Ik heb elk college gevolgd en aantekeningen gemaakt. Alle aantekeningen heb ik samengevoegd in dit document. Voor het leren voor het tentamen heb ik alleen gebruikgemaakt van deze aantekeningen. Hoofdstuk 9 hebben wij niet hoeven lezen en is dus ook niet behandeld in de hoorcolleges.
HC1: Inleiding Nationale Politiek (niet zo belangrijk)
Belangrijke hoogleraren:
- Hans daalder (hoogleraar wetenschap der politiek vanaf 1963)
- Arend lijphart (hoogleraar internationale betrekkingen in Leiden vanaf 1968)
- Peter Mair
- Rudy Andeweg
- Joyce Outshoorn
- Ruud Koole
Nederland als casus, theoretisch/vergelijkend:
1) Pacificatiedemocratie (Consociational democracy)
2) Extreem proportioneel kiesstelsel
3) Bijzondere casus voor coalitietheorieën
4) (Neo) corporatisme: poldermodel
5) Voedingsbodem voor populisme
HC2: Staat, natie, democratie & rechtsstaat
Waterschappen waren eerste politieke organisaties: eerste democratische instellingen
└ Zijn geborgde zetels wel democratisch?
Taalgrens: Vlaams/Nederlands vs. Frans (Romeinse grens: Maas/Rijn, zakte steeds verder)
Religieuze grens: protestants (noorden) vs. katholiek (zuiden), niet zwart-wit
1579: Unie van Utrecht
1648: Vrede van Westfalen: Verdrag van Münster + Vrede van Osnabrück
- Republiek der zeven verenigde Nederlanden (confederatie)
o Landschap Drenthe: geen stemrecht Staten-Generaal
o Generaliteitslanden: onder gezag Staten-Generaal
Franse/Bataafse tijd (1795-1813)
Congres van Wenen (1815) → Koninkrijk Willem I
Splitsing Lage Landen (1830, verdrag 1839) → België
1848: nieuwe ‘liberale’ grondwet van Thorbecke
Staat = grondgebied met verplichte politieke organisatie en geweldsmonopolie
└ Volgens Max Weber
- Territorium, permanente bevolking, interne & externe soevereiniteit
Natie = een gemeenschap van mensen die zich verbonden voelen door gedeelde kenmerken
Anthony Smith: een genaamd volk met gedeelde cultuur, historie, economie & rechten
Benedict Anderson: imagined politieke gemeenschap (komt doordat we samen iets denken)
Buitenlandse invloeden staatsvorming:
- Eenheidsstaat door Frankrijk
- Monarchie door Groot-Brittannië (congres van Wenen)
- Tweekamerstelsel door België (plek voor Belgische adel → 1e kamer)
Constitutionele monarchie = monarchie ingeperkt door constitutie
└ Tegenhanger: absolute monarchie (absoluut = vrijgemaakt)
Parlementaire democratie = vorm van representatieve democratie waarin de regering
legitimiteit ontleent aan het vertrouwen van het parlement
└ Tegenhanger: presidentieel systeem; staatshoofd ontleend legitimiteit aan directe
verkiezing
, Volgens nationalisme dienen ‘natie’ & ‘staat’ samen te vallen
Constitutie = geheel van (on)geschreven regels omtrent fundamentele beginselen van staat
Grondwet = documenten waarin grondrechten/hoofdlijnen staan
Rechtsstaat = grondrechten, legaliteitsbeginsel (rule of law) & machtenscheiding
(territoriaal: multi-levelgovernance & functioneel: trias politica)
Statuut voor Koninkrijk der Nederlanden (1954)
- Regelt verhoudingen tussen 4 landen in koninkrijk
- Grondwet NL & staatsregelingen Aruba, Curaçao & Sint-Maarten zijn ondergeschikt
aan statuut
Hoofdstukken grondwet:
1) Grondrechten
2) Regering
3) Staten-Generaal
4) Raad van State, Algemene Rekenkamer, Nationale Ombudsman en vaste colleges van
advies
5) Wetgeving en bestuur
6) Rechtspraak
7) Provincies, gemeenten, Caribische openbare lichamen, waterschappen en andere
openbare lichamen
8) Herziening van de grondwet
Grondrechten = publieke rechten van burgers
1) Klassieke grondrechten (‘mensenrechten’)
└ Waarborg, onthouding staatsbemoeienis (art. 1 allen in NL gelijk behandeld)
2) Politieke grondrechten (‘burgerrechten’)
└ Waarborg, tevens recht deelname staatsbestuur (art. 4 recht om te stemmen)
3) Sociale grondrechten
└ Taakstellend (art. 21 zorg van overheid)
Nederland heeft toetsingsverbod
Democratie = heerschappij van het volk
Klassieke democratie = directe democratie
└ Volksvergadering Athene & Rousseaus volonté générale (volkswil)
o Volkswil is geen optelsom, niet simpelweg wil van meerderheid
Representatieve democratie = representatieve groep
└ Democratisch elitisme: keuze tussen concurrerende elites (2 kampen?)
└ Polyarchie = pluralistisch democratiemodel met verschillende elites
└ Participatiedemocratie = volwaardige deelname aan democratische processen
Varieties of democracy:
• Electoraal beginsel: machthebbers leggen verantwoording af via periodieke
verkiezingen
• Liberaal beginsel: bescherming van rechten van individuen/minderheden tegen
staatsrepressie & ‘tirannie van meerderheid’
• Participatiebeginsel: directe/actieve participatie van burgers in alle politieke
processen
• Deliberatief beginsel: politieke besluitvorming gebaseerd op respectvolle en op rede
gebaseerde dialoog
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper majjolij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.