Samenvatting seksueel gezond
Hoofdstukken 1, 2, 3 en 4 van het boek Seksueel gezond van Paulien van Haastrecht en Ciel WIjsen.
1e druk, 2023. Uitgeverij Coutinho. 9789046908723
Plus aantekeningen van alle colleges van het vak Gender en seksualiteit.
,Hoofdstuk 1: seksualiteit en seksuele gezondheid
1.1 Thema’s van seksualiteit
Seksualiteit: een centraal aspect van het leven van de mens. Het omvat seks, genderidentiteit en –
rollen, seksuele oriëntatie, erotiek, plezier, intimiteit en voortplanting. Seksualiteit wordt ervaren en
vormgegeven in gedachten, fantasieën, verlangens, overtuigingen, attituden, waarden, gedrag,
handelingen, rollen en relaties. Hoewel seksualiteit al deze dimensies kan omvatten, worden deze
niet altijd ervaren of vormgegeven. Seksualiteit wordt beïnvloed door de interactie van biologische,
psychologische, sociale, economische, politieke, ethische, wettelijke, historische, religieuze en
spirituele factoren (WHO, 2010 in Leusink & Ramakers, 2014, p. 4)
De biopsychosociale benadering
In het verleden was de biomedische aanpak de overheersende kijk op seksualiteit. Tegenwoordig
vinden vrijwel alle professionals het noodzakelijk alle onderdelen bij elkaar te brengen.
Biomedische component: biologische en fysieke aspecten, zoals het functioneren van het lichaam,
hormonale invloeden, medische behandelingen, biologische leeftijd.
Psychische component: wat je wilt, denkt en voelt, zoals seksuele identiteit en seksualiteitsbeleving.
Sociale component: de relationele, sociale context, zoals de cultuur waarin je leeft die jouw
seksualiteitsbeleving beïnvloedt.
Biopsychosociaal kan ook anders benoemd worden:
• Seksueel gedrag, seksuele relatie en seksuele identiteit
• Context, stimulus en communicatie
• Lichaam, geest en cultuur.
De seksuele levenslijn
Wat speelt er in een mensenleven rond seksualiteit? De seksuele levensloop laat zien hoe de
gemiddelde seksuele ontwikkeling eruitziet. Volgende fasen te onderscheiden:
• Kindertijd en jonge adolescentie (0-18 jaar): baby’s geboren met biologische basis voor
seksualiteit; kinderen leren over normen, waarden en regels rondom seksualiteit;
adolescenten worden verliefd en beginnen met seksueel gedrag.
• Late adolescentie (19-24 jaar): veel interesse in seks, risicogedrag komt vaak voor.
• Volwassenheid (25-39 jaar): vaste relatie en hebben van kinderen, leidt tot meer of minder
seks; veranderde zin in seks.
• Midlife (40-54 jaar): productie van geslachtshormonen neemt af; seksuele interesse neemt
wat af, maar seksueel gedrag verandert niet of nauwelijks.
• Senioriteit (55-74 jaar): seksuele activiteit neemt af; seksueel welbevinden neemt toe door
meer tijd voor elkaar; fysieke problemen.
• Ouderdom (75+): veel mensen blijven seksueel actief; ouderdomsziektes spelen negatieve
rol; seksueel verlangen en gedrag neemt af.
Seksuele gezondheid: een toestand van seksueel welbevinden, zowel fysiek als emotioneel en
mentaal. Het is meer dan de afwezigheid van ziekte, disfunctioneren of zwakheid. Voor seksuele
gezondheid is een positieve en respectvolle benadering van seksualiteit en seksuele relaties nodig.
Bovendien vereist seksuele gezondheid de mogelijkheid om prettige en veilige seksuele ervaringen
op te doen, die vrij zijn van dwang, discriminatie of geweld. Om seksuele gezondheid te bereiken en
behouden, moeten de seksuele rechten van iedereen gerespecteerd en beschermd worden (WHO).
,Seksuele rechten: in internationale verdragen vastgelegde regels die de rechten van alle mensen om
hun seksualiteit te vervullen, uit te drukken en seksuele gezondheid te beleven, beschermen.
Aandachtspunten van seksuele gezondheid (WHO):
• Seksueel functioneren
• Informatie en scholing,
• Preventie van geweld en soa’s
• Zorg voor, tijdens en na zwangerschap
• Anticonceptie.
Leusink & Ramakers: Seksuele gezondheid is geen statische, maar dynamische toestand: seksuele
gezondheid is het vermogen zich seksueel aan te passen en eigen regie te voeren, in het licht van
fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven. (Positieve gezondheid)
Kritiek hierop: voor mensen met ernstige beperkingen is eigen regie niet vanzelfsprekend.
Wat allemaal onder seksualiteit valt, is onderhevig aan discussie.
Reproductieve gezondheid: gezondheid die te maken heeft met zwangerschap en bevalling.
