02-11-2024, 15:25 OneNote
College 1: H1, H2, H3 (1/2)
dinsdag 7 november 2023 15:01
Mentimeter:
1. Welke uitspraak over leiderschapsstijl is juist?
• Succesvolle leiders worden gekenmerkt door een eenduidige leiderschapsstijl die ze consequent en onafhankelijk van de situatie
gebruiken
• Leiderschapstheorie en leiderschapsstijl zijn synoniemen van elkaar
• Een leiderschapsstijl omvat een cluster van verschillende gedragingen
• Managers kunnen per definitie geen leiderschapsstijl hebben
2. Welke uitspraak over de door Van Wart en Medina onderscheiden “gedragsdomeinen” (behavioral domains) van leiders
is juist?
• Van Wart en Medina onderscheiden 3 domeinen aan publiek leiderschap: taakgericht, mensgericht en organisatiegericht
• Van Wart en Medina onderscheiden 3 domeinen aan publiek leiderschap: mensgericht, netwerkgericht en politiek gericht
• Publieke leiders met een ondersteunende (‘supportive’) leiderschapsstijl moeten volgens Van Wart en Medina vooral een visie
kunnen ontwikkelen en kunnen informeren
• Voor publieke leiders met een strategische leiderschapsstijl zijn volgens Van Wart en Medina vooral taakgerichte competenties
relevant
Leiderschap is overal (H1)
Niet alleen denken aan de grote leiders, maar ook in organisaties waar mensen leiding geven. Dat maakt het ingewikkeld, omdat het
in zoveel situaties en omstandigheden voordoet. Het vraagt verschillende dingen, je kan het niet tot 1 leiderschapstheorie
omvatten.
In coronatijd:
Allerlei mensen op allerlei niveaus speelden een leiderschapsrol in de coronatijd. Dit roept vragen op: welke leiderschapsstijl past
het beste bij een situatie?
In verkiezingstijd:
De leiders uit de tweede kamer. Merk op: de focus in het boek ligt vooral op de organisational leader, dus niet perse op politiek.
Agenda van dit college
Inleiding hoofdstuk 1, 2 en deels 3
Aandachtspunt: wat is specifiek aan 'publiek' leiderschap?
--> we zien meer herwaardering rol overheid (staat) en publieke sector, we verwachten dus maar van onze leiders maar het
vertrouwen neemt af.
Leerdoelen van dit vak:
• Op het einde van dit opleidingsonderdeel kunnen de studenten verscheidene basisbegrippen, methoden en instrumenten m.b.t.
tot (publiek) leiderschap benoemen en begrijpen ze de samenhang;
• Op het einde van dit opleidingsonderdeel kunnen studenten hun opgedane basiskennis gebruiken om de verschillende theorieën
over leiderschap te herkennen, te begrijpen, uiteen te zetten en met elkaar te vergelijken;
• Op het einde van dit opleidingsonderdeel kunnen studenten beredeneren welke consequenties een publieke context heeft voor het
geven van leiding;
• Op het einde van dit opleidingsonderdeel kunnen studenten analyseren of een publiek leider beschikt over de vereiste
competenties om effectief te opereren in een publieke context.
Leiderschap: waar hebben we het over? (H1)
Leiderschap kun je niet los zien van followers (p3), en overigens ook niet van de 'aard van het werk'
--> Het type werk en type volgers genereert typen leiders. Er zijn zo veel verschillende typen leiders, dat het niet mogelijk is 1
theorie te benomen om dat te bedekken.
Of ook:
Niet tentamenstof
• Politiek leiderschap
• Administratief leiderschap
(NB hier ligt de nadruk in van Wart en Medina!)
• Maatschappelijk (‘civic’) leiderschap
Hoe definiëren we leiderschap?
• Rainey: By leadership, most people mean the capacity of someone to direct and energize people to achieve goals. (Rainey,
1979 p. 315)
--> legt de nadruk op direct: richting geven en taken aangeven, en energize, mensen inspireren en aansporen, motiveren
--> Leiderschap: wat moet er gebeuren? Taken. Hoe moet je motiveren? Taken uit kunnen voeren
• Gary Yukl: defines leadership as “the process of influencing others to understand and agree about what needs to be
done and how to do it, and the process of facilitating individual and collective efforts to accomplish shared
objectives”
--> niet op literatuurlijst maar wordt het boek nog wel genoemd. Belangrijke leiderschapsauteur. Needs to been done: taken how to
do it: motivatie
• Van Wart en Medina: in een bestuurlijke context gaat het om verschillende aspecten.
Exhibit 1.5: bestuurlijk leiderschap:
1/6
,02-11-2024, 15:25 OneNote
1. is het proces van het leveren van de resultaten die vereist zijn door geautoriseerde systemen op een efficiënte, effectieve en
legale manier.
a. Deze smallere definitie zou goed van toepassing kunnen zijn op een eerstelijns toezichthouder en zou de voorkeur
genieten van degenen die een strikte politieke verantwoordingsplicht voorstaan.
2. Is het proces van het ontwikkelen/ ondersteunen van followers die de resultaten leveren. (motiveren)
a. Followers zijn uiteindelijk degenen die de resultaten opleveren en de kwaliteit leveren. Beter op hun focussen dan op het
product.
