Hoofdstuk 3: De samenleving en bindingen
Hoofdconcept binding:
Het bindingsvraagstuk gaat over de vraag waarom mensen verbinding
zoeken met elkaar. Mensen hebben elkaar voor allerlei dingen nodig, van
materialen en bescherming tot kennis en liefde. Daarom leven mensen
bijna altijd in groepen. Binnen die groepen verwachten mensen specifiek
gedrag van elkaar. Zolang we ons verbonden voelen met de groep
houden we ons meestal ook aan die verwachtingen.
Binding verwijst naar de relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen
mensen in een gezin of familie, tussen leden van een groep in de
maatschappij en op het niveau van de staat.
§3.1 Groepsvorming
Mensen zijn afhankelijk van elkaar en zijn daarom aan elkaar verbonden.
Er zijn vier soorten sociale bindingen:
- Affectieve bindingen: zijn afhankelijkheden die te maken hebben
met positieve en negatieve gevoelens van mensen over elkaar.
Affectieve bindingen verwijzen naar gevoelens om ergens bij te
horen.
- Cognitieve bindingen: Zijn afhankelijkheden die te maken hebben
met kennisvorming en kennisoverdracht. Mensen zijn afhankelijk van
elkaar om iets te leren.
- Economische bindingen: zijn afhankelijkheden die te maken hebben
met de productie en verdeling van schaarse goederen. Het gaat om
bindingen die te maken hebben met werk, met goederen die nodig
zijn voor het bestaan.
- Politieke bindingen: zijn afhankelijkheden die te maken hebben met
politieke macht. Het gaat om bindingen die te maken hebben met
zaken die geregeld moeten worden op gebied van bijvoorbeeld
onderwijs, zorg, verkeer en veiligheid. Dit zijn collectieve goederen
en diensten.
De bindingen die mensen met elkaar hebben kunnen ertoe leiden dat ze
groepen vormen. Het kernconcept groepsvorming is het tot stand komen
van bindingen tussen meer dan twee mensen, die elkaar beïnvloeden en
samen gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen.
Het proces groepsvorming bestaat uit vijf fasen maar die worden niet altijd
in dezelfde volgorde doorlopen.
- Oriëntatiefase: mensen weten de groepsnormen nog niet en wie zal
gaan leiden of volgen
- Conflictfase: verschillen in opvattingen worden duidelijk en dat leidt
tot conflicten
- Integratiefase: komt een evenwicht tot stand tussen de verschillende
opvattingen over samenwerking
- Uitvoeringsfase: iedereen weet wat er van elkaar verwacht wordt en
er worden resultaten geboekt.
- Ordefase: de groesleden proberen de manier van samenwerken aan
verdere regels te binden en zo te komen tot institutionalisering van
de groepssamenwerking.
, Sommige mensen horen wel bij de groep en andere duidelijk niet. Dat
heeft te maken met insluiting en uitsluiting. De groep mensen die erbij
hoort, wordt de ingroup genoemd: daar is binding mee, een
gemeenschappelijke sociale identiteit. Hoe sterker men zich binnen een
groep met elkaar verbonden voelt, hoe meer groepsleden geneigd zijn zich
aan de groepsnormen te houden. Om de groepsregels te handhaven is er
in een groep vaak sprake van sociale controle. Dat is dat mensen andere
mensen erop wijzen om zich aan de regels te houden.
De mate van sociale controle verschilt per groep en kan net als groepen
zelf formeel of informeel zijn. Formele sociale controle verwijst naar
mensen die vanuit hun beroep of functie anderen op de regels wijzen. Er is
sprake van informele sociale controle wanneer het elkaar aanspreken niet
gebaseerd is op wetten of op een functie.
Tegenover de ingroup staat de outgroup: de mensen die niet bij de groep
horen. Dat zijn mensen tegen wie je je afzet of met wie je in een soort
strijd bent. Over de outgroup bestaan vaak stereotypen en vooroordelen.
Door stereotypen en vooroordelen zet de ene groep zich af tegen de
andere groep waardoor de binding in de eigen groep toeneemt.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen formele en informele en primaire en
secundaire groepen.
In een informele groep kennen mensen elkaar en voelen ze zich
emotioneel met elkaar verbonden. Er zijn geen afspraken die officieel
vastliggen. Formele groepen zijn groepen met vast omschreven doelen,
normen en regels. In deze groepen is er vaak sprake van een bepaalde
hiërarchie.
Een primaire groep is een groep met persoonlijke en emotionele banden,
die elkaar steun biedt en loyaal is aan elkaar. Primaire groepen zijn
belangrijk bij socialisatie op micro- en mesoniveau. Secundaire groepen
zijn doelgericht, onpersoonlijk en functioneel georiënteerd. Secundaire
groepen zijn van belang voor de socialisatie op macroniveau en voor de
sociale controle.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lynngroen2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.