In hoofdstuk 1 en 4 van Anatomie en Fysiologie worden de basis begrippen en de basis kennis gegeven over wat er komen gaat in de volgende hoofdstukken. Het is handig om bepaalde begrippen te weten wil je de rest makkelijker doornemen.
Hoofdstuk 1 Terreinverkenning
Inleiding
1.1 doelstelling en plaatsbepaling
- doelstelling en de plaatsbepaling van het vak anatomie en fysiologie:
je hebt een zodanige kennis van en inzicht in de gezonde bouw en functie van het menselijk lichaam,
dat je voor je eigen vakgebied in de gezondheidszorg of de sport en beweging rekening kunt houden
met de mogelijkheden en beperkingen va de menselijke lichaam
- het is een steunvak: anatomie en fysiologie bieden een belangrijke basis voor de specifieke
beroepsgerichte competenties (vaardigheden/talenten)
1.2 anatomie + fysiologie = functionele anatomie
anatomie = ontleedkunde, houdt zich bezig met de bouw van het menselijk lichaam.
Fysiologie = het meten van de functies van het levende lichaam. Voorbeelden: bloeddruk,
zuurstofverbruik, ademfrequentie, samenstelling van de urine, spierkracht en hersenactiviteit.
Worden nog steeds apparaten uitgevonden en bestaande technieken verfijnd om metingen van de
lichaamsfuncties te verrichten.
1.2.1 functionele anatomie
functionele anatomie = anatomie en fysiologie worden vaak als één vakgebied gezien, omdat je
beide grootheden wel van elkaar kan onderscheiden, maar nooit van elkaar kan scheiden. Bouw van
lichaamsdeel of orgaan hangt samen met de functie ervan.
1.2.2 Onderzoeksmethoden
Inspectie = observeer je systematisch (volgens een bepaald systeem) de buitenkant van het lichaam.
Palpatie = tast je met de handen en vingers het lichaamsoppervlak op zo’n manier af dat je iets te
weten komt over dieper gelegen structuren.
Percussie = klop je aan de buitenkant op een deel van het lichaam om uit de hoogte van de toon een
indruk te krijgen over de toestand van het onderliggende weefsel.
Auscultatie = luister je met een stethoscoop naar geluiden die door het lichaam geproduceerd
worden.
Laboratoriumonderzoek = worden weefsels en vloeistoffen, zoals bloed, speeksel en urine,
onderzocht.
Röntgenstraling = (X-straling), met röntgenapparaat opnamen maken van de botten in het lichaam.
Kalkhoudende botten absorberen straling niet, in tegenstelling tot de omringende zachtere weefsels.
Daardoor zijn botten op de röntgenfoto’s wit.
Computertomografie (CT) = komt ook röntgenstraling bij te pas. Kunnen ook zachtere weefsels
zichtbaar worden gemaakt. CT-scan maakt doorsneden van hele lichaam, zijn meeste typen weefsels
herkenbaar.
Magnetic resonance imgaging (MRI) = onderzoeken persoon ligt in een tunnel die een zeer sterke
magneet bevat. Waterstofatoomkernen in lichaam draaien naar magneet toe. Radiogolven uit MRI-
tunnel zorgen ervoor dat de waterstofatoomkernen gaan meetrillen (resoneren). Als radiogolven
stoppen, geven waterstofatoomkernen de trillingsenergie af als signalen. Computer zet deze signalen
om in een doorsneden. Hoe minder water hoe minder signalen, hoe zwarter op de MRI=Scan.
Echografie/echoscopie = beeldvormig onderzoek met behulp van ultrageluidstrillingen.
Hoogfrequente geluidsgolven lichaam ingezonden en de organen/weefselstructuren weerkaatsen de
golven, deze worden geregistreerd. Weerkaatste golven beeld
Doppleronderzoek = gebruik gemaakt van hoogfrequente geluidsgolven . stroomrichting en
stroomsnelheid van het bloed in bloedvaten geregistreerd.
, Endoscopie = de verzamelnaam voor alle onderzoeken waarbij gebruik wordt gemaakt van een
optische sonde (flexibele staaf, met een minicamera). Kunnen holle organen en de grote gewichten
van binnen worden bekeken.
Elektrische signalen van lichaam kunnen worden opgevangen en weergegeven worden op een
beeldscherm. Vb: ECG (elektrocardiogram) gegevens over hartactiviteit, EEG (elektro-encefalogram)
over hersenactiviteit, EMG (elektromyogram) gegevens over spieractiviteit.
1.3 structuur van het boek
Deel 1: Fundament, Deel 2: Orgaanstelsel, Deel 3 Levensloop
1.4 bestuderen van de leerstof
deel 1 op volgorde de hoofdstukken lezen. Deel 2 en 3 kun je hoofdstuk los van elkaar leren.
1.4.1 enkele handreikingen bij het studeren
- vetgedrukte woorden staan achter in het boek (nieuwe term/begrip)
- staan teksten die ‘extra info’ heten. Hierin worden onderwerpen behandeld waarvan je de
kennis misschien niet (meer) paraat hebt.
- bij ‘Dus’ die voorgaande teksten/schema’s kort samenvatten
- einde van elk hoofdstuk staan een samenvatting, bij grote hoofdstukken is soms tussentijds
een schematische samenvattingen van leerstof weergegeven (‘Studiehulp’)
- achter in boek vind je verklarende woordenlijsten.
1.4.2 de terminologia anatomica
Terminologia anatomica = grotendeels gebaseerd op het latijn, maar er zijn ook vrij veel invloeden
uit het Oudgrieks.
1.4.3 Afkortingen
De meest gebruikte afkortingen en hun betekenis:
- a. = arteria (slagader)
- v. = vena (ader)
- n. = nervus (zenuw), voor (aftakkingen van ruggenmergzenuwen)
- N. = nervus (zenuw), voor hersenzenuwen
- m. = musculus (spier)
1.4.4 standaardisatie
deze maten gelden voor een specifieke gedefinieerd persoon: standaardmens.
Kenmerken van standaardmens:
- mannelijk;
- 25 jaar oud;
- 1.75 m lang
- 70 kg zwaar
- Gemiddelde lichaamsbouw
- gezond
1.4.5 studieondersteuning door de website
www.anatomieenfysiologievandemens.nl
1.5 de mens is meer dan de som der delen
analyse = ontleding in bestanddelen. Analyse maakt bespreking en bestudering mogelijk.
Je kunt de functie van onderdelen/organen van het lichaam moeilijk achterhalen als het het lichaam
uit is gehaald (zit geen leven meer in). Komen er gegevens vrij uit een analyse moeten deze steeds
gerelateerd worden aan het functioneren van een intacte levende lichaam.
Kenmerken van ‘leven’ in vergelijking met ‘dood of ‘levenloos’:
- levende organismen nemen voedingsstoffen op en een levend organismen heeft drang tot
zelfhandhaving
- levend organismen hebben drang tot voorplating (soort handhaving)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Yaar00. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.