Sociological Theory 4 Tentamen
Week 1: The Durkheim Legacy: culture as classification
Lecture 1
Michèle Lamont:
interviews with upper-middle-class white men, asked simple questions to define
‘worthy’ persons and qualities in friends etc.
French men draw strong vertical boundaries: taste, high culture, language, intellect.
Us men draw weak horizontal boundaries: don’t care about knowledge, just love and
importance on moral boundaries and socioeconomic, heart to heart.
Symbolic boundaries: conceptual distinctions made by social actors to categorize
objects, people, practices and time and space. Ways of making distinctions on different
domains.
Social boundaries are objectified forms of social differences manifested in unequal
access to and unequal distribution of resources and opportunities – real in
consequences.
Cultural Structural
Symbolic Social
Virtual Actual
Subjective Objective
Ideal Material
Symbolic boundaries are important to understand theorizing culture and actual social
distinctions. They are related to each other.
Culture as: symbolic boundaries, classification systems, stories and myths, cultural
tools, cognitive schemata, neural network, moral institutions, cultural objects.
Structure as: distribution of resources, social networks, institutions, material
environment etc.
Durkheim: culture as classification system
Totemism as elementary form of religious life: belief and practice whereby groups
identify themselves with a certain sacred object- treated with respect and moral force.
Totem as double function: emblem of groups and symbol of the sacred.
Where our categories of understanding come from:
David Hume: empiricists: we learn them through experience- learning/experiencing,
Descartes and Kant: Rationalist or apriorist: these ideas are innate and apriori and
therefore necessary.
, Durkheim: they are learned and necessary because these are social concepts, collective
representations. They are imprinted on us through our social being which we cannot
escape. The idea of grouping comes naturally because that is our human nature.
Characteristics of group structure (social structure) characteristics of classification system
(culture)
-social structure culture, social network analysis is in relation with culture.
French structuralism, Claude Levi-Strauss:
took the opposite position from Radcliff Brown.
Social structure as the realization of cultural codes or mental models: people carry
culture in their minds, that has social consequences.
Code seeking program: first understanding culture and the code that people use.
Critique of Durkheim and Mauss
Social structure cannot ‘cause’ cultural classification systems- even simple societies
have complex classification systems is there is no one-to-one correspondence between
social structure and classification systems.
Social structure, like groups divisions, is already a classification system.
The relationship between social structure and cultural classification systems is not a causal
relation, but a metaphorical or analogical relation. Totemism as a mental map of group
differences expressed as selected animal difference; a code to think and communicate about
differences between groups.
Durkheim: classification systems are primary, and prior to us, these explain our ways of
thinking and dividing,
Levi-Strauss: people are inherently people who classify, logic of the mind and an inherent
feature of our cognitive.
Werkgroep 1
Lamont: Money, morals and manners: symbolic boundaries
Thick and thin description
Structural analysis of myth
Binary oppositions
Quiz 1
1) What aspects of Levi-Strauss does Wright adopt and which does he reject? And
describe Wright’s alternative theory of the origin of binary oppositions in myths?
Levi-Strauss benadert mythologie vanuit een structuralistisch perspectief. Mythen
worden gestructureerd door tegenstellingen, zoals goed versus kwaad, die hij
beschouwt als fundamentele elementen van de menselijke geest. Deze tegenstellingen
zijn volgens hem universeel en ingebed in diepere structuren van het menselijk
, denken. Deze ontstaan als gevolg van cognitieve processen die inherent zijn en
onafhankelijk van historische of culturele context.
Wright neemt Levi-Strauss’ idee van binair oppositie over als een essentieel aspect van
mythische structuur mythen hebben vaak tegenstrijdige krachten als middel om de
wereld te organiseren en te begrijpen. Echter, Wright wijst de structuralistische
benadering af binaire opposities in mythen komen volgens hem niet voort uit
cognitieve structuren, maar uit historische en culturele contexten. Mythen zijne en
weerspiegeling van sociale politieke en economische spanningen van hun tijd, de
binaire opposities dienen als narratief instrument voor het uitdrukken en
onderhandelen over deze spanningen.
