PGO taak 9 een laagstam appelboompje
Moeilijke woorden
transcriptie Transcriptie is het biologische proces
waarbij de nucleotidevolgorde van een
stuk DNA naar messenger-RNA wordt
overgeschreven.
translatie Translatie is het biologische proces
waarbij de eiwitcoderende sequentie
van een mRNA-molecuul gebruikt wordt
voor de synthese van een eiwit.
Probleemstelling: Wat is DNA en wat bepaald welke eigenschappen in een
plant tot uiting komen en welke niet?
Bronnen: 17, 18, 16, 15
Leervragen:
1. Bouw, werking, functie DNA? (FLAP MAKEN)
2. Bouw, werking functie RNA?
3. Bouw, werking functie mRNA?
4. Hoe werkt DNA-replicatie?
5. Hoe werkt eiwitsynthese?
6. Wat is het effect van mutaties op een gen?
7. Wat is genetische modificatie en hoe werkt het?
, 1. Bouw, werking, functie DNA?
DNA is een polymeer van nucleotiden, die elk uit drie componenten
bestaan: een stikstofhoudende (stikstofhoudende) base, een
pentosesuiker genaamd deoxyribose, en een fosfaatgroep (Figuur 16.5).
De base kan adenine (A), thymine (T), guanine (G) of cytosine (C) zijn. De
fosfaatgroep van het ene nucleotide is door een covalente binding aan de
suiker van het volgende verbonden en vormt een ‘ruggengraat’ van
afwisselende fosfaten en suikers waaruit de basen voortkomen. Een
polynucleotidestreng heeft directionaliteit, van het 5'-uiteinde (met de
fosfaatgroep) tot het 3'-uiteinde (met de -OH-groep van de suiker). 5'en 3'
verwijzen naar de getallen die zijn toegewezen aan de koolstofatomen in
de suikerring (zie magenta getallen).
De stikstofhoudende basen van de dubbele helix zijn in specifieke
combinaties gepaard: adenine (A) met thymine (T) en guanine (G) met
cytosine (C). Adenine en guanine zijn purines, stikstofbasen met twee
organische ringen, terwijl cytosine en thymine stikstofbasen zijn,
pyrimidines genaamd, die een enkele ring hebben. Het koppelen van een
purine aan een pyrimidine is de enige combinatie die resulteert in een
uniforme diameter voor de dubbele helix.
, Verschillende functies van DNA zijn
Opslag van genetische informatie, replicatie, genexpressie, mutatie en
evolutie, reparatie DNA en regulatie van genexpressie.
2. Bouw, werking functie RNA?
RNA is een polymeer van nucleotiden, die elk uit drie componenten
bestaan: een stikstofhoudende (stikstofhoudende) base, een suiker
genaamd ribose, en een fosfaatgroep (Figuur 16.5). De base kan adenine
(A), Uracil (U) guanine (G) of cytosine (C) zijn. De fosfaatgroep van het ene
nucleotide is door een covalente binding aan de suiker van het volgende
verbonden en vormt een ‘ruggengraat’ van afwisselende fosfaten en
suikers waaruit de basen voortkomen.
Er zijn verschillende functies zoals het vormen van de belangrijkste
functionele bestandsdelen van ribosomen.
3. Bouw, werking functie mRNA
De bouw van mRNA is hetzelfde als dat van RNA.
De primaire functie van mRNA is het overbrengen van genetische
informatie van DNA naar de ribosomen, waar het als sjabloon dient voor
eiwitsynthese. Dit proces is cruciaal voor de expressie van genen en de
productie van eiwitten, die essentieel zijn voor bijna alle cellulaire functies.
Genetische Informatie Overbrengen: mRNA brengt de
genetische code van de celkern (bij eukaryoten) naar het
cytoplasma waar de ribosomen zich bevinden.
Coderen voor Eiwitten: mRNA bevat codons, groepen van drie
nucleotiden, die elk coderen voor een specifiek aminozuur. Dit
bepaalt de volgorde van aminozuren in een polypeptideketen, wat
uiteindelijk leidt tot de vorming van functionele eiwitten.
Regulatie van Genexpressie: De hoeveelheid en stabiliteit van
mRNA in de cel kunnen de snelheid en hoeveelheid van
eiwitproductie reguleren, waardoor de cel de expressie van genen
nauwkeurig kan afstemmen op de behoeften van het organisme.