Samenvatting van der Leij hoofdstuk 11-16
11. Wat is de beste aanpak op school?
Het onderwijs dient twee doelstellingen te realiseren:
1. Een zo goed mogelijk basisaanbod voor iedereen;
2. Aangepast onderwijs voor degenen die risico lopen op leesproblemen, laaggeletterdheid
en dyslexie.
Als dit goed is uitgevoerd heeft dat twee gevolgen:
1. Naarmate het basisaanbod beter is, wordt het niveau van de hele groep hoger; de totale
normaalverdeling van de prestaties schuift omhoog.
2. Naarmate het onderwijs bovendien, in aanvulling op een goed basisaanbod, binnen en
buiten de klas meer maatwerk levert voor degene die risico lopen, raken die tot grotere
beheersing; de normaalverdeling schuift aan de onderkant naar het midden toe; de
zwaksten worden minder zwak, de afstand met de andere verkleint.
Goed en aangepast onderwijs is voor het bereiken van een
voldoende beheersingsniveau van geletterdheid en het beperken
van laaggeletterdheid en leesproblemen van het grootste belang.
Continuüm van zorg
Zorgniveau Uitwerking in stappen
Niveau 1: 1. Kwaliteit instructiegedrag en
Goed lees-en spellingsonderwijs in klassenmanagement.
klassenverband (basisaanbod) 2. Juist gebruik van effectieve methodes
3. Gebruik leerlingvolgsysteem
Niveau 2: 4. Vaststellen van potentiële uitvallers en
Extra zorg in de groepssituatie door de voldoende maatwerk in de klas
leerkracht (zwakste 25% van de leerlingen) (verlengde instructie)
Niveau 3: 5. Instructie individueel of ik kleine groepjes
Specifieke interventies uitgevoerd/ 6. Vaststellen van achterstand en
ondersteund door de zorgspecialist in de hardnekkigheid: vermoeden van dyslexie
school (zwakste 10% van de leerlingen)
Niveau 4: 7. Vaststellen van dyslexie
Diagnostiek en behandeling in het (psychodiagnostisch onderzoek)
zorginstituut (zwakste 4% van de 8. Gespecialiseerde dyslexiebehandeling
leerlingen) 9. Aangepaste maatregelen en coaching van
dyslectische leerlingen binnen de school
Om de verschillende vormen van maatwerk inhoudelijk met elkaar te verbinden, is het
model van continuüm van zorg ontwikkelt. Daarin staan aangegeven op welke wijze het
basisaanbod in de klas kan worden verbeterd en aangevuld met steeds intensievere aanpak
voor leerlingen met specifieke behoeften. Het model streeft naar relatief vroegtijdige
onderkenning met als motief: hoe eerder de onderkenning, des te effectiever de remedie.
,Kanttekeningen bij het model
1. De omschrijving is niet altijd even duidelijk. De kwaliteit en kwantiteit van de hulp zijn
niet gestandaardiseerd, er is geen ‘keurmerk’ voor specifieke interventies. Invulling
daarvan wordt overgelaten aan de willekeur en de mogelijkheden van de scholen.
2. Het systeem is geënt op het leerstof-jaar-klassen-systeem. Leerlingen van groep 3
krijgen, onafhankelijk van hun begripsniveau van letters en klankbewustzijn, het
basisaanbod.
Alternatief
1. Het model dynamisch maken en eerder aan te passen aan de behoeften van
risicoleerlingen en niet de niveaus af te lopen van 1 tot 3.
2. Dat betekent inzet van individuele hulp (niveau 3) al voor het formele leren begint en
parallel aan het leren in groep 3.
12. Hoe kunnen leesproblemen voorkomen worden?
Zo vroeg mogelijk beginnen
Volgens protocol duurt het tot na de hoofdmeting in mei/juni in groep 3 voordat er
gerichte individuele hulp gegeven wordt buiten de klas (niveau 3).
Die hulp kan in de meeste gevallen pas plaatsvinden in groep 4. Daarmee is veel kostbare
tijd verloren gegaan.
Het belang van incidenteel leren voor deelname aan het onderwijs in groep 3 is evident.
De beste remedie is om direct te starten met een individueel interventieprogramma
gericht op het aanleren van de letters en klanken en het lezen van woordjes.
