Samenvattingen arresten week 5
Hoger beroep tegen tussenvonnissen en deelvonnissen:
Arrest Ponteecen/Stratex:
Kwestie 1: Hoger beroep tegen deelvonnissen:
Hoofdregel: Bij deelvonnissen is zowel hoger beroep tegen het eindvonnisgedeelte als hoger
beroep tegen het tussenvonnis gedeelte mogelijk, ook wanneer de rechter in zijn dictum
hiervoor niet uitdrukkelijk toestemming heeft. Hetzelfde geldt voor het beroep in cassatie bij
een deelarrest. Dit is nodig om tegenstrijdige beslissingen te voorkomen.
(bijv. verklaring voor recht toewijzen = eindvonnis, laat toe schade te bewijzen = tussenvonnis. Tegen beide mag je meteen in hoger beroep gaan,
maar dit zorgt ervoor dat de zaak uit elkaar getrokken wordt want stel het hof oordeelt dat de verklaring voor recht vernietigd moet worden, hoe zit
het dan met de schade die bewezen mocht worden in het tussenvonnis?)
Uitzonderingen: In dit arrest was het toepassen van de hoofdregel minder noodzakelijk,
(minder klemmend), omdat hier niet persé de wenselijkheid bestond om tegenstrijdige
beslissingen te voorkomen, omdat het hier ging om ‘vorderingen tegen twee van elkaar te
onderscheiden procespartijen’.
Kwestie 2: Hoger beroep tegen tussenvonnissen:
Dit kan alleen gezamenlijk met het eindvonnis, maar, in dit arrest benadrukt de Hoge Raad
dat de rechter toestemming kan geven om tegen het tussenvonnis tussentijds beroep in te
stellen. Dit kan geschieden op twee wijzen:
- Wet: rechter geeft deze mogelijkheid in het dictum
- Hoge Raad: rechter mag ook achteraf, ná het wijzen van een tussenvonnis, de
mogelijkheid van tussentijds beroep openstellen, op verzoek van de in het ongelijk
gestelde partij, binnen de beroepstermijn (van drie maanden). De wederpartij wordt
hierbij in de gelegenheid gesteld om zich over dit verzoek uit te laten.
In welke gevallen de rechter zo’n verzoek zal honoreren, blijft zijn eigen vrijheid. De
beslissing op het verzoek behoeft dan ook niet gemotiveerd te worden.
Noot van Mierlo: De Hoge Raad lijkt in dit arrest de lagere rechters ‘op te roepen’ om geen
deelvonnissen uit te spreken, maar in een zaak waarin zij al een einduitspraak zouden
kunnen doen, deze beslissing in het dictum aan te houden. Er bestaat dan namelijk de kans
dat het systeem ‘uit elkaar getrokken wordt’: tegen het tussenvonnis en het eindvonnis kan
apart (en tegelijkertijd) gegriefd worden.
Kwestie 3: (Tussentijds) hoger beroep bij subjectieve cumulatie:
Indien een deelvonnis wordt gewezen, dan kan hoger beroep worden ingesteld van het
gehele vonnis (dus ook tegen het tussenvonnis), maar zal het beroep van het tussenvonnis
slechts ontvankelijk zijn als ook grieven zijn gericht tegen het eindvonnisgedeelte.
Dit kan alleen niet als er sprake is van meerdere gedaagden (subjectieve cumulatie), waarbij
tegen de ene partij een eindvonnis wordt gewezen en tegen de andere partij een
tussenvonnis. (=uitzondering).
, Arrest Invinco/Postma:
De rechtbank wees twee tussenvonnissen. Voor de eerste verleende hij toestemming om
tussentijds hoger beroep in te stellen, voor de tweede niet. In cassatie wordt gevraagd of het
hof daarom terecht het beroep tegen het tweede tussenvonnis afwees (of dat deze ook
onder de toestemming viel).
De Hoge Raad beslist dat in geval van toegelaten tussentijds appel, slechts eerdere
tussenvonnissen in het hoger beroep kunnen worden betrokken, en niet een later
tussenvonnis, zoals hier het tweede vonnis. Voor tussentijds hoger beroep tegen zo’n later
tussenvonnis dient, binnen de appeltermijn van dat latere tussenvonnis afzonderlijk verlof te
worden gevraagd bij de rechtbank.
Dit geldt ook voor tussenbeschikkingen.
IJzeren appeltermijn, tenzij apparaatsfout:
Arrest Denkavit/De Boer:
Bij appeltermijnen geldt in beginsel een ijzeren regel. Verlenging van de appeltermijn is niet
mogelijk, tenzij er sprake is van een apparaatsfout (dit is een bijzondere omstandigheid):
Is de beschikking (of uitspraak) niet (tijdig) betekend aan de gedaagde, waardoor deze niet
kon weten dat de termijn ging lopen, dan wordt de appeltermijn verlengd met twee weken.
Deze twee weken gaan lopen vanaf de dag verstrekking of verzending van de beschikking.
Aanvang verzettermijn na verstekvonnis:
Arrest Morning Star/Gabon
Morning Star is beslaglegger, wil beslag leggen op vermogensbestanddelen van Gabon.
Morning Star legt conservatoir derdenbeslag op Gabon onder AK NSS. Deze partij geeft een
derdenverklaring omtrent de vermogensbestanddelen van Gabon. Morning Star gaat hierna
procederen om een executoriale titel te krijgen voor het derdenbeslag. In deze procedure
wordt een verstekvonnis gegeven omdat Gabon niet verschijnt.
Hierna gaat Morning Star het verstekvonnis ten uitvoer leggen, en er vindt een betaling
plaats conform de derdenverklaring van AK NSS.
Kwestie 1: Wat is de aanvang van de verzettermijn?
Volgens dit arrest is het betalen conform het derdenbeslag, de tenuitvoerlegging van het
vonnis, en daarmee de aanvang van de verzettermijn voor Gabon.
Dit sluit aan bij artikel 143 lid 3 RV: de begintermijn van het verzet is de dag van de
tenuitvoerlegging.
Kwestie 2: Gaat de verzettermijn lopen bij een onjuiste derdenverklaring over het vermogen?
Er komt rechtens vast te staan dat AK NSS ten onrechte heeft verklaard iets verschuldigd te
zijn aan Gabon. Het was namelijk iets verschuldigd aan Gabon SA en niet aan Gabon.
Hoge Raad: op dit moment is er geen beslag gelegd ten laste van het vermogen van Gabon,
omdat deze zaken geen vermogensbestanddeel van Gabon waren. Er heeft dus geen
executie plaatsgevonden.
Nu er op grond van artikel 143 lid 2 Rv ook geen daad van bekendheid is, en ook geen
betekening van het verstekvonnis heeft plaatsgevonden, is de verzettermijn nooit gaan
lopen.Gabon kan dus nog in verzet tegen het verstekvonnis.