Dit document is alles wat je nodig hebt voor het behalen van je tentamen ontwikkelingspsychologie. Ik heb aan de hand van deze samenvatting een 8 gehaald op dit vak en daarom wil ik hem graag delen. Het belangrijkste voor dit tentamen is het kennen van een aantal ontwikkelingspsychologen en de bijb...
Ontwikkelingspsychologie
Deze samenvatti ng bevat theorieën en beweringen van ontwikkelingspsychologen,
informati e over de hersenen en belangrijke experimenten
De basis van het vak:
De ontwikkelingspsychologie valt op te delen in twee verschillende modellen: het
mechanisch model en het organisch model. Beide modellen hebben een aanhanger en
verder zijn er verschillende ontwikkelingspsychologen die theorieën hebben die passen bij of
het mechanisch model of het organische model.
Mechanisch model
Dit model ziet mensen als machines die een serie van voorspelbare reacties op stimuli laat
zien. De ontwikkeling is een continu proces en er wordt gebruik gemaakt van kwantitatieve
data. John Locke was hier een aanhanger van.
Verschillende belangrijke psychologen die aansluiten bij dit model zijn:
- Pavlov met de leertheorie
- Skinner met de theorie over operante conditionering (duiven experiment)
- Watson met de theorie over klassieke conditionering (Little Albert experiment)
- Bandura met de sociale leertheorie door modelling en self-efficy. Hiermee liet hij zien
dat ontwikkeling bi-directioneel is.
- Lev Vygotsky met de theorie over scaffolding en ZNO
Organisch model
Dit model ziet mensen als actieve wezens die hun eigen ontwikkeling sturen. De ontwikkeling
gebeurt volgens hen in kwalitatieve verschillende fasen. Jean Jacques Rousseau was hier
aanhanger van.
Verschillende belangrijke psychologen die aansluiten bij dit model zijn:
- Freud die uitspraken doet over de psychoanalytische ontwikkeling
- Erikson die uitspraken doet over de psychosociale ontwikkeling
- Jean Piaget die uitspraken doet over de cognitie ontwikkeling
,Inhoudsopgave
Piaget............................................................................................................................................................ 4
Cognitieve ontwikkeling.......................................................................................................................................4
Kritiek op Piaget...................................................................................................................................................6
Erik Erikson.................................................................................................................................................... 8
Psychosociale ontwikkeling..................................................................................................................................8
Vygotsky...................................................................................................................................................... 10
Cognitieve ontwikkeling.....................................................................................................................................10
Cognitieve ontwikkeling.....................................................................................................................................11
Kritiek Kohlberg:.................................................................................................................................................11
Fasen van vriendschap - Robert Selman............................................................................................................12
Stanley Hall.................................................................................................................................................. 13
Warner Schaie............................................................................................................................................. 13
Experimenten ontwikkelingspsychologie...................................................................................................... 16
Het onderzoek met apen (Harry Harlow)...........................................................................................................16
Het drie bergen experiment...............................................................................................................................16
Sally and Anne experiment.................................................................................................................................16
Het Marshmallow experiment............................................................................................................................16
Zwart versus wit onderzoek (clark&clark)..........................................................................................................16
Être et avoir........................................................................................................................................................16
Teens and risky behavior....................................................................................................................................16
Heinzdilemma (Kohlberg)...................................................................................................................................17
Visual cliff experiment........................................................................................................................................17
Seattle longitudinale studie................................................................................................................................17
,Imprintingsfenomeen (Bioloog Konrad Lorenz).................................................................................................17
Experiment duiven pingpongen (Skinner)..........................................................................................................17
,Piaget
Cognitieve ontwikkeling
De reden dat we geen herinneringen hebben in onze eerste levensjaren komt doordat ons
brein dan nog niet voldoende ontwikkeld is om herinneringen op te slaan.
Volgens Piaget begint alles met een schema. Dit schema zit in het lichaam en de interactie
van het kind met de werkelijkheid. Kinderen moeten deze schema’s aanpassen doordat hun
werkelijkheid wordt aangepast. Dit gebeurt door adaptatie. Adaptatie wordt onderveeld in
assimilatie en accommodatie. Een kind streeft naar equilibratie, dit is het juiste balans
tussen assimilatie en accommodatie.
In de verschillende stadia van Piaget wordt er gekeken naar kwalitatieve veranderingen in het
niveau van cognitief functioneren.
Kinderen leren in eerste instantie door zintuigen en motorische activiteit.
Fase 1: Sensomotorische Fase (0 – 2 jaar)
0 – 1 maand (reflexen): controle krijgen over bepaalde reflexen
1 – 4 maand (primaire circulaire reacties): baby’s leren om doelbewust belonend gedrag te
herhalen
4 – 8 maand (secundaire circulaire reacties): baby’s krijgen nieuwe interesse in het
manipuleren van objecten en het leren over eigenschappen van deze objecten
8 – 12 maand (coördinatie van secundaire schema’s): baby’s kunnen de kennis van eerdere
ervaringen gebruiken om problemen op te lossen
12 – 18 maand (tertiaire circulaire reacties): baby’s experimenteren met nieuw gedrag om te
zien welke resultaten dat oplevert
18 – 24 maand (mentale combinaties): hierin vindt de overgang naar pre-operationeel
gedrag plaats
Fase 2: Pre-operationele stadium (2 tot 7 jaar)
Gedrag kan alleen goed of fout zijn en moet worden gestraft op basis van het gevolg niet op
basis van de intentie.
