W1 – L1 en 2 – inleiding + wil verklaring en vertrouwen.
GEESTELIJKE STOORNIS.
Beroept zich op discrepantie tussen wil en verklaring o.g.v. …, dat wil zeggen geestelijke
stoornis (3:33 jo 3:34).
Stellen en bewijzen dat:
o Ten tijde van sluiten ovk leed aan geestelijke stoornis, namelijk dat hij .. (bijv.
overspannen was, dement, hevige emoties). Behandelend arts kan verklaring
afgeven.
o hetzij dat de stoornis een redelijke waardering van zijn belangen belette, hetzij dat
de verklaring onder invloed van de stoornis is gedaan.
Om lastige bewijspositie te vergemakkelijken -> Wettelijk bewijsvermoeden
(3:34 lid 1) -> RH is voor geestelijk gestoorde nadelig, tenzij nadeel op tijdstip
van RH redelijkerwijs niet was te voorzien.
WP beroep zich op 3:35
o Te goeder trouw?
o Zowel subjectief als opbjectief -> niet wist en ook niet behoefde te weten.
o Denk aan: vraagprijs, kenbaarheid van mentale toestand.
o Bijgestaan door ouders of deskundige, is niet relevant als WP het wist.
o Onderzoeksplicht: verifiëren of aanbod daadwerkelijk gewild is.
o Westhoff/Spronsen: naarmate de verklaring voor handelende nadeliger is, zal
eerder een onderzoeksplicht worden aangenomen. Opzegging van de aok kan
ernstige rechtsgevolgen voor de handelende meebrengen.
Handelende nederlandse taal machtig? (Hajziani)
Kan gezien diens functie geacht worden over voldoende vaardigheden te
beschikken om draagwijdte van verklaringen en gedragingen te overzien?
Enige tijd gelaten op verklaring terug te komen?
Geslaagd beroep op 3:35?
o Westhoff/Spronsen, Mohammed Ben Amran-Silversteyn
o Beroep op art 3:35 kan in strijd zijn met R&B.
o Nadeel voor de chauffeur is daarbij een belangrijk gezichtspunt, met name als de
wederpartij bij het uitblijven van bescherming ex artikel 3:35 BW geen nadeel zou
ondervinden.
Ten gevolge van een geestlijke stoornis kan een geestelijk gestoorde geen geldige rh’s
verrichten (vernietiging). Zolang de geestelijke stoornis bestaat of de persoon niet onder
curatele is gesteld, zal hij de ovk dus niet onaantastbaar kunnen bevestigen of vernietigen.
AANBOD EN AANVAARDING
Aanbod:
o Uitstallen van goederen voorzien van prijskaartje
o Kwalificatie:
= onzelfstandig, want het beoogde rechtsgevolg (totstandkomen van ovk),
kan niet alleen door aanbod worden bereikt. Hiervoor is aanvaarding vereist.
Onherroepelijk? “Geldig tot/geldig zolang” -> art. 6:221: mondeling vervalt
indien niet onmiddellijk aanvaard, schriftelijk indien binnen redelijke tijd.
Heeft ‘geldig tot’ de strekking om die tijd nader in te vullen, of moet deze
worden geïnterpreerd idzv 6:119 (onherroepelijk)? -> uitleg -> ontbindende
tijdsbepaling indien niet onherroepelijk.
‘Geldig zolang’ = een voorwaarde.
Aanvaarding
o Stemmen aanbod en aanvaarding niet overeen, dan geldt de verklaring als nieuw
aanbod en verwerping van het oorspronkelijke (6:225)
1
, Bijv. wanneer aanvaarding duidelijk afwijkt van aanbod -> 21.000 ipv 22.000
(niet relevant of een aangewezen persoon of middel de verklaring verkeerd
overbrengt, ex 7:37 lid 4)
Tenzij gevolgde wijze door ontvanger is bepaald.
o Onbereikbaarheid aanbieder (niet of niet tijdig bereikt)
Draagt zelf nadeel, indien niet tijdig bereiken gevolg is van eigen handelen,
persoon voor wie hij aanspr. is, of andere omstandigheden die zijn persoon
betreffen en rechtvaardigen.
Discrepantie
o Bijv. vergissing -> dient bewezen te worden
3:35
o Niet wist en niet behoorde te weten dat sprake is van “vergissing”
o Denk aan: prijs,
Je kan alleen een beroep doen op je eigen wilsontbreken, niet op dat van een ander (als je
bijv. van gedachten veranderd en zelf ook de ovk toch wilt vernietigen).
