Samenvatting Forensische bewijs
Fase 1: De Opsporingsfase
Boek
Hoofdstuk 3: De rechter als wetenschapper
1. Karl Popper en zijn zwanen
De tekst bespreekt de wetenschappelijke methode en hoe deze van toepassing is op
juridische besluitvorming. De nadruk ligt op het werk van Karl Popper en zijn
falsificatieprincipe.
• Vóór Popper was de heersende gedachte dat wetenschap gestuurd werd door
observatie, leidend tot theorievorming.
• Een theorie werd als waar beschouwd als deze overeenkwam met observaties.
• Popper bekritiseerde dit inductivisme. Hij stelde dat een algemene uitspraak,
zoals "alle zwanen zijn wit", nooit definitief geverifieerd kan worden.
• Zelfs na het observeren van talloze witte zwanen, kan een zwarte zwaan de
theorie ontkrachten.
• Popper introduceerde het falsificatieprincipe: een wetenschappelijke theorie
moet falsificeerbaar zijn.
• Een theorie moet risicovolle voorspellingen doen die getoetst kunnen worden.
• Wetenschap is volgens Popper een proces van "trial and error".
• Slechte theorieën worden gefalsificeerd door observatie en experimenten,
waardoor de betere theorieën overblijven.
• Wetenschappelijke feiten zijn interpretaties van observaties waarover
consensus bestaat, maar ze zijn niet definitief bewezen.
• Wetenschap streeft naar voortdurende discussie en het dichterbij komen
van de werkelijkheid.
De tekst gebruikt het voorbeeld van anatomisch correcte poppen om te illustreren hoe
het falsificatieprincipe kan worden toegepast op de juridische besluitvorming.
• De theorie dat seksueel misbruikte kinderen vaker seksuele spelletjes spelen
met anatomisch correcte poppen, wordt onderzocht.
• Het experiment laat zien dat er inderdaad een verschil is tussen misbruikte en
niet-misbruikte kinderen, maar het verschil is niet groot genoeg om een
definitieve conclusie te trekken over een individueel geval.
• De rechter is geïnteresseerd in de vraag of een specifiek kind misbruikt is, terwijl
wetenschappelijk onderzoek zich richt op algemene verbanden.
, • De poppenmethode is een zwak bewijsmiddel omdat het niet mogelijk maakt om
een perfecte scheiding te maken tussen schuldigen en onschuldigen.
De tekst benadrukt dat het falsificatieprincipe ook relevant is voor individuele gevallen
in het strafrecht.
• Het vergelijken van verschillende scenario's, inclusief denkbeeldige scenario's,
is een vorm van falsificatie.
• De tekst trekt parallellen met de geschiedwetenschap, waar historici oordelen
moeten vellen over unieke gebeurtenissen in het verleden.
• Net als rechters moeten historici hun oordeel baseren op bronnen en de
betrouwbaarheid daarvan beoordelen.
• De tekst bespreekt de "counterfactual history", waar historici zich afvragen wat
er zou zijn gebeurd als historische gebeurtenissen anders waren verlopen.
• Dit wordt gezien als een vorm van falsificatie, omdat het helpt om de oorzaken
van gebeurtenissen te bepalen.
De tekst concludeert dat het falsificatieprincipe een essentieel instrument is voor
zowel wetenschappers als rechters bij het zoeken naar de waarheid.
2. De betekenis van anatomisch correcte poppen
De tekst bespreekt de problemen met het gebruik van anatomisch correcte poppen
als bewijsmiddel in gevallen van seksueel misbruik van kinderen. Hoewel er een
verband bestaat tussen seksueel misbruik en seksueel spel met de poppen, is dit
verband niet sterk genoeg om een definitieve conclusie te trekken over een individueel
geval.
• Er zijn twee belangrijke problemen met de conclusie dat seksueel misbruikte
kinderen vaker seksuele spelletjes doen met anatomisch correcte poppen dan
niet-misbruikte kinderen.
o Ten eerste is het moeilijk om vast te stellen of het een causaal verband
is. Seksueel misbruik komt vaker voor bij kinderen met een
problematische opvoeding. Het is dus mogelijk dat het seksuele spel met
de poppen wordt veroorzaakt door andere factoren dan het misbruik.
o Ten tweede is de conclusie erg algemeen. Niet alle seksueel misbruikte
kinderen vertonen dit gedrag, en sommige niet-misbruikte kinderen
spelen wel seksuele spelletjes met de poppen. Dit maakt de resultaten
van dit soort onderzoek minder bruikbaar voor de rechtspraak, waar de
focus ligt op het individuele geval.
• De rechter wil met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid weten of een
specifiek kind seksueel is misbruikt. De poppenmethode faalt op dit punt
, omdat het verband tussen misbruik en seksueel spel met de poppen niet sterk
genoeg is.
