Forensische Orthopedagogiek & Recht
Week 1..................................................................................................................................... 2
Literatuur: Beroepscode..................................................................................................... 2
Hoorcollege 1..................................................................................................................... 2
Week 2..................................................................................................................................... 4
Literatuur: Boek Brunings, H10.......................................................................................... 4
Artikel Wissink 2023, parents as influencers......................................................................6
Artikel Wissink 2023, risk factors juvenile cybercrime........................................................7
Hoorcollege 2: Deel 1 Jeugdstrafrechtstelsel in Nederland............................................... 8
Hoorcollege 2: Deel 2 Cybercrime..................................................................................... 9
Week 3................................................................................................................................... 11
Literatuur: Boek Brunings, H11.........................................................................................11
Hoorcollege 3: Huidig beleid, wet & regelgeving..............................................................12
Week 4................................................................................................................................... 15
Literatuur: Boek Brunings H6........................................................................................... 15
Hoorcollege 4: Civielrechtelijk stelsel van de jeugdzorg.................................................. 16
Week 5................................................................................................................................... 18
Artikel Van Schie et al., 2023........................................................................................... 18
Artikel Souverein et al., 2023........................................................................................... 18
Hoorcollege 5: Deel 1 Kleinschalige voorzieningen......................................................... 19
Hoorcollege 5: Deel 2 Participatie in het jeugdstrafproces...............................................20
Week 6................................................................................................................................... 21
Hoorcollege 6: Veilig thuis................................................................................................ 21
1
,Week 1
Literatuur: Beroepscode
De beroepscode beschrijft morele en ethische regels over:
- De positie van cliënt en wettelijke vertegenwoordigers.
- Algemene beginselen van de beroepsuitoefening, zoals deskundigheid en
bekwaamheid, zorgvuldigheid, geheimhouding en professionele en
maatschappelijke verantwoordelijkheid.
- Het aangaan van een professionele relatie.
- Gedragsregels gedurende de professionele relatie.
- Interdisciplinaire samenwerking en assistentie.
- Dossier.
- Rapportage.
- Verstrekken van gegevens in verband met wetenschappelijk onderzoek,
onderwijs, supervisie en intervisie.
De beroepscode stelt daarbij de belangen van de cliënt altijd voorop.
De code dient niet alleen als richtlijn voor ethisch en professioneel handelen, maar ook
als toetssteen in geval van klachten of beroepsmatige conflicten.
Voor complexe casussen of beroepsethische dilemma’s is een stappenplan gecreëerd. Het
stappenplan heeft als doel dat je als professional gestructureerd, genuanceerd en
navolgbaar tot een besluit komt.
Het stappenplan bevat o.a. 3 procedurele checks (stap 5):
1. Noodzakelijkheidscriterium = is er een minder ingrijpende oplossing?
2. Proportionaliteitscriterium = zijn er onwenselijke gevolgen voorstelbaar?
3. Effectiviteitscriterium = draagt mijn besluit bij aan het belangrijkste doel?
Hoorcollege 1
Een beroepscode is een normenstelsel voor een beroepsgroep. Het wordt gekenmerkt
door een verzameling open normen, richtsnoer en toetssteen voor het professionele
handelen. Grote rol voor oordelen en verantwoorden vanuit professionele anatomie. Het
is verbindend voor wie lid is van de beroepsvereniging en/of geregistreerd is, en het is
evt. gekoppeld aan het verenigingstuchtrecht.
De norm van de verantwoorde werktoedeling komt terug in de Jeugdwet (art. 4).
Beroepsethiek als:
- Body of rules -> regels en richtlijnen die door de leden van een beroepsgroep als
leidend voor de morele kwaliteit van de beroepsuitoefening worden gezien.
Bronnen: beroepscode, consensus, uitspraken tuchtrechter.
- Practice -> beroepsnormen herkennen en benoemen en gestructureerd
toepassen. Bronnen: in professionele relatie, MDO, intervisie, collegiaal overleg.
- Wetenschappelijke bestudering -> resultaat van kritische en systematische
reflectie door deskundigen.
2
, Domeinen waarin moraal ontstaat:
1. Privédomein: normen samenhangend met persoonlijke relaties.
2. Professioneel domein: normen samenhangend met functie of beroepsrol.
3. Publieke domein: normen in wet.
Professionele domein = het gebruiken van de bevoegdheid, gebaseerd op
deskundigheid en wijsheid, om als beoefenaar van een professie tot een eigen oordeel te
komen en daar naar te handelen.
Pijlers beroepsethiek van pedagogen
- Weldoen, leed vermijden.
- Geen schade toebrengen.
- Respect voor autonomie.
- Rechtvaardigheid, in de zin van ‘ieder het zijne’.
- Integriteit.
- Deskundigheid.
- Vertrouwelijkheid.
- Verantwoording.
-> Voorbeelden: loyaliteit jegens het systeem, informatie passend bij
ontwikkelingsniveau, transcultureel werken, niet doorgaan met begeleiden bij
onvoldoende resultaat, bijscholen, beroepsgeheim, dossier bijhouden.
Beauchamp & Childress 1979 - onderscheiden vier beginselen als fundamenteel voor een
ethiek van de zorg: respect voor autonomie, weldoen, niet schaden en rechtvaardigheid.
Beroepsethische dilemma’s kunnen bestaan uit het botsen van 2 beroepsethische
voorschriften, het botsen van 2 juridische regels of het botsen van een beroepsethische
regel met een juridische regel. Daarnaast kan het ook een sterke persoonlijke
overtuiging zijn of een gewetensconflict (denk aan kennis over een misdaad).
Subsidiariteitscriterium = onderzoek of er een minder ingrijpende oplossing is.
Als dat zo is, is het nog steeds een complexe casus, maar niet meer een dilemma.
3