MISVERSTAND
Gebruik term die voor meerder interpretaties vatbaar is
3 mogelijkheden
1. Er is een overeenkomst tot stand gekomen in de zin die verhuurder Aalders daaraan
geeft.
2. Er is een overeenkomst tot stand gekomen in de betekenis die huurder Fleur daaraan
geeft.
3. Er is geen overeenkomst tot stand gekomen.
In het Misverstandarrest overweegt de Hoge Raad:
o dat immers, indien pp die een overeenkomst wensen te sluiten, daarin een voor
misverstand vatbare uitdrukking bezigen, die zij elk in verschillende zin hebben
opgevat, het antwoord op de vraag of al of niet een overeenkomst tot stand is
gekomen, in beginsel afhangt van wat beide pp over en weer hebben verklaard en
uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in
de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid;
dat daarbij onder meer een rol kan spelen:
o of de betekenis waarin de ene partij de uitdrukking heeft opgevat meer voor de
hand lag dan die waarin de ander haar heeft opgevat;
o of, indien deze uitdrukking een vaststaande technische betekenis heeft, de partij die
van deze betekenis is uitgegaan, mocht verwachten dat ook de andere partij deze
betekenis zou kennen;
o of de andere partij zich had voorzien van deskundige bijstand en de wederpartij
mocht verwachten dat deze die betekenis kende en die andere partij daarom
voorlichtte;
o of één der door pp aan de uitdrukking gehechte betekenissen zou leiden tot een
resultaat dat met hetgeen pp met de overeenkomst beoogden minder goed zou
zijn te rijmen.
partijen dienen een beroep te doen op 3:35.
HERROEPING AANBOD
in beginsel heeft aanbieder recht aanbod te herroepen en daarmee de mogelijkheid om
aan zijn gebondenheid einde te maken.
is het aanbod onherroepelijk? (6:219)
o ja -> bijv. wanneer deze termijn voor aanvaarding inhoudt -> niet herroepen.
schriftelijk aanbod is geldig voor redelijke termijn
2
, o = afhankelijk van aard transactie, en wat gebruikelijk is.
Herroeping heeft effect op moment waarop deze de geadresseerde bereikt (3:37 lid 3)
Kan niet geschieden wanneer aanvaarding reeds is verzonden.
o Dus let op moment van verzending aanvaarding in casus!
o Het verzenden van een aanvaarding doet geen ovk ontstaan, maar heeft wel het
beperkte rechtsgevolg dat de aanbieder niet meer kan herroepen.
INTREKKING AANBOD
Intrekking verhindert dat een verzonden verklaring een rechtsgevolg teweegbrengt.
In de periode die is gelegen tussen de verzending en het ontvangst van het aanbod, heeft
deze nog geen werking (3:37 lid 3)
Ex. 7:37 lid 5:
o Vormvrij
o Eerder dan of gelijktijdig met ingetrokken aanbod bereiken. (dus bijv. sneller
communicatiemiddel)
o Mondeling aanbod kan dus niet worden ingetrokken.
KWALIFICATIE ADVERTENTIE (HOFLAND/HENNIS)
In het arrest Hofland-Hennis besliste de Hoge Raad, dat een advertentie waarin een
bepaalde zaak voor een bepaalde prijs te koop wordt aangeboden zich er in beginsel niet
toe leent door eventuele gegadigden als een (vrijblijvend) aanbod te worden opgevat,
maar slechts als een uitnodiging om in onderhandeling te treden. Voor de beoordeling van
de vraag of sprake is van een aanbod is immers ook de persoon van de gegadigde van belang
en speelt niet alleen de prijs maar ook eventuele verdere voorwaarden van de koop een rol.
AFGEBROKEN ONDERHANDELINGEN (CBB/JPO projecten, Plas/Valburg, VHS/Shell)
Ten aanzien van het afbreken van onderhandelingen en de vraag of voor partijen hieruit
een plicht tot schadevergoeding voortvloeit, zijn door de Hoge Raad maatstaven
ontwikkeld in o.a. de arresten Plas-Valburg en CBB/JPO Projecten.
Onderhandelende partijen zijn verplicht hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde
belangen te laten bepalen. Ieder van hen is vrij de onderhandelingen af te breken, tenzij dit
op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het tot stand komen
van een overeenkomst of in verband met andere omstandigheden van het geval
onaanvaardbaar zou zijn.
Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de
partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft
bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij (arrest CBB/JPO
Projecten).
o Gerechtvaardigde vertrouwen van wederpartij in totstandkoming ovk, is van belang.
Hoe dichter bij het tot stand komen van de ovk, hoe meer wederpartijen rekening
moeten houden met elkaars gerechtvaardigde belangen.
Van belang zijn o.a. de bedoeling van partijen, de mate waarin reeds overeenstemming is
bereikt en het al dan niet bestaan van het voornemen tot verder onderhandelen (arrest
VSH-Shell).
Naar aanleiding van het arrest Plas-Valburg kan de onderhandelingsfase in drieën worden
onderverdeeld:
1. Partijen zijn vrij om de onderhandelingen af te breken zonder dat zij over en weer
gehouden zijn tot betaling van schadevergoeding.
o Eerste fase is eigenlijk uitnodiging om in onderhandeling te treden (is voor koop)
2. De onderhandelingen zijn in een zodanig stadium geraakt dat partijen de
onderhandelingen wel mogen afbreken, maar dat zij gehouden zijn de door de
3
, wederpartij gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk voor hun rekening te nemen. In
deze fase is het afbreken van de onderhandelingen, zonder de door de wederpartij
gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk te vergoeden, in strijd met de redelijkheid en
billijkheid.
o Vergoeding van negatief contractsbelang (gemaakte kosten)
3. De onderhandelingen zijn in een zodanig stadium gekomen dat het afbreken van de
onderhandelingen onder de gegeven omstandigheden als in strijd met de redelijkheid
en billijkheid moet worden aangemerkt. Dit is het geval indien een partij mocht
vertrouwen dat enig contract in ieder geval tot stand zou komen. In deze fase kan de
afbrekende partij door de rechter worden veroordeeld om door te onderhandelen.
o Waar hangt de koop vanaf? Mocht de WP er gerechtvaardigd op vertrouwen dat
de koop doorging?
o Kan door de WP dooronderhandeling worden bewerkstelligd?
Ook in het geval dat het ‘derde stadium’ al is bereikt kunnen de geschetste onvoorziene
verandering van omstandigheden op softwareterrein (geheel nieuwe software met meer
mogelijkheden) tijdens de onderhandelingen desalniettemin meebrengen dat het afbreken
van de onderhandelingen níet onaanvaardbaar is (arresten De Ruijterij-MBO en CBB/JPO
Projecten).
Begin bij beoordelen a.d.h.v. fase 3.
Bron van verbintenissen is de R&B (6:2 jo 6:248) dan wel evt. ongerechtvaardigde
verrijking (6:212)
NB: artikel 7:2 BW is in casu (het gaat immers om kantoorruimte) niet van toepassing.
W2 – L3 en 4 – vertegenwoordiging en volmacht –
handelingsbekwaamheid
VOLMACHT
Om van volmacht te kunnen spreken dient te worden voldaan aan de twee in artikel 3:60,
eerste lid, BW gestelde vereisten:
1. de vertegenwoordiger moet de bevoegdheid tot vertegenwoordiging hebben, en
2. hij moet in de hoedanigheid van vertegenwoordiger handelen (hij moet met andere
woorden ‘in naam van’ de principaal handelen).
Uit de casus blijkt niet of T de kast in naam van het echtpaar E of op zijn eigen naam heeft
gekocht. Onduidelijk is derhalve of T zijn volmacht ex artikel 3:66, eerste lid, BW heeft
uitgeoefend.
SCHIJN VAN VOLMACHTVERLENING
Eerst inhoud art. 3:61 lid 2 noemen (evt. jo 3:66 BW)
Evt. Is sprake van een onbevoegdheid?
o Bijv. als gevolmachtigde optreden mbt het ontvangen van de huursom, lager bedrag
dan waarvoor volmacht is verleend,
o Dan wordt principaal niet gebonden -> 3:66 lid 1
2 vereisten beschermingsbepaling 3:61 lid 2
1. Gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij dat er een toereikende volmacht was.
o Feitelijk element -> daadwerkelijk op vertrouwd hebben
o Normatief element -> in gegeven omstandigheden redelijkerwijs aannemen
o Hangt af van concrete omstandigheden van geval (Kuyt/MEAS -> bijzondere
omstandigheden, zie hieronder)
Degene die tijdens een verkooptentoonstelling in een galerie een daar
tentoongesteld object koopt, zal er in het algemeen op mogen vertrouwen
dat de galerie tot het verkopen van dit object bevoegd is, ofwel dat de
4