• De diagnostische waarde van de poppenmethode is te laag om bruikbaar te
zijn als bewijsmiddel in de rechtspraak. Het onderscheidend vermogen tussen
misbruikte en niet-misbruikte kinderen is onvoldoende om te voldoen aan de eis
dat de schuld van de verdachte boven redelijke twijfel verheven moet zijn.
• Het seksuele spel met de poppen levert weliswaar informatie op die als
bewijsmiddel zou kunnen worden gebruikt, maar het is een zwak bewijsmiddel.
Als er veel ander bewijs is, kan het een bruikbaar extra bewijsmiddel zijn, maar
dan is het voor het bewijs eigenlijk niet meer nodig. Als er niet veel ander bewijs
is, is de poppenmethode onvoldoende om iemand te veroordelen.
De tekst benadrukt dat er verschillende kwesties door elkaar lopen bij de discussie
over het gebruik van de poppenmethode als bewijsmiddel.
• Ten eerste de misvatting dat sommige dingen in het leven eenvoudig vast te
stellen zijn, terwijl andere dingen complex zijn.
• Ten tweede het verschil tussen algemene uitspraken en uitspraken in individuele
gevallen.
• Ten derde de onjuiste aanname dat het falsificatieprincipe alleen van toepassing
is op algemene uitspraken en niet op individuele gevallen.
3. Vormen van bewijs en de lengte van oma
Dit hoofdstuk gaat in op de problematiek rondom bewijs in juridische context en hoe
wetenschappelijke principes, met name Poppers falsificatieprincipe, kunnen worden
toegepast. Het illustreert hoe schijnbaar simpele feiten complex kunnen zijn om vast te
stellen en hoe algemene uitspraken niet altijd relevant zijn in individuele gevallen.
De Misvatting van Eenvoudige Feiten:
Het hoofdstuk beargumenteert dat de aanname dat sommige zaken in het leven
eenvoudig te bepalen zijn, misleidend is. De "Sneker balkonmoord" wordt als voorbeeld
aangehaald, waar de lengte van het slachtoffer cruciaal was voor de reconstructie van
de gebeurtenis. Ondanks metingen door verschillende personen, bleef de precieze
lengte van het slachtoffer onduidelijk, wat aantoont dat zelfs simpele feiten complex
kunnen zijn.
Algemene Uitspraken versus Individuele Gevallen:
De tekst benadrukt het verschil tussen algemene uitspraken en de toepassing ervan in
specifieke gevallen. De Zwartewaalse incestzaak, waarin het al dan niet intact zijn van
, het maagdenvlies centraal stond, illustreert dit. Hoewel algemene kennis over
maagdenvliezen bestaat, is de interpretatie in een individueel geval, rekening houdend
met factoren als leeftijd en medische expertise, gecompliceerd. De tekst legt uit dat de
verklaring van de huisarts, die een intact maagdenvlies constateerde, op zichzelf
onvoldoende is om de beweringen van het slachtoffer te weerleggen, gezien de
complexiteit van de medische beoordeling.
Falsificatieprincipe in Individuele Gevallen:
Het hoofdstuk beargumenteert dat het falsificatieprincipe, vaak geassocieerd met
algemene wetenschappelijke theorieën, ook relevant is voor individuele gevallen in het
strafrecht. Door verschillende scenario's te vergelijken, zelfs hypothetische, kan men
steun vinden voor concurrerende verklaringen en zo de meest waarschijnlijke conclusie
benaderen.
Parallellen met Geschiedwetenschap:
De tekst trekt parallellen met de geschiedwetenschap, waar historici, net als rechters,
conclusies moeten trekken over unieke gebeurtenissen in het verleden. De
methodologie van "counterfactual history", waarbij wordt geanalyseerd wat er zou zijn
gebeurd als historische gebeurtenissen anders waren verlopen, wordt besproken. Deze
aanpak, hoewel bekritiseerd door sommigen, wordt in de tekst verdedigd als een vorm
van falsificatie die kan helpen bij het bepalen van de oorzaken van gebeurtenissen.
Richtlijnen voor "Counterfactual History":
Het hoofdstuk introduceert een aantal richtlijnen voor het toepassen van
"counterfactual history", afkomstig van historici als Niall Ferguson en Philip Tetlock.
Deze richtlijnen benadrukken de noodzaak van het overwegen van alternatieve
scenario's die:
• Gestaafd worden door bewijs: De alternatieve verklaringen moeten gebaseerd
zijn op bewijsmateriaal uit de periode van de gebeurtenis.
• Helder en consistent zijn: De scenario's moeten duidelijk gedefinieerd zijn,
logisch consistent en in lijn met vastgestelde historische feiten.
• Theoretisch onderbouwd zijn: De verbindende principes tussen scenario's en
hun gevolgen moeten overeenkomen met erkende theoretische concepten.
Conclusie
Het hoofdstuk "Vormen van Bewijs en de Lengte van Oma" benadrukt de complexiteit
van bewijs in juridische context. Het illustreert hoe schijnbaar eenvoudige feiten
complex kunnen zijn en hoe algemene uitspraken niet altijd toepasbaar zijn in