Voedingsanamnese technieken
Dietary history:
Een skilled interviewer vraagt naar de recente en lange termijn eetgewoonten. Er wordt gevraagd naar een
doordeweekse dag en een dag in het weekend.
Voordelen:
● Je weet niet alleen wat de recente eetgewoonten zijn maar ook eetgewoonten die de cliënt al langer
heeft.
● Geen invloed op de eetgewoonten omdat het al is gebeurd.
Nadelen:
● De cliënt doet dit allemaal uit het hoofd en kan nooit alles meer weten waardoor informatie onjuist of
incompleet is.
● Je hebt een slecht beeld van die portiegroottes.
● Je komt niet de spontane/ incidentele voedingsgewoonten te weten.
● Je hebt er een goed getrainde interviewer voor nodig.
Food records:
De cliënt houdt 3 tot 7 dagen bij wat hij/zij eet en drinkt.
Voordelen:
● De cliënt schrijft gelijk als hij/zij wat eet of drinkt op wat hij/zij eet of drinkt en hoeveel, hierdoor kan
het niet worden vergeten.
● Als het geconsumeerde voedsel afgewogen wordt is het heel nauwkeurig.
Nadelen:
● De cliënt kan vergeten op te schrijven wat hij/zij heeft gegeten.
● De cliënt kan op het moment dat er een eetdagboek bijgehouden wordt de eetgewoonten
veranderen.
● Als de cliënt het voedsel wat geconsumeerd wordt afweegt kost dat veel tijd.
● Er is sprake van een moment opname.
Food frequency questionnaire:
Er wordt gevraagd naar hoe vaak specifieke voedselgroepen worden geconsumeerd in plaats van wat er
dagelijks wordt gegeten.
Voordelen:
● Met deze methode kun je goed grove tekortkomingen in de voeding achterhalen.
● De eetgewoonten worden niet beïnvloed omdat het over het verleden wordt gevraagd.
● Voor een grote groep kun je een goed beeld krijgen over de eetgewoonten.
Nadelen:
, ● Het is moeilijk om het antwoord op de vragen te vertalen naar specifieke voedingswaarden zonder
meer informatie.
● Er wordt gevraagd naar groepen voedingsmiddelen en niet naar specifieke voedingsmiddelen.
24-Hour dietary recall:
De interviewer neemt de cliënt mee door de afgelopen 24 uur, de cliënt vertelt over deze 24 uur wat hij/zij
geconsumeerd heeft.
Voordelen:
● Het geeft voor grootschalige studies een goed beeld over de gemiddelde voedingsinname van de
populatie.
● De cliënt kan zich meestal wel herinneren wat hij/zij deze 24 uur heeft gegeten.
● Het is eenvoudig en niet heel intensief.
● Je vraagt terug dus de voedingsinname wordt niet beïnvloed.
Nadelen:
● Door deze methode krijg je een beeld van één dag, dit zegt niks over wat de cliënt op andere dagen
consumeerd.
● Het schatten van portiegroottes kan moeilijk zijn.
-> Niet heel betrouwbaar
-> Kan bij iedereen met een redelijk goed geheugen worden toegepast
Wat zijn manieren om te bepalen hoeveel je ergens van eet?
− Alles wegen
− Schatten aan de hand van verpakkingen
− Voorbeeld porties op foto’s
− Gebruik van standaard maten (bijv. ‘Maten en gewichten’ uit de Nederlandse
Voedingsmiddelentabel)
Richtlijnen Goede Voeding (Gezondheidsraad):
- Eet volgens een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon conform de onderstaande
richtlijnen
- Eet dagelijks ten minste 200 gram groente en ten minste 200 gram fruit
- Eet dagelijks ten minste 90 gram bruin brood, volkorenbrood of andere volkorenproducten
- Eet wekelijks peulvruchten
- Eet ten minste 15 gram ongezouten noten per dag
- Neem enkele porties zuivel per dag, waaronder melk of yoghurt
- Eet een keer per week vis, bij voorkeur vette vis
- Drink dagelijks drie koppen thee
- Vervang geraffineerde graanproducten door volkorenproducten
- Vervang boter, harde margarine en bak- en braadvetten door zachte margarine, vloeibaar bak- en
braadvet en plantaardige oliën
- Vervang ongefilterde door gefilterde koffie
- Beperk de consumptie van rood vlees en met name bewerkt vlees
- Drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken
- Drink geen alcohol of in ieder geval niet meer dan één glas per dag
, - Beperk de inname van keukenzout tot maximaal 6 gram per dag
- Het gebruik van voedingsstofsupplementen is niet nodig, behalve voor mensen die tot een
specifieke groep behoren waarvoor een suppletieadvies geldt.
