar wel geldig tussen de betrokken partijen,
maar kunnen enkel niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen.

Stel dat een beslagen goed na de beslaglegging dus is verkocht aan een derde, dan hoeft de
beslaglegger zich hiervan niks aan te trekken en kan hij alsnog door middel van de executoriale
verkoop zich verhalen op de opbrengst hiervan.

De blokkerende werking is voor de verschillende vormen van beslag in verschillende afdelingen
geregeld. Zie wettenbundel!

Arresten Forward/Lafranca en Ontvanger/De Jong:
De Hoge Raad stelt dat een beslag zaaksgevolg heeft, in de zin dat een beslag aan het beslagen
goed ‘kleeft’ en niet vervalt wanneer het goed wordt overgedragen aan iemand anders. Een beslag
leidt niet tot beschikkingsonbevoegdheid van de beslagene, die kan dus alsnog het goed overdragen.
Maar, de vervreemding van het goed kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen.

Met andere woorden: het beslag vestigt een rechtsband tussen de beslaglegger en de schuldeiser en
de door het beslag aangewezen vermogensbestanddeel in het vermogen van de schuldenaar. Deze
rechtsband wordt niet doorbroken wanneer het beslagobject wordt overgedragen. De beslaglegger
behoudt zijn bevoegdheden ten aanzien van het goed, dit betekent dat bij verhaalsbeslag de
beslaglegger zijn verhaalsrecht mag voortzetten, ook al maakt de beslagen zaak geen deel meer uit
van het vermogen van de schuldenaar. Dit is een uitzondering op artikel 3:276 BW, omdat hierin staat
dat een schuldeiser alleen verhaal kan nemen op vermogensbestanddelen van de schuldenaar.
Ditzelfde geldt bij beslag tot afgifte of levering (reëel beslag), hierbij mag de beslaglegger nog steeds
afgifte afdwingen, ook al is de zaak in weerwil van het beslag overgedragen aan een ander.

De beslaglegger wordt daarnaast ook beschermd tegen handelingen van de derde-beslagene. Artikel
475h Rv: een door een derde-beslagene betaling gedaan in weerwil van het beslag kan niet tegen de
beslaglegger worden tegengeworpen, en dit betekent dat hij door de beslaglegger (onverminderd)
opnieuw kan worden aangesproken tot betaling van de vordering. Daarnaast is een in weerwil van het
beslag gedane betaling of afgifte jegens de beslaglegger van onwaarde. De enige uitzondering hierop
geldt als de derde-beslagene alles heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem kon worden gevergd om
betaling of afgifte in weerwil van het beslag te voorkomen; bijvoorbeeld als hij al een bankopdracht
had gegeven aan de bank en de uitvoering hiervan niet meer kan tegenhouden.

- Onttrekken/verduisteren is strafbaar feit/onrechtmatige daad

- Beslag schept geen voorrang:
Het beslag kan niet als een (goederenrechtelijk) beperkt recht worden beschouwd! Het schept
namelijk geen voorrang. Alle beslagleggers hebben recht op evenredige verdeling (pro rata parte) van
de opbrengst afhankelijk van de grootte van hun vordering. Het moment van beslagleggen brengt de
beslaglegger dus niet in een betere materiële positie ten opzichte van andere beslagleggers.

Dit is anders bij beperkte zekerheidsrechten zoals pand- en hypotheekrecht: deze hebben op grond
van hun beperkte recht voorrang en daar geldt het moment van vestiging c.q. totstandkoming van hun
recht wel.

H3.6 Complicaties bij beslag
- Beslag en faillissement
Beslag is een bewarende of executiemaatregel ten aanzien van bepaalde goederen van een
schuldenaar. Faillissement betreft het gehele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de
faillietverklaring, en alles dat hij gedurende het faillissement verwerft. De schuldenaar verliest de
beschikking over zijn vermogen, dit komt toe aan de curator.

, Wanneer beslag is gelegd op bepaalde zaken van en schuldenaar, en deze daarna failliet wordt
verklaard, dan vervallen de beslagen. Iedere executie ter zake van een deel van het vermogen neemt
dadelijk een einde.