3. is het proces van het op één lijn brengen van de organisatie met haar omgeving, vooral de noodzakelijke veranderingen
op macroniveau, en het waar nodig aanpassen van de cultuur. (brede organisatiecontext)
a. Past bij uitvoerend leiderschap en benadrukt het "grote geheel". Veel analisten uit de publieke sector maken zich zorgen
over de toepassing van deze definitie vanwege de afbraak van democratische verantwoording.
4. Het key elelement van administratief leiderschap is de gerichtheid op dienstverlening. (ten dienste en publieke waarde
genereren aan de burger)
a. Hoewel leiderschapsfuncties en -focus kunnen variëren, moeten administratieve leiders responsief en open zijn, zich
bewust zijn van concurrerende belangen, toegewijd zijn aan het algemeen belang, enzovoort, zodat ze een gevoel van
publiek vertrouwen creëren voor hun rol als rentmeester.
5. Leiderschap is een combinatie van het leveren van technische prestaties, interne sturing aan volgers en externe
organisatorische sturing - alles met een oriëntatie op openbare dienstverlening.
a. Deze definitie erkent impliciet de complexe en veeleisende uitdaging voor leiders; ze gaat echter de moeilijke beslissing
uit de weg over het bepalen van de juiste nadruk of focus die leiders moeten leggen - en operationeel ook leggen.
Deze operationele definitie van leiderschap van wart zegt hoe hij leiderschap bekijkt en hoe het boek wordt opgebouwd
Leiderschap is een complex proces dat het volgende inhoudt: (exhibit 1.6)
• het beoordelen van iemands omgeving en iemands leiderschapsbeperkingen
• het ontwikkelen van de talrijke noodzakelijke leiderschapstrekken en -vaardigheden (zoals integriteit, zelfvertrouwen, streven
naar uitmuntendheid en vaardigheid in communicatie en het beïnvloeden van mensen)
• het verfijnen en aanpassen van iemands stijl voor verschillende situaties
• het bereiken van vooraf bepaalde doelen
• het voortdurend zelf evalueren van iemands prestaties en het ontwikkelen van iemands potentieel.
--> deze definitie vormt de basis voor H8 en deel 2 van het boek (het LAC)
Een leider heeft verschillende competenties nodig
Het onderscheid tussen de behaviour domeinen is belangrijk, en change. De behaviour domeinen geeft ook aan waar de focus van
een bepaalde leider of leiderschapsstijl ligt. Je hoeft ze niet allemaal uit je hoofd te leren, maar je moet kunnen beredeneren welke
bij welke hoort.
Let op: deze driedeling zit verstopt in het 'LAC' in exhibit 8.2 en 15.4.
Het begrip leiderschapsstijl
Wat valt je op als we denken aan leiderschapsstijl?
--> Een andere manier van omgaan met je ondergeschikten
• Trump is de baas, directief
• Obama is participatief
Definitie leiderschapsstijl (p. 20 H2)
--> wat het meest duidelijk naar voren komt van een leider bij een bepaalde situatie.
• aggregatie van traits, skills and behaviors
• zijn (in gedrag) direct waarneembaar voor volgers, organisaties, etc (p. 34)
• komen vooral in het gedrag van de leider tot uiting
• wordt gebruikt om het meest prominente aspect van wat een leider doet aan te geven
• ‘A style is a moderate-sized cluster of leader behaviors, used to describe or prescribe actual or ideal leader patterns’ (p. 23)
In leiderschapsstheorie gebruik je leiderschap om te beschrijven of hoe het moet (normatiever).
Voorbeeld: theorie X en Y van Gregor
X: mensen zijn lui, ze hebben er geen zin in, als leider, controleren en erbovenop zitten
Y: mensen uit zichzelf gemotiveerd en uit nature willen ze het goed doen, als leider meer vertrouwen, ruimte geven aan mensen
--> voorbeeld van leiderschapsstijl waar een bepaald gedrag, bepaalde competenties bijhoren.
Leiderschapsstijlen in het boek (H2)
• Laissez-faire style
• Directive style
2/6
,02-11-2024, 15:25 OneNote
• Supportive style
• Participative style
• Delegative style
• Achievement-oriented style: hoe zorg je ervoor dat de prestaties van medewerkers zo hoog mogelijk is? , individueel niveau
• Inspirational style: hoe kun je mensen inspireren, hoe kan je mensen raken, veel charisma
• Strategic style: wat kan je strategisch doen, topmanagement, hoog niveua
• Collaborative style: hoe zorg je ervoor dat hierarchie minder wordt, en mensen op verschillende niveaus samenwerken. NPM:
hoe kan je vershcillende stakeholders vnauit verschillende sectors met elkaar verbinden
• Combined style: verschillende stijlen mixen.
• Deze stijlen vragen om verschillende gedragscompetenties (behavioural competetences exhibit 2.5, p52)
• Leiderschapstheorieen maken gebruik van die stijlen om leiderschapstijl aan te duiden, dus in een omvattender kader.
