Inkoop
Les 1.1
Inkoop is het verkrijgen vanuit externe bronnen van alle goederen en diensten die
nodig zijn voor het draaiende houden, onderhouden en managen van de primaire en
secondaire activiteiten van een onderneming tegen de meest gunstige voorwaarden
(Van Weele). Het is alles waar een externe factuur tegenover staat (Telgen).
Inkoop staat in dienst van de organisatiestrategie. Inkoopdoelstellingen moeten
afgeleid zijn van missie, visie en strategie. Er worden drie strategieën onderscheid
(Porter, 1980):
1. Kostenleiderschap goedkoopste zijn / prijsvechter
2. Differentiatiestrategie onderscheiden
3. Focusstrategie richten op één segment / doelgroep
- Focus op kostenleiderschap (1) of differentiatiestrategie (2)
Les 1.2
Inkoopkosten zijn alle kosten die gemaakt worden om goederen en diensten in te
kopen en binnen te krijgen. Let op, de aanschafprijs van producten of diensten zelf
vallen niet onder de inkoopkosten. Bijv. transportkosten
,Inkoopaandeel is het bedrag aan inkoopuitgaven (inkoopomzet, of totale
inkoopfactuurwaarde) binnen een onderneming, uitgedrukt als percentage van de
omzet. Ofwel: inkoopaandeel = inkoopomzet / totale omzet * 100% (belangrijk!).
Hoe hoger het percentage, hoe hoger de totale inkoopuitgaven zijn. (Want
teller wordt groter).
Bijv. inkoopaandeel van NS (dienstverlening) is lager dan inkoopaandeel van
Gazelle (productie). Immers, inkoopomzet is voor de NS lager dan
productiebedrijf.
Percentages kennen
Spendanalyse is een analyse van de spend, ofwel het uitgegeven geld.
Naar welke leverancier gaan de inkoopuitgaven?
Om de verdeling van omzet over leveranciers in kaart te brengen, maken we gebruik
van de pareto-analyse, of ABC analyse (80/20-regel).
Zie bladzijde 208 & 209 boek van inkoop
Verschillende aspecten hebben invloed op het belang van inkoop voor de
organisatie, zoals:
- Inkoopaandeel
- Belang van kosten
- Financiële positie
- Afhankelijkheid van leveranciersmarkt
, Les 1.3
6 fasen van de inkoop (Van Weele)
1. Specificeren (WAT heb ik nodig?). Dit is de belangrijkste fase, een fout in deze
fase werkt door in het gehele inkoopproces. Invloed op inkoopuitgaven is het
hoogst.
- Opdrachtgever (inkoopaanvraag van de gebruiker) is verantwoordelijk voor
de specificaties, ofwel programma van eisen (PvE).
Zoals functionele, technische, logistieke, kwaliteits- en commerciële eisen.
- Inkoper is verantwoordelijk voor de vertaling naar objectieve,
leveranciersneutrale termen.
2. Selecteren: De leveranciers worden geselecteerd d.m.v. leverancierslijsten. Bij
de selectie drie mogelijkheden, de bidders list:
- Offerteaanvraag bij één leverancier
- Offerteaanvraag bij aantal leveranciers
- Offerte via openbare procedure (advertentie of publicatie)
3. Contracteren: Een schriftelijke afspraak wordt gemaakt.
4. Bestellen (inkooporder). Dit gaat veelal automatisch via bestelsystemen
met/zonder koppelingen met leveranciers.
Vervolgens bestelorder plaatsen (handmatig of via verbinding met
leverancier), daarna komt er een orderbevestiging.
5. Bewaken: Monitoren of het inkoopproces juist verloopt: juiste order, kwaliteit,
tijd, etc.
6. Nazorg en evaluatie.