De artikelen
Voor het vak ‘Pedagogische vraagstukken rond Polarisatie’ krijg je ongeveer 15 artikelen
opgegeven die je grondig moet lezen. Iedere week krijg je bij de artikelen ‘studievragen’ en
‘opleggers’. De studievragen vragen inzicht en de opleggers vormen uiteindelijk de
samenvatting voor het tentamen. Voor het tentamen is het belangrijk de rode draad van alle
artikelen te kennen en op zoek te gaan naar de overkoepeling tussen de artikelen.
Onderaan dit document staan een aantal proeftentamen vragen: de eerste 5 zijn gemaakt
door docenten en de rest door studenten. Succes!
- Dekker, P., Den Ridder, J., Bovens, M., & Tiemeijer, W. L. (2014). Polariseert
Nederland?: Ontwikkelingen in politiek-culturele tegenstellingen. Gescheiden
werelden?, 103-129.
- Bakker, J. (2012). Cultureel-etnische segregatie in het onderwijs: achtergronden,
oorzaken en waarom te bestrijden, Pedagogiek, 32(2), 104-164.
- Merry, M., Driessen, G. en Ouali, I. (2012). Doet onderwijssegregatie ertoe?,
Pedagogiek, 32(2), 151-164.
- Distelbrink, M., & Pels, T. (2012). Pedagogische ondersteuning en de spilfunctie van
het CJG. Uitdagingen voor gemeenten en professionals. Pedagogiek, 32( 1), 67-81.
- Tausenfreund, T., Knot-Dickscheit, J., Knorth, E. J., & Grientens, H. (2012). De
leefsituatie als explanans en explanandum bij multiprobleem-gezinnen. Een
vergelijkende conceptuele analyse van hulpverleningsperspectieven in Duitsland en
Nederland. Pedagogiek, 32(3), 251-271.
- Gordijn, A. (2010). What about the influence of Dutch culture on integration?,
European Journal of Social Work, 1 3(2), 217-229.
- Pels, T. en De Ruyter, D.J. (2012). The influence of education and socialization on
radicalization: an exploration on theoretical presumptions and empirical research,
Child Youth Care Forum, 41,311-325.
- Van Bergen, D. D., De Ruyter, D. J., & Pels, T. V. (2016). “Us Against Them” or “All
Humans Are Equal” Intergroup Attitudes and Perceived Parental Socialization of
Muslim immigrant and Native Dutch Youth. Journal of Adolescent Research, 32( 5),
1-26.
- Miklikowska, M. (2017). Development of anti-immigrant attitudes in
- adolescence: The role of parents, peers, intergroup friendships, and empathy. British
Journal of Psychology, 108, 626–648.
- Cameron, L., Rutland, A., Hossain, R., & Petley, R. (2011). When and why does
extended contact work? The role of high quality direct contact and group norms in the
development of positive ethnic intergroup attitudes amongst children. Group
Processes & Intergroup Relations, 14( 2), 193-206.
- Keller, S. (2017). Civic Motivation and Globalization: What Is It Like to Be a Good
Citizen Today?. In The Ethics of Citizenship in the 21st Century 29-47. Springer
International Publishing.
- Ploeg, van der P.A. (2015). Burgerschapsvorming anders: een pleidooi voor zakelijk
onderwijs, Pedagogiek, 35(3), 285-298.
, - Kesselring, M., de Winter, M., van Yperen, T., & Horjus, B. (2015). De pedagogische
civil society in praktijk: Een studie naar de effecten van de activiteiten binnen het
programma Allemaal Opvoeders. Pedagogiek, 35( 3), 263-284.
- Covell, K., Howe, R. B., & Polegato, J. L. (2011). Children's human rights education
as a counter to social disadvantage: A case study from England. Educational
Research, 53(2), 193-206.
- Gurin, P., Nagda, B. R. A., & Lopez, G. E. (2004). The benefits of diversity in
education for democratic citizenship. Journal of social issues, 60( 1), 17-34.
Studievragen
Dekker en Den Ridder
1. Dekker en Den Ridder beschouwen polarisaties als “een verbreding van
tegenstellingen” (p.104) Wat bedoelen zij hiermee?
Sterker worden van samenhang tussen politiek-culturele samenstellingen. Het gevoel
dat er tegenstellingen zijn wordt groter.
2. Welke onderzoeksvragen willen Dekker en Den Ridder beantwoorden?
- Is er meer politiek-culturele verdeeldheid in de bevolking ontstaan?
- Zijn politiek-culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen groter geworden?
- Is de samenhang van politieke voorkeuren en politiek zelfvertrouwen sterker
geworden?
- Zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan?
- Polariseert Nederland?
3. Geef in eigen woorden weer wat het verschil tussen de eerste en de tweede
onderzoeksvraag is.
Verschil (vraag 1) vs. verdeeldheid (vraag 2).
4. Dekker en Den Ridder maken in hun onderzoek gebruik van enquête data. Wat zijn
enquête data? Hebben Dekker en Den Ridder zelf respondenten benaderd?
Enquête data zijn bestaande data van afgeronde enquêtes verzameld door andere
onderzoekers. De respondenten hebben Dekker en Den Ridder dus niet zelf
benaderd.
5. Wat is het verschil tussen een beschrijvend of een verklarend onderzoek?
- Beschrijvend: er wordt een bepaald verschijnsel in kaart gebracht.
- Verklarend onderzoek: uitleggen van resultaten van een onderzoek.
6. Is het onderzoek van Dekker en Den Ridder een beschrijvend of een verklarend
onderzoek? Leg uit.
Beschrijvend onderzoek, ze stellen namelijk geen hypothese op en er wordt geen
verklaring voor de gevonden resultaten gegeven.