• Vooral moderne theorieen gaan in op de vraag in welke situatie, je welke stijl moet gebruiken.
Voorbeeld 1:
Voorbeeld van supportive leadershipstijl
Begrip hebben, naar mensen luisteren, vertrouwen uitstralen, vriendelijk zijn
Van Wart en Medina (p. 52): gaat vooral om competenties die om people gaan
People: consult, coordinate personnel, develop staf, motivate, build and manage teams, manage conflict:
Voorbeeld 2:
Voorbeeld van achievement oriented stijl
Vooral bij topsport zie je dat een goede trainer bepaalde vaardigheden heeft, waardoor hij in staat is om topsporters goed te laten
presteren
Van Wart en Medina (p. 52): gaat vooral om taken en people:
Task: clarify roles, inform, delegate, problem solve, manage innovation and creativity: duidelijk maken wat de rollen zijn enz.
People: consult, plan and organize personnel, develop staf, motivate, built and manage teams: constateren, plannen motiveren en
teambuilding is vooral belangrijk. Hoe zorg je ervoor dat een team een team is?
--> verschillende stijlen vragen verschillende competenties, belangrijk dat er naar de specifieke situatie wordt gekeken
Belangrijke thema's in literatuur
• Are leaders born or made?
NB heeft belangrijke implicaties voor training!
Maar: ervaring is de belangrijkste leerschool: Je leert van je fouten, kunnen reflecteren van je fouten is erg belangrijk.
• Er bestaat ook horizontaal leiderschap
Niet alleen verticaal maar ook horizontaal leiderschap. Leiderschap kan je over een team verdelen --> distributief
leiderschap college 2
• Zijn managers altijd leiders?
Symbolische discussie, maar je kan veronderstellen vanuit de literatuur:
De ene auteur zegt is verschillend, de andere zegt het niet.
Van Wart en Medina maakt er niet zo’n probleem van en geven aan dat hij beide begrippen door elkaar gebruikt, omdat leiders vaak
ook managen…. (p. 24)
Leiderschapstheorie
Het filmpje op canvas laat de veelheid van theorie over leiderschap zien, en wat de essentie daarvan is. Het is handig om naar te
kijken. Dan zie je dat er veel verschillende theorieën zijn, en discussie welke vorm van leiderschap is in welke situatie het beste?
In hun eerste hoofdstuk behandelen Van Wart en Medina een zestal centrale benaderingen die ‘de tijdgeest’ (“wat is de dominante
benadering in een bepaalde periode?”) beschrijven (Exhibit 1.4)
3/6
, 02-11-2024, 15:25 OneNote
1. Great man (voor 1900, maar nog steeds populair)
2. Trait (1900 – 1948) – nadruk op kenmerken van leiders: probleem: kenmerken leider lijstje werd groot, probleem dat het een
niet handig is in de situatie en de ander wel.
3. Contingency (1948-1980) – nadruk op situationele context: nadruk op situationele context: leiderschap is afhankelijk van de
situatie.
4. Transformational (1978 – heden) – nadruk op verandering: leiderschapsstheorieen hoe bereik je als leider verandering?
5. Servant (1979 – heden) – nadruk op ethiek: nadruk op ethiek: wat is een ethisch competente leider? Afgelopen jaren komt dat
steeds meer op.
6. Multifaceted (1990-heden) – integratie en meer
nadruk op horizontaal leiderschap: combi van leiderschapstheorie, tot wat voor competenties leidt dat? Contigentie,
transformationeel en servant bij elkaar brengen, om leiderschap met al zijn facetten zo goed mogelijk te benaderen.
Wat doen van Wart en Medina?
Deel 1: Theories and Approaches to Leadership
• Geeft een overzicht van leiderschapstheorieën en benaderingen
Deel 2: ‘Applied Leadership Competences’
• Wat maakt een leider effectief?
• Bouwt voort op H8: Competency Based Leadership
• Zie exhibit 8.2 en 15.4: The Leadership Action Cycle (LAC)
• NB H9 hoort tot deel II!
• Gaat Nele over 2 weken dieper op in
Toepassing op publieke context loopt door hele tekst heen
Centrale vragen Van Wart bij elke theorie (p. 33)
Basisvraag: welke prestatiedoelen beogen specifieke leiderschapsstijlen te bereiken en onder welke condities?
• Wat is de achtergrond van de theorie en wat beoogden de centrale onderzoekers?
• Wat zijn de contingentiefactoren? (indien aanwezig)
• Welke stijlen stelt de theorie centraal?
• Naar welk type ‘performance’ kijkt men?
• Wat zijn de sterke en zwakke punten van de theorie?
Basismodel causal chain model:
Manier hoe je naar deel 1 kan kijken: dient om leiderschapsbenaderingen samen te vatten en te vergelijken (p. 34-35)
Bijvoorbeeld: klassieke theorie (p.60)
Opkomst contigentietheorie
• Kritiek op universele benadering: geschikte leiderschapsbenadering hangt van situatie af
• Bekende: Hersey & Blanchard (contingentie = kenmerken ondergeschikten)
Nadere uitwerking Hersey & Blanchard
Situationele variabelen:
• Follower competence
• Follower commitment
4/6