Volhouden- tot het voornaamste struikelblok is genomen
Er is in ons land een hele serie interventieprogramma’s ontwikkeld en experimenteel
beproefd bij kinderen die, onder andere vanwege familiair risico (FR), een relatief grote
kans liepen op het ontwikkelen van dyslexie.
Hoe groter het risico is op leesproblemen en dyslexie, des te belangrijker het is om, naast
vroeg te beginnen, de hulp langdurig vol te houden.
De voordelen van digitalisering benutten
Computerprogramma’s kunnen meer individuele feedback geven dan de leerkracht ooit
kan bieden en ze maken afstemming van instructie op de vaardigheden van het kind
mogelijk.
Niet alleen voor verschillen in tempo of niveau, maar idealiter ook over wat leerlingen
leren, hoe ze leren, wanneer ze leren en waar ze leren.
Letters in beweging
Opzet
Een voorbeeld van een preventief programma dat aan de principes van zo vroeg mogelijk
beginnen en digitalisering voldoet is letters in beweging. Dit computerprogramma is speciaal
op kleuters van laagopgeleide ouders die geringe kennis van het alfabet en een zwak
klankbewustzijn hebben. Jonge kinderen maken op speelse wijze kennis met letters en
klanken.
, Inhoud
Het programma bestaat uit 22 spelletjes die de herkenning van klanken in de eigen naam
beogen, gevolgd door 6 spelletjes waarin de letter van de eigen naam wordt gekozen uit 3
andere letters en 12 spelletjes met plaatjes van woorden die beginnen of eindigen met de
eerste letter van de naam.
Methodiek
Computermaatjes Sim en Sanne bespreken hun eigen namen en ontdekken dat die beginnen
met dezelfde klank. Vervolgens richt de aandacht zich naar de eigen naam van het kind en
andere woorden. Tijdens het oefenen worden aanwijzingen gegeven over het antwoord;
zoals herhaling van de taak, of een hint in de goede richting. Het programma is, ook voor
deze jonge kinderen, ‘selfsupporting’ (koptelefoon), de enige bemoeienis van de begeleiders
is technisch van aard (zoals inloggen).
Onderzoek
De geselecteerde leerlingen hadden Nederlands als moedertaal, maar scoorden bij de
laagste 30% voor ontluikende geletterdheid. De training duurde 15 weken, een keer per
week 10 tot 15 minuten, dus zo’n 3 tot 4 uur in totaal, in de middenperiode van groep 2. Na
afloop was er flinke vooruitgang in alfabetische kennis en leerden ze ook sneller om een
achttal nieuwe woordjes te leren. Na 1,5 jaar leesonderwijs in groep 3 en 4 was het verschil
tussen de groep die letters kreeg en de groep die controleconditie kreeg (luisteren naar
boekjes) nog meetbaar bij de snelheid van woorden lezen, spelling en begrijpend lezen.
Dat het programma direct reageert op het antwoord (feedback) bleek voor het leren van de
letter-klankkoppelingen essentieel.
Gebruik in de praktijk
Letters in beweging is een preventief programma dat de lacune in ontluikende
geletterdheid opvult bij leerlingen die daar thuis weinig van meekrijgen. Het is een
belangrijk instrument in de bestrijding van laaggeletterdheid. Het duurt relatief kort, is
goedkoop, selfsupporting en online verkrijgbaar en dus geschikt voor gebruik op school en
thuis. Het kan gebruikt worden als voorloper op leesprogramma’s die ontwikkeld zijn om
leesproblemen te voorkomen.
Bouw!
Opzet
Het is een volwaardig leesprogramma waarin eerst het leren van letters en klanken en korte
woordjes aan de orde komt, gevolgd door complexe en meerlettergrepige woorden en de
aanzet tot automatisering. Daarmee voldoet het aan de principes van zo vroeg mogelijk
beginnen, lang volhouden en digitalisering.
Inhoud
Eerst worden letters aangeboden in combinatie met de klankvorm en voorzien van plaatjes
van woorden die letter/klank bevatten. Vervolgens komen de dubbeltekens en belangrijke
lettercombinaties aan bod, gevolgd door de begin- en eindclusters, samengestelde en
tweelettergrepige woorden. Het programma is opgebouwd uit 12 blokken met afsluitende
toetsen en 2 eindtoetsen, in totaal 526 lesjes.