- Centreren is de neiging om op slechts 1 aspect te focussen en andere aspecten te
vergeten
o Egocentrisme is een vorm van centreren, kinderen zijn egocentrisch wat te
zien is in het drie-bergen experiment
o Conservatisme is een vorm van centreren, dit is bij kinderen het feit dat de
hoeveelheid gelijk blijft, ook als de vorm veranderd (conservatieprobleem)
- Animisme: bepaalde objecten leven toeschrijven
- Begrip van getallen
- Empathie
, - Theorie of Mind= hoger bewustzijn van mentale activiteiten en het functioneren van
de geest (Piaget was ervan overtuigd dat de ToM nog niet kon plaatsvinden tijdens dit
stadium) (ToM ontwikkelt sneller in westerse culturen omdat ze meer uitspreken wat
ze denken)
Kinderen kunnen volgens Piaget in deze fase geen causale verbanden leggen
Fase 3: concreet operationele stadium (schoolkinderen, 7-11 jr)
Kinderen kunnen meer subtiele veroordelingen maken, omdat ze nu instaat zijn om meer dan
1 kant van de zaak te bekijken.
Kinderen beginnen ruimtelijke relaties en causaliteit te begrijpen. Ook leren kinderen
categoriseren:
- Klasse-inclusie: honden, katten en dieren
- Seriatie: objecten van groot naar klein
- Transitief redeneren: als a>b en b>c dan is a>c
Ook leren kinderen in deze fase inductief redeneren, wat betekent dat ze vanuit een
observatie een algemene conclusie kunnen trekken.
Het tegenovergestelde van inductief redeneren is deductief redeneren wat kinderen ook
leren op deze leeftijd. Ook leren kinderen conservatie wat inhoudt dat ze begrijpen dat
bepaalde eigenschappen van objecten gelijk blijven.
Tijdens deze fase begint de ontwikkeling van het metageheugen en de prefrontale cortex.
Ook gaat voor schoolkinderen de gezinsatmosfeer van controle naar co-regulatie, ze gaan
zich beter internaliseren. Dit betekent dat ze niet direct hun agressie meer zullen uiten.
Fase 4: formeel operationele stadium (adolescentie)
Rond de leeftijd 11-12 jaar begint het formeel redeneren waarin kinderen iedereen gelijk
veroordelen, waarbij ze rekening houden met de omstandigheden van het geval.
- Abstract kunnen denken
- Idealistisch; pubers denken vaak na over wat er allemaal mogelijk is
- Logisch, pubers beginnen meer na te denken als wetenschappers: Hypothetisch
deductief redeneren (plannen te scheppen om problemen op te lossen)
- Leren redeneren en onthouden nemen toe tijdens de adolescentie volgens de
informatie-verwerkings benadering
- Pruning
- De prefrontale cortex groeit
Extra fase: postformeel denken (Sinnot)
Deze fase is een uitbreiding op de fasen van Piaget. Deze is bedacht omdat Sinnot ervan
uitging dat het cognitief denken nog door ontwikkelt na de adolescentie.
Verschillende kenmerken van postformeel denken zijn:
- Reflectief denken
- Hogere fase van cognitief denken
- Open, individualistisch en flexibel
- Sociale en economische context
, Kritiek op Piaget
Onderzoek naar de Ontwikkeling van Categorisatie bij Baby’s
Volgens recent hersenonderzoek kunnen baby’s al veel eerder categoriseren dan Piaget
aanvankelijk stelde. Waar Piaget dacht dat deze vaardigheid zich pas rond 18 maanden
ontwikkelde, blijkt uit hersenonderzoek dat dit al rond 6 maanden mogelijk is.
Theory of Mind (ToM)
Volgens de Theory of Mind kunnen kinderen al veel meer dan Piaget aannam. Het bekende
"Drie Bergen-experiment" van Piaget is volgens critici te abstract voor jonge kinderen. Het
"Sally en Anne-experiment" toont aan dat kinderen van 4 jaar zich al kunnen inleven in
anderen, wat wijst op het vermogen om niet-egoïstisch te denken.
Deductief Redeneren
Piaget stelde dat deductief redeneren pas tijdens de adolescentie mogelijk is, waarbij men
van een algemeen verschijnsel naar een specifiek geval redeneert. Anderen beweren echter
dat kinderen tijdens de schooltijd al tot deductief redeneren in staat zijn. Interessant is dat
1/3 tot de helft van de volwassenen niet in staat blijkt om hypothetisch deductief te
redeneren.
Overschatting van Competenties bij Oudere Kinderen
Piaget zou de competenties van oudere kinderen juist overschat hebben. Sinnot
introduceerde criteria voor "post-formeel denken" om deze competenties beter te
beschrijven:
- Pragmatisme: keuzes maken die passen bij de realiteit van de situatie.
- Awareness of Paradox: zowel de positieve als negatieve kanten van een situatie zien.
- Multiple Solutions: het vermogen om meerdere oplossingen te bedenken.
- Self-referential Thought: het gebruik van emoties om te redeneren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maraportman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,92. Je zit daarna nergens aan vast.