Wat staat er in de Schijf van Vijf?
In de Schijf van Vijf staat:
■ Veel groente en fruit
■ Vooral volkoren, zoals volkorenbrood, volkoren pasta en couscous en zilvervliesrijst
■ Minder vlees en meer plantaardig. Varieer met vis, peulvruchten, noten, eieren en
vegetarische producten
■ Genoeg magere en halfvolle zuivel, zoals melk, yoghurt en kaas
■ Een handje ongezouten noten
■ Zachte of vloeibare smeer- en bereidingsvetten, zoals olie, halvarine en vloeibaar bak- en
braadvet.
■ Voldoende vocht, zoals kraanwater, thee en koffie
De vijf vakken van de schijf van vijf:
- Groente & fruit
- Smeer- en bereidingsvetten
- Dranken
- Brood, graanproducten en aardappelen
- Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel
Energie
Verschil tussen Kj en Kcal: Kilojoule is de algemene waarde voor energie (wordt ook gebruikt bij
natuurkunde) We rekenen met calorieën omdat dat makkelijker rekenen is met macro’s. ( 1 kcal = 4,2
Kj)
Eiwitten: 4 kcal (17 Kj)
Koolhydraten: 4 kcal (17 Kj)
Vetten: 9 kcal (37 Kj)
Vezels: 2 kcal (8 Kj)
Alcohol: 7 kcal (29 Kj)
1 gram = 1000 mg
1 mg = 1000 microgram (mcg)
Nederlandse voedingsmiddelentabel:
0 = zit er niet in
- = niet bekend of niet gemeten
Energie percentages geven een goed beeld van hoe de cliënt eet. Een energiepercentage bereken je
door het aantal calorieën uit een macronutrient te delen door het totale aantal calorieën van de cliënt
x 100.
, Functies en ADH
Functie ADH
Eiwitten ● Het levert calorieën en 10% van totale calorieën/ 0,8
aminozuren. Aminozuren gram per kilogram
zijn bouwstenen voor het
eiwit in lichaamscellen.
Vetten ● Vet is een bron van 20-40% van totale calorieën, bij
energie, vitamine A, (neiging tot) overgewicht 20-35
vitamine D, vitamine E energieprocent (verzadigd vet
en essentiële vetzuren. minder dan 10%)
● Cellen hebben vetzuren
nodig als bouwstenen en
vetzuren beschermen je
cellen tegen ongewenste
indringers.
Koolhydraten ● Suikers en zetmeel zijn 40-70% van totale calorieën
koolhydraten die een
belangrijke bron van
energie zijn voor het
lichaam.
● Energie voor
hersencellen en rode
bloedcellen
● Smaak
● Bloedglucose
suikerspiegel
● Vezels zijn ook
koolhydraten -> goede
darmwerking en
verzadiging
Vezels ● Vezels dienen als 30-40 gram per dag
voedingsbron voor de
(goede) bacteriën in onze
darm
● Voedingsvezels helpen
vocht aan te trekken, dit
is gunstig voor de
stoelgang
Energie ● Energie heeft het lichaam Hoeveel energie iemand
nodig om te kunnen verbruikt, is afhankelijk van
functioneren geslacht, lengte, leeftijd, gewicht,
hoeveel hij of zij beweegt en de
zwaarte van de inspanning. Met
deze gegevens kan de individuele