Adopt: ze kijken beide naar narrative structures: woorden krijgen pas waarde in
bepaalde sociale context en sociale structuren + structural analysis: wordt gefocust op
de onderliggende structuren en patronen die culturele uitingen creëren.
Reject: Wright wijst het idee van universele structuren af, hij zegt dat mytes cultureel
verbonden zijn en sociale en historische factoren ze vormgeven, en dus verschillen.
Alternative theory van Wright: binaire tegenstellingen in mythen komen voort uit
sociale en historische contexten ipv dat het universele structuren zijn. Deze
tegenstellingen zijn specifieke culturele overtuigingen, mythen zijn voorgevingen van
dynamische culturele producten die evolueren als reactie op maatschappelijke
veranderingen. Dit daagt het structuralisme uit en benadrukt dus culturele context.
2) Jeffrey Alexander argues that civil society is not just a set of institutions but also
consists of a symbolic code, sets of binary oppositions, i.e. the democratic and anti-
democratic code. According to Alexander, these codes form the underlying binary
structures for more elaborate stories and myths that we collectively tell and reflect our
commitment to these codes. Could you also interpret the classic Western – as
discussed in Wright – as exemplifying the democratic and anti-democratic code, i.e. as
a kind of founding myth of (US) democracy?
Ja, de klassieke Western zoals besproken in Wright kan worden geïnterpreteerd als een
voorbeeld van de democratische en antidemocratische code, en daarmee als een soort
grondmythe van de democratie.
De western draagt binaire tegenstellingen uit zoals beschaving tegenover wildernis,
wetten tegenover wetteloosheid, orde tegenover chaos en dit draagt een bepaalde
hiërarchie met zich mee. Deze tegenstellingen weerspiegelen de democratische code
door rechtvaardigheid, individuele vrijheden en gemeenschap boven tirannie en
onderdrukking te tonen.
Ook bevat dit antidemocratische elementen door de verheerlijking van verovering,
geweld en marginalisering van bepaalde groepen en volken. De Amerikaanse idealen
en waarden worden gewaarborgd door de populariteit en het culturele voetstuk van de
Westerling, hierdoor is het zowel democratisch als antidemocratisch binnen de
Amerikaanse samenleving.
Western: genre Amerikaanse films uit het wilde westen.
3) Discuss what Geertz means by “thick description” and why does that lead him to the
conclusion that culture is public and not in “someone’s head”?
‘Thick descriptions’ gaat over het kijken naar fenomenen door het begrijpen van
culturele, sociale, symbolen en contexten die verder gaan dan alleen de oppervlakte.
Dikke beschrijving streeft ernaar om de sociale en culturele achtergronden van
menselijk handelen te begrijpen door gedrag en acties te plaatsen binnen hun
specifieke culturele en historische context.
, Dit staat tegenover ‘thin descriptions’, waarbij er niet verder wordt gekeken dan wat je
op het eerste gezicht ziet.
Deze benadering laat zien dat cultuur publiekelijk is en niet slechts iets is dat zich
afspeelt in het hoofd van het individu, doordat cultuur wordt gevormd door gedeelde
symbolen, betekenissen en praktijken die zich manifesteren in de sociale interacties en
instituties van een samenleving, hierdoor wordt cultuur niet beperkt tot de gedachten
van individuen maar omvat het ook de sociale wereld om ons heen.
Reading week 1
Michele Lamont: Money, morals and manners
The culture of the French and American upper-middle class.
French men were more concerned with intelligence, and American men had a more
practical view of intelligence.
Americans tend to emphasize cosmopolitanism, while the French stress refinement.
The system of categorization in US is different in FR to draw cultural boundaries.
Americans make fewer cultural distinctions, and their boundaries are more blurred
loosely bounded culture in contrast, a tightly bounded culture has clearly coded and
widely agreed-upon systems for evaluating attitudes and practices.
Americans express tolerant attituded towards others an put great emphasis on manners
sociale netwerken in de Verenigde Staten vaak worden gevormd op basis van gedeelde
professionele belangen en zakelijke relaties, terwijl sociale netwerken in Frankrijk
vaker gebaseerd zijn op familiebanden, gemeenschappelijke achtergronden en
gedeelde culturele interesses.