ONDERNEMING EN ARBEID
COLLEGE-AANTEKENINGEN EN
KENNISCLIPS
Onderwerpen:
- arbeidsrechtelijke bedingen;
- wijziging van de arbeidsovereenkomst;
- opzegging wegens bedrijfseconomische omstandigheden;
- beëindiging wegens ziekte;
- opzegging wegens disfunctioneren, verwijtbaar handelen of
werkweigering;
- beëindiging o.g.v. de g- t/m i-grond;
- ontslag op staande voet.
Merle van Roest
Vierdejaarsstudent HBO-Rechten
,Week 1 – kennisclips
De werkgever wil beschermd worden, ook t.a.v. bijvoorbeeld bedrijfsgeheimen. Dit speelt
met name in ondernemingen die afhankelijk zijn van de inzet van personeel (vb. ICT en
technische dienstverlening).
Arbeidsovereenkomsten zijn vaak niet meer klassiek ingesloten. Er wordt vaak op een
andere manier samengewerkt, bijv. door het inzetten van zelfstandige, flexibele contracten
maar ook in het kader van platformarbeid (denk bijv. aan Deliveroo en Helplink).
De Commissie Borstlap hebben een belangrijk advies gegeven (Commissie Regulering van
werk) onder leiding van de voorzitter Borstlap. De belangrijkste conclusie die daaruit
getrokken is, is dat de verhoudingen op de arbeidsmarkt scheefgegroeid zijn en dat deze
rechtgetrokken moeten worden om het evenwicht weer te herstellen. Dit kan volgens deze
commissie als alle werkenden in Nederland dezelfde rechten en plichten krijgen. Daar
bedoelen ze ook dat zzp’ers meer rechten en plichten krijgen. Dit moet ervoor zorgen dat
werk voor iedereen in Nederland welvaart en groei oplevert.
Proeftijdbeding (art. 7:652 BW) - Belang
Ontstaan in 1907, Nederland beoogt misbruik van proeftijdverlenging te voorkomen;
Met ingang van 1 januari 2015 met de invoering van de Wet Werk en Zekerheid is de
proeftijd verder aangescherpt;
o vb. in een aovk van 6 maanden of korter mag geen proeftijd meer worden
opgenomen. Dit is gedaan omdat de inzet van een aovk voor bepaalde tijd
daardoor ingeperkt zouden worden.
Tekstueel gewijzigd per 1 januari 2020 WAB;
In de proeftijd ligt de grondslag dat beide partijen de mogelijkheid moeten krijgen om
een inschatting te maken van elkaars kwaliteiten en hoedanigheden (is de
werknemer geschikt voor het werk en bevalt de werknemer het werk?);
Tijdens de proeftijd heb je wel bescherming, maar wel veel minder. Hierom heeft de
wetgever de duur van de proeftijd gemaximeerd, te rekenen vanaf het moment van
de aovk.
In de wet is een kwalificatie opgenomen dat een proeftijd in opvolgende aovk nietig is,
behalve als de aovk nieuwe vaardigheden of verantwoordelijkheden van de werknemer
vereist. In het laatste geval mag het wel.
vb. je bent een werknemer op de ICT-afdeling voor bepaalde tijd. Je krijgt een nieuw contract
voor bepaalde tijd, maar nu word je manager. Hiervoor zijn andere vaardigheden en
verantwoordelijkheden nodig.
Proeftijdbeding (art. 7:652 BW) – Juridisch kader
Art. 7:652 BW gaat over het aangaan van het proeftijdbeding. Art. 7:676 BW gaat over de
beëindiging van de proeftijd.
Belangrijk vormvereiste: het moet schriftelijk worden overeengekomen (dwingend
recht). Wordt de proeftijd niet schriftelijk bedongen, dan wordt de proeftijd geacht niet
te zijn bedongen (art. 7:652 lid 8 BW);
De proeftijd moet voor beiden tegelijk zijn;
De proeftijd mag ten hoogste voor twee maanden worden overeengekomen;
In art. 7:652 lid 6 BW staat wanneer er geen proeftijd mogelijk is;
Ijzeren proeftijd = de proeftijd mag nooit verlengd worden;
o vb. een werknemer is in dienst bij een werkgever. Er is sprake van een
proeftijd van één maand, maar de werknemer gaat tijdens de proeftijd voor
één week op vakantie. De werkgever denkt: ‘’ik heb maar drie weken proeftijd,
we gaan het verlengen’’. DAT MAG NIET.
o vb. partijen hebben een aovk afgesloten voor drie jaar en hebben daarin een
proeftijd van zes maanden opgenomen. DAT MAG NIET: de proeftijd mag
, max. twee maanden zijn. Dit betekent dus niet dat de proeftijd gewijzigd wordt
naar twee maanden, nee, er is dan géén proeftijd. De proeftijd is nietig.
Opzegmogelijkheden tijdens de proeftijd (art. 7:676 BW): ieder der partijen is tijdens
de proeftijd bevoegd de ovk met onmiddellijke ingang op te zeggen. Er is dan geen
opzegtermijn van toepassing.
o in art. 7:670a BW staat aangegeven dat tijdens bijv. opzegging tijdens de
proeftijd een aantal opzegverboden niet van toepassing zijn;
vb. art. 7:670 lid 1 BW: opzegging tijdens ziekte is niet van toepassing
tijdens de proeftijd.
o discriminatieverboden (gelijke behandeling) blijven wél van toepassing;
o je mag tijdens de proeftijd niet opzeggen als er sprake is van misbruik van
bevoegdheid (art. 3:13 BW) of als er sprake is van het in strijd zijn met goed
werkgeverschap/werknemerschap (art. 7:611 BW);
vb. je wordt aangenomen bij een werkgever die werkt in de
transportsector. Op het moment dat je aangenomen wordt, weten ze al
dat er een reorganisatie aankomt. Zij hebben jou dit niet gemeld. Er is
sprake van misbruik van bevoegdheid/ De werkgever mocht de aovk
niet tijdens de proeftijd beëindigen, omdat ze bij het aangaan van de
aovk al wisten dat deze aovk weer beëindigd moest worden.
vb. de werknemer nam een baan aan in Engeland, daar woonden ook
zijn vrouw en kinderen. Op het moment dat hij aangenomen was en op
de dag dat hij begon met werken, zeiden ze dat hij niet naar Engeland
ging maar dat er wel een mogelijkheid in België was. Ze hebben hem
geen goede mogelijkheid gegeven om na te denken over het voorstel
van België, de aovk werd tijdens de proeftijd opgezegd. Dat is in strijd
met goed werkgeverschap.
Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) hierin is de mogelijkheid gegeven om bij aovk
voor onbepaalde tijd een proeftijd van vijf maanden op te nemen. Deze mogelijkheid
heeft het bij de behandeling van het wetsvoorstel niet gehaald.
Concurrentiebeding (art. 7:653 BW) – Belang
Ontstaan in 1907, concurrentiebeding voor het laatst gewijzigd in 2015 met de
invoering van Wet Werk en Zekerheid;
De WAB heeft géén wijzigingen aangebracht in art. 7:653 BW;
Een concurrentiebeding dient ter bescherming van belangen van de werkgever, zoals
bedrijfsgeheimen, het veiligstellen van knowhow en de relatie met klanten;
Het beding bevat een of meer of minder vergaand verbod voor de werknemer om na
het einde van zijn dienstverband als zelfstandige of als werknemer soortgelijke
werkzaamheden te gaan verrichten als in het bedrijf van de werkgever. Vaak wordt er
een gebied afgesproken (= geografisch bereik, vb. aantal provincies of straal van 50
km). Ook wordt vaak een tijdsduur benoemd (= temporeel bereik), vb. een jaar na
het beëindigen van de aovk. Ook kennen we een functioneel bereik = wat mag je
allemaal niet na het beëindigen van de aovk?;
Een werknemer heeft het grondwettelijk recht op vrije arbeidskeuze (art. 19 lid 3 Gw).
Dit recht wordt ingeperkt, maar daartegenover staat het belang van de werkgever om
de bedrijfsbelangen te beschermen;
Per 1 januari 2015 is er met de komst van de Wet Werk en Zekerheid nog iets
veranderd: het concurrentiebeding is voor een aovk voor bepaalde tijd beperkt. Een
werknemer heeft, als er een concurrentiebeding in zijn aovk voor bepaalde tijd is
opgenomen, dubbel nadeel: een tijdelijk contract brengt onzekerheid mee én je mag
ook niet bij een concurrent werken of concurrerende werkzaamheden verrichten.
