Samenvatting Risicomanagement
Hoofdstuk 1 – Risico’s en risicomanagement – introductie en ontwikkeling
Menselijke behoeften:
- Groeimotieven; zelfontplooiing.
- Sociale motieven; waardering, liefde en sociale contacten.
- Overlevingsmotieven; veiligheid en fysieke behoeften.
Ervaringskader houdt in dat mensen de verschijnselen terugbrengen tot gebeurtenissen die al vaker
hebben plaatsgevonden. Vaak is de voorstelling die ze hebben, niet correct en in ieder geval
projecteren zij een dergelijke gebeurtenis zelfden op zichzelf. Die foute voorstelling maakt het nodig
om van tijd tot tijd toch eens zorgvuldig stil te staan bij de kwetsbaarheid van de bestaande
structuren en de vraag hoe die beperkt gehouden kan worden.
Risico wordt omschreven als het gevaar van schade of verlies. Gevaar is de onzekerheid over de
uitkomst. Schade of verlies toont dat we met risico’s een gebeurtenis met een negatieve uitkomst
duiden.
Primaire levensbehoeften: de westerse samenleving is voortdurend op zoek naar mogelijkheden om
steeds beter te voorzien in levensbehoeften van de moderne mens en de kwaliteit van het leven te
verbeteren. Calimiteitenkarakter: omvangrijke calamiteiten vormen slechts het topje van een
ijsberg van risicoproblemen, waarvan het merendeel de publiciteit niet haalt, maar waarmee
iedereen geconfronteerd kan worden. In het bedrijfsleven en in publieke instellingen wordt dit
inmiddels volledig onderkend. Dit besef heeft geleid tot het ontwikkelen van risicomanagement.
Risicomanagement is de analyse en de beheersing van de risico’s die zijn verbonden aan een
beleggingsportefeuille, aan investeringen en aan kredietverlening, kortom het omgaan met allerlei
zuiver financiële risico’s. Juristen zien risicomanagement vaak als synoniem van juridische controlling,
met name gericht op de analyse en beheersing van aansprakelijkheidsrisico’s en de juridische
onaanvechtbaarheid van contracten.
Dynamische risico’s is gericht op de realisatie van de doelstellingen en het voortbestaan van de
onderneming te beschermen. Statische risico’s zijn risico’s die leiden tot schade of verlies en die
onlosmakelijk verbonden zijn aan de activiteiten en middelen van een onderneming of instelling.
Wetgeving relevant voor risicomanagement: aansprakelijkheidswetgeving en arbeidswetgeving.
Betrekking tot de arbeidsomstandigheden en het welzijn van werknemers.
Corporate-governanceregelgeving verwijst in brede zin naar de mechanismen en processen die
worden ingezet bij het besturen van ondernemingen.
International Financial Reporting Standards (IFRS) uit deze eisen met betrekking tot de financiële
verslaggeving vloeien impliciet ook enige bepalingen voort over de wijze waarop met risico’s kan
worden omgegaan, in het bijzonder waar het gaat om het aanleggen van reserves met het oog op
mogelijke toekomstige schadegevallen uit statische risico’s.
Met de Basel-akkoorden worden de akkoorden aangeduid die in de afgelopen decennia zijn gesloten
door het Basel Comité voor internationaal banktoezicht. De akkoorden zijn geïnitieerd door
bewegingen van de solvabiliteit van financiële markten en hebben als doel internationale
voorschriften te formuleren voor het vormen van kapitaalreserves bij banken.
,In Basel II worden onder meer regels gesteld met betrekking tot het bij de schuldenaar aanwezige
eigen vermogen bij het verstrekken van bedrijfskredieten. Bedrijven moeten hierbij goed kijken naar
hun risicograad, zodat ze een zorgvuldige revisie van schadepreventie niveaus en
verzekeringsarrangementen hebben.
Solvency II-richtlijn:
1. Financiële eisen.
2. Eisen ten aanzien van governance, risicomanagement en supervisie.
3. Eisen ten aanzien van rapportage en transpiratie.
Verzekerbaarheid: bedrijven en instellingen kiezen ervoor risico’s te verzekeren omdat zij hierdoor
toekomstige onzekere verliezen omzetten in een zekere, voorspelbare kostenfactor, de
verzekeringspremie.
De verzekeringsindustrie heeft ook op een andere manier een belangrijke invloed gehad op de
ontwikkeling van risicomanagement. Om tot een verstandig acceptatiebeleid en een verantwoorde
prijsbepaling voor verzekeringen te komen, hebben de verzekeringsmaatschappijen zich van oudsher
verdiept in allerlei risico’s en op dit gebied grote deskundigheid verworven. De verzekeraar kijkt naar
de te verzekeren risico’s in relatie tot de potentiële winstmogelijkheden die verzekering ervan voor
hem met zich meebrengt. Dit is een volstrekt legitieme basishouding voor een onderneming met als
doelstelling het maken van een redelijke winst in ruil voor een goede dienstverlening.
