Atlas van de Nederlandse taal (Editie Nederland)
Hoofdstuk 8 ‘Waarom je bij de dokter ‘aaaa’ zegt en niet ‘oooo’
Over de Nederlandse spraakklanken
Iedere taal is opgebouwd uit klanken, deze klanken verschillen per taal. Verschil in de klank ‘th’ in het
Engels, die door Nederlanders als een ‘t’ wordt uitgesproken. Nederlands heeft verschil in korte of
lange klinkers, in het Pools of Turks komt dit niet voor, alles wordt kort uitgesproken daar.
Fonologie: de wetenschap waarin taalkundigen de klanken in verschillende talen bestuderen.
Fonologen zijn wetenschappers die zich bezighouden met het beschrijven en bestuderen van
klanken. Onderzoek naar betekenisonderscheidende klanken in een taal.
Fonemen: betekenisonderscheidende klanken -> als je letters/combinaties van letters vervangt in
een woord en daarna er een ander woord staat met een andere betekenis. Reis wordt Zeis, r
vervangen door z, betekenis is anders. Reis wordt Roes. Hierin zijn de R, Z, Ei en Oe dus fonemen. Het
woord moet echt van betekenis gaan veranderen, dus niet het geval binnen bepaalde dialecten of
verschillen in uitspraak door verschillende mensen. Moet betekenisverschil teweeg brengen!
Spraakorgaan: bestaat uit strottenhoofd, met daarin de stembanden, uit de keel- mond- en
neusholte, en uit de tong, de lippen, de onderkaak en de huig. Spreken is ingeademde lucht weer
naar buiten laten stromen, terwijl je spraakklanken vormt met de onderdelen van het spraakorgaan.
Verschil tussen klinkers en medeklinkers: de lucht bij klinkers kan ongehinderd langs de stembanden
door je mond naar buiten stromen, bij medeklinkers krijgt de luchtstroom ergens hinder.
Nederlands: Zestien klinkers, weergegeven door vijf lettertekens A, E, I, O en U.
Verschil in uitspraak door (zie afbeelding klinkerdriehoek):
1. korte of lange uitspraak
2. doordat je de tong hoog tegen het verhemelte houdt of net laag
door de onderkaak te laten zakken
3. doordat je de tong vooraan naar het harde verhemelte of
achteraan naar het zachte verhemelte richt
4. doordat je de lippen tuit of spreidt
Drie tweeklanken
Negentien medeklinkers
, Bij klank <a> onderkaak flink hangen, tong tegen mondbodem aan rusten -> daarom ‘aaaa’ zeggen bij
de dokter, omdat mond open is en in de keel kan kijken.
De [Ə] -> stomme, doffe of neutrale ‘e’. Niet kort, niet lang, lippen niet gerond of gespreid, niet
vooraan of achteraan in de mond, mondstand tussen open en gesloten in. Meest voorkomende
klinker in het Nederlands. ‘Sjwa’ genoemd, verwijzing naar het Hebreeuwse woord ‘leegte’. In veel
talen komt deze klank niet voor, alleen maar heldere klinkers.
Nederlands kent drie tweeklanken diftongen. Tweeklanken verglijden van de ene klinker naar de
andere. Uitspraak begint anders dan het eindigt. Dat is niet het geval bij aai, ooi, oei, eeu, en ieu (niet
verglijden maar aparte klanken hoorbaar, daarom geen volbloed tweeklanken). Tweeklanken overal
verschillend uitgesproken.