- Samenloop beslag en beperkte rechten:
Dit zal voornamelijk voorkomen bij beslag op een goed waarop vuistloos pandrecht berust, omdat je
hierbij niet kunt zien dat de zaken al zijn verpand (ze zijn niet in de macht van de pandhouder).

Wanneer op vuistloos verpande zaken executoriaal beslag wordt gelegd, dan moet de beslaglegger
de positie van de pandhouder respecteren. De pandhouder mag de executie bijvoorbeeld overnemen,
en zich bij voorrang op de opbrengst verhalen.

Bij executoriaal beslag op een onroerende zaak, kan de beslaglegger worden geconfronteerd met de
hypotheekrechthouder. De beslaglegger moet het beslag aan de hypotheekrechthouder(s) betekenen
en deze mogen ook de executie overnemen.

- Samenloop beslagen:
Bijvoorbeeld bij beslag tot afgifte en verhaalsbeslag op één goed. Hierbij moet gekeken worden of de
afgifte van een zaak kan plaatsvinden, ondanks dat hierop al verhaalsbeslag rust. Deze beslissing
moet de bevoegde rechter maken in een executiegeschil, artikel 438 Rv. Ditzelfde geldt bij cumulatie
van beslagen tot afgifte: welke beslaglegger gaat voor en aan welke moet de beslagen zaak worden
afgegeven?

Artikel 497 Rv: samenloop van beslag tot afgifte met een ander beslag. Hierbij kan de meest gerede
partij zich overeenkomstig artikel 438 Rv tot de rechter wenden. Bij conservatoire beslagen geldt dit op
grond van artikel 736 Rv. In dit executiegeschil wordt vastgelegd welke beslalegger materieel het
sterkste recht op de beslagen zaak heeft.

- Risicoaansprakelijkheid beslaglegger:
Op de beslaglegger rust risicoaansprakelijkheid voor de gevolgen van (achteraf bezien) onterecht
gelegd beslag. Dit geldt voor zowel executoriaal als conservatoir beslag.

Executoriale beslaglegger waarbij de titel later wordt vernietigd moet instaan voor de schadelijke
gevolgen van deze onterechte executie. Conservatoire beslaglegger waarbij de eis in de hoofdzaak
wordt afgewezen heeft ook onterecht beslag gelegd. Beide kunnen leiden tot onrechtmatige handeling
jegens beslagene.

Bij conservatoire beslag: risicoaansprakelijkheid voor de gevolgen als de hoofdzaak geheel wordt
afgewezen. Als deze gedeeltelijk wordt toegewezen, dan kan niet onmiddellijk worden geconcludeerd
dat het beslag ook ten onrechte is gelegd. Als vast komt te staan dat het beslag voor een te hoog
bedrag, te lichtvaardig of onnodig is gelegd dan kan de vraag naar de aansprakelijkheid van de
conservatoire beslaglegger worden beoordeeld aan de maatstaf die geldt voor misbruik van recht,
artikel 3:13 BW (wordt zelden aangenomen in de praktijk).

H3.9 Einde van beslag
1. Wanneer executie van executoriaal beslag is voltooid: verkoop heeft plaatsgevonden/zaak is
afgegeven.
2. Opheffing door de beslaglegger: beslaglegger stuurt brief naar beslagene dat hij het beslag
opheft. Dit ligt voor de hand als de schuldenaar alsnog vrijwillig de vordering voldoet of een
schikking treft of zekerheid stelt (in de vorm van een bankgarantie).
3. Opheffing door rechtelijke tussenkomt. Dit kan op twee manieren: 1) rechter veroordeelt de
beslaglegger het beslag op te heffen. Het einde van beslag neemt aan als de beslaglegger
aan deze veroordeling voldoet (condemnatoir vonnis). 2) rechter heft bij vonnis zelf het beslag
op (constitutief vonnis), vaak via kort-geding artikel 705 Rv.
4. Conservatoir beslag vervalt van rechtswegen omdat de eis in de hoofdzaak wordt afgewezen
en deze afwijzing in kracht van gewijsde is gegaan, artikel 704 lid 2 Rv.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper NikkiOetomo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81849 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49
  • (0)
  Kopen