Risicomanagement heeft vrij snel een stempel gedrukt op het denken van grote groepen mensen die
zich uit hoofde van hun beroep veelvuldig met risico’s moeten bezighouden. Dat zijn vooral mensen
in de beveiligingsindustrie en security en safety managers van ondernemingen, maar ook
verzekeraars en functionarissen die zich in ondernemingen en organisaties bezighouden met het
inkopen en beheren van verzekeringen, de insurance managers.
Aanvankelijk werd risicomanagement zelfs sterk gedomineerd door het verzekeringsdenken.
RIMS Risk and Insurance Management Society. FERMA Federation of European Risk Management
Associations. Gericht op het beheersen van risico’s. daarmee streeft de norm een centraal
systeem na voor risicomanagement, vereenvoudiging, afstemming en integratie van de grote
hoeveelheid aan bestaande risicomanagementstandaarden en systemen in diverse industrieën,
disciplines en geografische regio’s.
ISO 31000-richtlijn biedt generieke principes en richtlijnen voor risk management, die als paraplu
fungeren voor de bestaande disciplines die zich richten op de beheersing van risico’s.
Enterprise risk management is gericht op het managen van risico’s die de realisatie van de
strategische doelstelling van de onderneming bedreiging. Bedrijfsbrede focus op allerlei mogelijke
risico’s.
, Hoofdstuk 2 – Risico’s nader beschouwd
Het begrip risico wordt gedefinieerd als de mogelijkheid van een gevaar dat uitsluitend negatieve
effecten heeft, dat namelijk leidt tot schade of verlies.
Tegelijkertijd wordt rekening gehouden met de mogelijkheid van gebeurtenissen met een positief
effect, dit evenwel worden aangeduid als kansen. Kansen kunnen de negatieve effecten van risico’s
verminderen, zij bevorderen het behalen van doelstellingen en dragen bij tot het behoud of de
creatie van waarden.
Er bestaat onzekerheid over de vraag of er zich inderdaad een storende gebeurtenis of kan zal
voordoen of op welk tijdstip die zou kunnen plaatsvinden. Onzekerheid kan worden weggenomen:
gebeurtenis zal zich zeker voordoen of juist helemaal niet. In beide gevallen is er geen sprake meer
van risico.
Risico is de mogelijkheid dat zich een gebeurtenis voordoet in een gegeven periode en situatie, die
een negatief effect heeft, waardecreatie verhindert of bestaande waardes uitholt.
Risico = kans x gevolg
Een bedreiging is de aanwezigheid van een of meer omstandigheden waaruit mogelijk aantasting van
waarde, schade, verlies of letsel kan ontstaan. Er kan schade ontstaan, maar het is niet zeker dat de
schade ook inderdaad ontstaat.
Elementen van een bedreiging:
1. Een persoon die letsel oploopt, een doelstelling die niet kan gerealiseerd worden; wie of wat
negatief kan worden aangetast. Classificatie.
A) Persoonlijke welzijn verdelen in persoonlijke gezondheid en vermogen om inkomen te
verwerven.
B) Eigendommen verdelen in materiële en immateriële schade, capaciteit om met de
vermogensbestanddelen inkomen te verwerven en emotionele waarden die verbonden
zijn aan bepaalde zaken.
C) Vrijheid wettelijke plichten.
D) Doelstellingen waarvan de realisatie niet kan worden zeker gesteld, strategisch,
financieel, commercieel en organisatorisch.
2. Gevaren of krachten die schade of letsel veroorzaken; waardoor ontstaat de negatieve
aantasting. Potentiële schadeoorzaken.
A) Natuurlijke schadeoorzaken zoals ziekte, brand, storm of overstroming.
B) Menselijke schadeoorzaken zoals agressie, diefstal, vandalisme, fraude of nalatigheid.
C) Economische schadeoorzaken zoals recessies, inflatie, veranderingen in
consumentengedrag of koersval op de beurs.
D) Juridische, politieke en maatschappelijke schadeoorzaken zoals veranderingen in
wetgeving, inbeslagname of nationalisatie of het maatschappelijk onaanvaardbaar
worden van bepaalde activiteiten.
3. Gevolg van schaden of letsel van economische of emotionele waarden. Vermindering van
vermogen; welke omvang heeft de negatieve aantasting of het niet-behalen van de
doelstelling.