Hierom hebben ze gezegd: het mag wel, maar er moeten waarborgen aan zijn
gekoppeld (art. 7:653 lid 2 BW): er moeten zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen
zijn. Het concurrentiebedingbeding moet noodzakelijk zijn. Is het beding zonder
toelichting van het noodzakelijke opgenomen, dan is het beding nietig;
, De werknemer is tijdens de aovk niet gebonden aan het concurrentiebeding, maar
na de aovk. Maar als er niks is opgenomen over nevenwerkzaamheden, dan kan het
zijn dat je handelt in strijd met goed werknemerschap (art. 7:611 BW);
Mag een werknemer na het einde van de aovk concurrerende werkzaamheden
verrichten als er geen concurrentiebeding is opgenomen? Ja, maar als er
omstandigheden zijn waardoor het ongeoorloofd wordt (vb. werknemer gaat
substantieel bedrijfsaandeel van de werkgever afbreken), dan kan er sprake zijn van
een onrechtmatige daad.
Concurrentiebeding (art. 7:653 BW) – Juridisch kader
In de praktijk wordt een onderscheid gemaakt tussen een concurrentiebeding en een
relatiebeding. Een relatiebeding is een beding dat de werknemer verbiedt om zaken
te doen met relaties van de vorige werkgever;
Anti-ronselbeding = een beding waarin de ex-werknemer verboden wordt om
werknemers van zijn oude werkgever over te halen om ook bij de nieuwe werkgever
in dienst te treden;
Het relatiebeding en het anti-ronselbeding vallen onder de werking van art. 7:653
BW. De voorwaarden van het concurrentiebeding zijn overeenkomstig van
toepassing op het relatiebeding en het anti-ronselbeding;
Vormvereisten:
o 1. tussen de werkgever en de werknemer;
o 2. concurrentiebeding werkt na het einde van de arbeidsovereenkomst;
o 3. op zekere wijze werkzaam te zijn een werknemer moet werkzaamheden
verrichten. Als iemand een financieel belang heeft in een andere onderneming
maar voor die andere onderneming worden helemaal geen werkzaamheden
verricht, dan valt het niet onder dit beding;
o 4. hoofdregel (lid 1 sub a) dat concurrentiebeding alleen is toegestaan in aovk
voor onbepaalde tijd, in lid 2 wordt afgeweken van de hoofdregel;
o 5. dit beding dient schriftelijk te zijn overeengekomen, omdat er een
bijzondere waarborg is dat de werknemer de consequenties van het
concurrentiebeding heeft overwogen. Het concurrentiebeding kan schriftelijk
worden gesloten bij het aangaan, maar kan ook tijdens de loop van de aovk
nog worden overeengekomen.
vb. in een aovk of in een aanstellingsbrief wordt verwezen naar een
bijgevoegd arbeidsvoorwaardenregeling. Je hebt de regeling
gekregen. In de regeling staat het concurrentiebeding opgenomen. De
werknemer verklaart door de ondertekening akkoord met de
arbeidsvoorwaarden. Is er dan sprake van het
schriftelijkheidsvereiste? Het beding staat niet in de aovk zelf, maar in
de bijgevoegde regeling waarnaar in de aovk is verwezen. Arrest
Philips/Oostendorp: door de ondertekening heeft de werknemer tot
uitdrukking gebracht dat hij heeft kennisgenomen van het
concurrentiebeding. Let op: de voorwaarden moeten wel aan de
werknemer zijn overhandigd.
vb. een werkgever stuurt een mail met in de bijlage de
voorwaardenregeling en de werknemer verklaart zich akkoord met de
e-mail. Is er dan voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste? Ja,
voldoende is dat de werknemer zich schriftelijk akkoord heeft
verklaard met de arbeidsvoorwaarden waarin een concurrentiebeding
is opgenomen, mits de inhoud van dat document als bijlage is
toegevoegd en de werknemer hierover dus kan beschikken. Een
handtekening is dan nog niet vereist, een akkoord is voldoende.
o 6. als het concurrentiebeding overeengekomen wordt, dan moet de
werknemer meerderjarig zijn.