Seksuele gezondheid: belangrijke thema’s voor professionals in zorg, welzijn en onderwijs
In seksuele gezondheidszorg en welzijnsdomein is zowel biopsychosociaal model als
levensloopmodel richtinggevend. Thema's waar de aandacht van seksuele gezondheidszorg vooral
naar uitgaat:
• Seksuele oriëntatie en genderdiversiteit
Seksuele oriëntatie: de mate waarin iemand seksueel of romantisch gericht is op mannen,
vrouwen of beide.
Genderidentiteit: diepgevoelde overtuiging man, vrouw of iets anders te zijn.
Genderdysforie: de situatie waarin genderidentiteit en geboortegeslacht niet
overeenkomen.
• Seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag
Consent: wederzijdse inspanning (tot contact van seksuele aard).
• Seksueel (dis)functioneren
Disfuncties kunnen zijn: problemen met ejaculatie, erectiestoornissen, orgasmestoornissen,
verminderd seksueel verlangen of opwinding, en pijn bij vrijen. Oorzaak kan liggen bij elk van
de aspecten van biopsychosociaal model of interactie tussen aspecten.
• Soa’s en hiv
• (On)gewenste zwangerschap en zwangerschapsafbreking
Ongeveer 1 op de 5 vrouwen in Nederland is ooit onbedoeld zwanger geweest.
• De seksuele levensloop
Mensen ontwikkelen zich een leven lang op gebied van seksualiteit.
Seksuele leeflijn: een beschrijving van de seksuele levensfases die iemand gemiddeld
genomen tijdens een leven doorloopt (hierboven uitgewerkt).
• Seksuele normen en waarden: wat is normaal?
Regels voor hoe je met elkaar omgaat, bijv. het niet overschrijden van elkaars grenzen, en
religieuze en culturele regels (denk aan geen seks voor het huwelijk).
Dubbele moraal: voor meisjes gelden andere regels dan voor jongens.
, • Bespreekbaar maken van seksualiteit
Dit is een voorwaarde van goede seksuele gezondheidszorg. Seks is van oudsher een taboe,
dat maakt het moeilijk om over te praten. Ook bij hulpverleners is er sprake van
handelingsverlegenheid omtrent seksualiteit.
Handelingsverlegenheid: als een professional niet handelt of weet te handelen ondanks dat
er zorgen of signalen zijn over de client. Probleem wordt dan niet bespreekbaar gemaakt.
1.2 Trends in seksuele gezondheid en seksueel welzijn
DEPEST model
Aguilar (1967)
De factoren van het DEPEST-analysemodel gebruiken we voor de duiding van trends.
• Demografische factoren (D): de aard en omvang van subgroepen, en waar in Nederland de
groep zich bevindt, kan van invloed zijn.
• Ecologische factoren (E): gaan over klimaat, natuur en ziekten.
• Politiek-juridische factoren (P): stimuleren (beleid, middelen) of juist begrenzen (strafbaar
stellen).
• Economische factoren (E): voor mensen die schulden hebben, staan anticonceptiemiddelen
wellicht niet bovenaan het prioriteitenlijstje.
• Sociaal-culturele factoren (S): hebben betrekking op de leefgewoonten, cultuur,
opvattingen, en normen en waarden binnen de maatschappij.
• Technologische factoren: relevant op gebied van medicijnontwikkeling, e-health, social
media.
1.2.1 Trends waar demografische variëteit een rol speelt
Jong geleerd, oud gedaan: seksualiteit in de levensloop
Factoren: demografisch en sociaal-cultureel
Onze bevolkingssamenstelling wordt steeds diverser: meer culturele en religieuze diversiteit.
Seksuele vorming is een normaal gegeven op scholen. Deze vorming goed gestalte geven in divers
samengestelde klassen vraagt veel competenties van docenten.
We zien een verschuiving van denken over seksuele vorming van kleins af aan: op de kinderopvang
en basisscholen zien we toenemende belangstelling bij leeftijdsadequate seksuele vorming.
Seksueel plezier en vrouwelijke seksualiteit
Factoren: demografisch en sociaal-cultureel
De laatste jaren steeds meer aandacht voor seksueel plezier en met name bij vrouwen. Het inzicht in
de biologie van het vrouwelijke geslachtsorgaan is drastisch veranderd.
Seksuele oriëntatie en genderdiversiteit
Factoren: demografisch, politiek-juridisch en sociaal-cultureel
Er moet voorkomen worden dat voorlichting vanuit een heteronormatief kader wordt vormgegeven.
Heteronormatief: dat onterecht alleen de norm van heteroseksuele relaties het uitgangspunt vormt.
Heteroseksueel: algemene term voor seksuele oriëntatie, seksuele contacten, relaties en/of
leefstijlen van mannen en vrouwen gericht op partners van het andere geslacht.