7. Welke antwoorden vinden Dekker en Den Ridder op de gestelde onderzoeksvragen?
, - Bepaalde kwesties zijn gepolariseerd en bepaalde zijn gedepolariseerd
(paragraaf 5.7, pagina 110 en 124).
- Over het algemeen niet, maar in enkele gevallen wel (pagina 116 en 124):
➔ Seksen: vrouwen werden linkser.
➔ Lager- en hogeropgeleiden: lageropgeleiden werden rechtser,
hogeropgeleiden zijn meer pro-EU.
➔ Jong en oud: oud is meer pro-inkomensnivellering
➔ Geen eenduidig antwoord, maar wel een sterke samenhang tussen
politiek zelfvertrouwen en globaliseringskwesties (pagina 124).
➔ Bij politieke partijen wordt dit niet gedacht, bij sociale groepen wel
(pagina 124).
➔ Gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet: voor de beantwoording van de
titelvraag van dit artikel zijn de differentiële ontwikkelingen een
zijspoor. Het samenvattende antwoord is dat Nederlanders in de
afgelopen decennia minder (partij)politieke polarisatie zijn gaan zien
maar wel vaker grotere sociale tegenstellingen. Vanwege het geringe
aantal metingen en de zwakke relaties tussen beoordelingen van
tegenstellingen is er echter weinig reden om te veronderstellen dat er
steeds meer ‘tegenstellingendenken’ is (pagina 122).
8. In de conclusie wordt vermeld: “We onderzochten polarisatie uitsluitend als kenmerk
van de opgetelde opvattingen en houdingen van individuen en niet als iets wat
politiek en maatschappelijk speelt in de interactie van burgers, in de media en in
relaties tussen partijen en maatschappelijke verbanden” (p. 125) Wat wordt hiermee
bedoeld en waarom is het van belang dat Dekker en Den Ridder dit vermelden?
Er wordt niet gekeken naar standpunten van politieke partijen maar van individuen,
dus er mag niet gegeneraliseert worden naar de hele maatschappij. Daarnaast
spelen sociale media een belangrijkere rol → overdeterminering (= verschillen groter
doen lijken dan ze eigenlijk zijn).
Welke centrale begrippen/theorieën worden er in het artikel gebruikt/besproken?
- Polarisatie
- Politiek zelfvertrouwen
- Nivellering (men probeert een gelijk niveau te krijgen, links standpunt)
- Politiek-cultureel
- Links-rechtszelfplaatsing
- Autoritarisme (één persoon is de baas ipv een democratie)
- Scheidslijn
- Thomas Theorema theorie: ‘als mensen denken dat de situatie werkelijk is, dan heeft
dat werkelijke gevolgen.’
Merry, Driessen en Oulali
Studievragen
1. Volgens Merry et al. is er een spanning tussen het uitoefenen van individuele vrijheid
en het streven naar sociale gelijkheid. Leg aan de hand van een voorbeeld uit wat zij
daarmee bedoelen.
, Vrijheid vs. Gelijkheid: aan de ene kant willen ouders bijvoorbeeld de individuele
vrijheid hebben om zelf een school te kiezen voor hun kind, maar aan de andere kant
kan het toewijzen van scholen een oplossing bieden om segregatie op scholen tegen
te gaan, wat sociale gelijkheid als resultaat heeft.
2. Critici van onderwijssegregatie betogen vaak dat arme kinderen weinig in contact
komen met kinderen uit een hoger milieu – en met meer cultureel en sociaal kapitaal”
(p.153) Wat wordt er verstaan onder cultureel en sociaal kapitaal?
- Cultureel kapitaal: geheel van kennis, cognitieve vaardigheden en opleiding.
- Sociaal kapitaal: het geheel aan relaties en netwerken.
- Cultureel-sociaal kapitaal is nodig om de ‘taal’ van instituties/de wereld te
begrijpen, wat je een goede startpositie geeft.
3. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vrijwillige en onvrijwillige
onderwijssegregatie. Leg uit wat het verschil is.
- Vrijwillig: bewust kiezen voor mensen met dezelfde eigenschappen/ bewust
school kiezen voor kind
- Onvrijwillig: als je minder (financiële) opties hebt.
Argumentatieschema
Standpunt: sociale integratie via gemengde scholen is niet per sé de enige en beste manier
om het ideaal van gelijke kansen te realiseren.
Argumenten voor:
1. Integratie of niet, samenlevingen zijn zo georganiseerd dat sommige personen of
groepen meer bevoorrecht worden dan anderen.
2. Diversiteit kan ongelijkheid in de hand werken omdat het stereotypering en
stigmatisering van minderheden kan versterken.
3. Mensen kunnen principieel beter opschieten met andere mensen met dezelfde
eigenschappen, dit bevordert een gevoel van verbondenheid en gemeenschapszin.
4. Het idee dat kinderen in contact moeten komen met andere kinderen van
verschillende afkomsten is controversieel omdat:
- Het is voor kinderen uit de dominante cultuur gemakkelijker om zich op
sociaal geïntegreerde scholen aan te passen.
- Voorstanders van gemengde scholen houden geen rekening met het feit dat
sommige kinderen (of ouders) behoefte hebben aan hun eigen culturele
normen en waarden.
5. Gelijkheid vs. vrijheid: terugdringen van segregatie komt in conflict met het recht op
vrije schoolkeuze.
6. Onderwijsvoorzieningen worden niet eerlijk verdeeld of dat nou op een gemengde of
gesegregeerde school is.
7. Leraren van gemengde scholen kunnen niet aan elke cultuur hun recht doen
8. Gemengde school betekent niet perse dat je het ideaal van gelijkheid wordt gehaald
(te simpel gedacht).
Argumenten tegen: