Verborgen talenten Deel 2
Lezen van een tekst:
Kijk bij het kiezen van een boek naar de leeftijd en leeservaring van de lezer.
Beginner? Korte woorden en zinnen, onderwerp en woordenschat vertrouwd.
Modellen van lezen:
Tijdens het lezen verwerk je informatie
Bottom-upmodellen tekst naar hoofd (woord voor woord)
Top-downmodellen hoofd naar tekst (je weet al veel) (voor (nieuws)artikel)
Interactieve modellen combinatie van beide modellen
Goede lezers Precies lezen (bottom-up) en gebruiken eigen kennis
voor onbekende woorden (top-down).
Beginnende lezers Moeten nog leren hoe het systeem werkt (bottom-up).
Microniveau het lezen van concrete woorden
Mesoniveau relaties binnen en tussen zinnen (toen (verwijzing vorige zin).
Macroniveauabstractere verbanden tussen grotere tekstdelen (slot).
Ontwikkeling leesvaardigheid:
- Voorlezen, lettercombinatie, hardop lezen, zelfstandig lezen.
- Het kind leert in die periodes iets anders doen met geschreven taal.
4 stadiums van leesvaardigheid
Ontluikende geletterdheid; 0 - 4
Beginnende geletterdheid; groep 1, 2, 3
Gevorderde geletterdheid. Groep 4 t/m 8
Vanaf groep 4 voortgezet technisch lezen, begrijpend en studerend lezen.
Stadium Titel Leeftijd/groep Kenmerken
Stadium 1. Ontluikende 0-4 Je weet hoe je een boek vasthoudt,
geletterdheid woorden en zinnen vormen een
verhaal
Stadium 2. Leren lezen Groep 2/ Eenvoudige teksten. Gericht op
begin groep 3 decoderen en daarna betekenis
van woorden.
Stadium 3. Automatisering (Eind)groep 3 Eenvoudige verhalen vloeiender
lezen. Zelfstandig (langere)
woorden direct herkennen.
Stadium 4. Voorgezet Ca. groep 5 Lezen om iets nieuws te leren.
lezen tot einde Gericht op informatieverwerking,
basisschool begrijpen en waarderen.
De leerkracht moet letten op
- Onderwerp van het verhaal
- Interesse van de leerlingen
- Lees- en taalvaardigheid van een leerling
- Technische en talige complexiteit van de tekst
, AVI-niveaus AVI = Analyse Van Individualiseringsvormen
- Geven indicatie van leestechnische moeilijkheidsgraad van een tekst.
- Wordt bepaald door lengte van woorden en zinnen in een tekst.
- Meet nauwelijks of inhoud moeilijk/makkelijk is.
➔ Als je druk bezig bent met het achterhalen welke woorden er staan,
heeft je werkgeheugen geen tijd meer om ook de verhaallijn in de
gaten te houden.
- CLIB (Cito Leesindex Basisonderwijs, Cito-groep)
Gebaseerd op combinatie woordfrequentie, woordlengte, zinslengte en aantal
zinsdelen tussen ow en pv.
12 AVI-niveaus
AVI-M = midden → AVI-M5 voor niveau midden groep 5
AVI-E = eind → AVI-E3 voor niveau eind groep 3
Elke groep twee niveaus. Het loopt t/m groep 6.
Groep 7 kent AVI-plus
Oude bibliotheekbeoordeling;
A-boeken (6-9 jaar), AA-boeken (eerste leesboekjes),
B-boeken (9-12 jaar), C-boeken (12+)
Kenmerken boek voor beginnende lezer:
- Korte zinnen, één zin per regel, weinig personages, chronologisch, aard van
gebeurtenis (niet denken of voelen), duidelijk karakter, vertelperspectief.
Kenmerken boek voor sterk gevorderde lezer:
- Lange zinnen, moeilijke woorden, verschillende inbeddingen, tussenzinnen,
weinig alledaags taalgebruik, hoge informatiedichtheid.
Dyslexie
- Het is alsof ze alle woorden steeds opnieuw voor het eerst zien
- Het verloopt niet gaandeweg automatisch
Tweetalige kinderen hebben moeite met
- Woorden die minder vaak gebruikt worden
- Woorden die meer dan één betekenis hebben
- Spreekwoorden en gezegden (letterlijk nemen)
Ontstaan boekenwereld
Aantal lezers nam toe -> verbetering van druktechnieken -> specialisatie
(drukkers, uitgevers, boekverkopers) -> auteurs gaven manuscripten aan
uitgevers (uitgevers verzochten auteurs) -> publicabel? -> drukker drukt
exemplaren en boekverkoper verkoopt ze -> wij kopen ze en lezen ze ->
aantal exemplaren stijgt -> meer boeken verkopen = meer kopen = meer
lezen!