Blok 4 inclusie 1: ongelijkheid en
uitsluiting
Inclusie betekent in het kort het streven naar een samenleving waarin
iedereen op basis van gelijkwaardigheid en non-discriminatie meedoet én
ertoe doet.
WEEK 1
Doel mentee: coachen en niet om aan je eindopdracht te werken
Kruispuntdeken > hoe dat valt bepaalt wat jouw kansen zijn in de samenleving > heeft te maken met
inclusie en exclusie
1. Sociale uitsluiting is meer dan alleen armoede en sociale inclusie gaat dus niet alleen over
armoede-bestrijding
2. Sociale inclusie moet zich richten op meer participatie van kwetsbare mensen/groepen
3. Omdat sociale uitsluiting multidimensionaal is, is het moeilijk te meten. Heeft te maken met
het assenstelsel
4. Er moet steeds aandacht blijven voor onderzoek naar inclusie hoe je dit kunt bevorderen. De
maatschappij blijft veranderen, er moet aandacht aan blijven. Dat er nooit een punt zal
komen dat het klaar is, dus steeds blijven bevorderen.
BPSW (2018). Beroepscode voor de sociaal werker. Hoofdstuk 1 & 2. Utrecht: BPSW.
Centrale waarden
,Artikel 1. Bevorderen menselijke waardigheid
De sociaal werker respecteert, erkent en bevordert de menselijke waardigheid van de unieke
persoon. Het beroepsmatig handelen van de sociaal werker is erop gericht de burger/cliënt binnen
zijn sociaal-culturele context, en in wisselwerking met zijn omgeving tot zijn recht te laten komen.
Iemand in zijn waarde laten en serieus nemen zoals hij/zij is.
Artikel 2: versterken eigen kracht
Een sociaal werker erkent en bevordert de eigen kracht, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en
sociale participatie van de burger/cliënt.
Artikel 3: vakbekwaamheid
De sociaal werker oefent zijn beroep vakbekwaam uit op basis van actuele kennis en recente
inzichten. Hij onderhoudt zijn beroepskennis, beroepscompetenties en professionele houding op
aantoonbare wijze.
Artikel 4: gelijke bereidheid
De sociaal werker toont ten opzichte van iedereen een gelijke bereidheid tot het aangaan van een
professionele relatie.
Dus geen onderscheid maken op grond van ras, etniciteit, nationaliteit, seksuele geaardheid,
chronische ziekte, levensovertuiging, maatschappelijke/morele discussiethema’s of politieke
voorkeur.
Relatie met de burger/cliënt en diens omgeving
Artikel 5: informatie geven
De sociaal werker zorgt ervoor dat de burger/cliënt voldoende, duidelijke en relevante informatie
ontvangt voor de hulp- en dienstverlening.
Artikel 6: overeenstemming over plan van aanpak
De sociaal werker onderhoudt zo veel als mogelijk op basis van instemming van de burger/cliënt een
professionele relatie.
Artikel 7: macht en afhankelijkheid in de professionele relatie
De sociaal werker gaat een verantwoorde professionele relatie aan met de burger/cliënt, waarin hij
geen misbruik maakt van het overwicht dat voortvloeit uit zijn deskundigheid en (machts)positie.
Artikel 8: omgaan met vertrouwelijke informatie
De sociaal werker heeft de plicht tot geheimhouding van informatie over de persoon en
omstandigheden van de burger/client.
Artikel 9: toestemming voor verschaffen van informatie aan derden
De sociaal werker vraagt toestemming aan de burger/cliënt voordat hij aan derden informatie over
hem vraagt of verschaft, of met hen overlegt om op te treden voor of namens de burger/cliënt.
Artikel 10: buiten medeweten en toestemming informatie aan derden verschaffen
De sociaal werker handelt buiten medeweten en toestemming van de burger/cliënt indien:
o Levensbelangen worden bedreigd
o De burger/cliënt niet in staat is zijn wil ter zake te bepalen
o Toestemming wegens wettelijke bepalingen niet nodig is
,Artikel 11: beroep op geheimhoudingsplicht bij de rechter
De sociaal werker beroept zich bij de rechter op de plicht om vertrouwelijk om te gaan met
informatie indien het afleggen van een getuigenis of beantwoording van bepaalde vragen strijdig is
met die plicht.
Artikel 12: verslaglegging/dosiervorming
De sociaal werker verzamelt relevante gegevens ten behoeve van een verantwoorde professionele
relatie.
Artikel 13: bewaking van het dossier
De sociaal werker bewaakt dat de vastgelegde vertrouwelijke gegevens ontoegankelijk zijn voor
personen die niet functioneel betrokken zijn bij het hulp- en dienstverleningsproces.
Artikel 14: inzage in het dossier
De sociaal werker verleent de burger/cliënt en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger desgevraagd
inzage in het dossier, tenzij dit voor de burger/cliënt ernstig nadeel oplevert.
Artikel 15: dossier aanvullen en corrigeren
De sociaal werker biedt de burger/cliënt en/of diens wettelijke vertegenwoordiger de mogelijkheid
om gegevens in het dossier aan te vullen of te corrigeren.
Artikel 16: het beëindigen van de professionele relatie
De sociaal werker beëindigt de professionele relatie indien niet meer kan worden voldaan aan de
vraag van de burger/cliënt, en/of als niet meer gewerkt kan worden volgens de beroepsstandaarden.
Bij afsluiting van de professionele relatie draagt hij deze, eventueel, op verantwoorde wijze over of
verwijst door.
De Brabander, R. (2019). Van gedachten wisselen. Filosofie en ethiek voor zorg en welzijn. Hoofdstuk
4.1. Bussum: Coutinho Uitgeverij.
In dit hoofdstuk doordenken we eigen regie en menswaardigheid vanuit een maatschappijkritisch
perspectief.
Dit perspectief is eerder politiek dan ethisch, omdat het vooral aandacht vraagt voor structurele
oorzaken in de samenleving waardoor mensen in een kwetsbare positie komen en hun waardigheid
wordt aangetast.
Het sociaal werk kan mensen in een kwetsbare positie ondersteunen om zelfredzaam te worden, om
hun eigen regie en eigen kracht te bevorderen, maar wanneer hun problemen maatschappelijke
oorzaken hebben dat is dat niet realistisch.
Stelling Jef Peeters
‘ethische visie van het sociaal werk niet waargemaakt kan worden zonder aanhoudend
maatschappelijk debat en politieke strijd’
Politisering (volgens internet)
Gaat om het ‘politieke’ dat de concrete politiek overstijgt: het gaat over de manier waarop we de
samenleving willen vormgeven en over het ter discussie stellen van de bestaande orde.
Bestaansethiek en de ethiek van het oordelen
Beperkt eigen regie zich tot een ruimte waarbinnen we beslissingen kunnen nemen
Maatschappijkritisch perspectief
Stelt die grenzen ter discussie en eist zeggenschap op om die grenzen te bepalen.
,Niet alleen welzijn mensen; ook duurzame ontwikkeling, beter milieu, dierenwelzijn, en stelt de
manier waarop wij produceren en consumeren aan de kaak.
Economische crisis en bezuinigingen jaren 80 > vanaf dan zien we het welzijnswerk zich meer en
meer gaat toespitsen op concrete zorg en hulpverlening aan individuen, met als doel dat zij deel
kunnen nemen aan de samenleving. Nu is het centrale doel sociaal functioneren en participatie aan
de bestaande orde, niet welzijn en het ter discussie stellen van die orde. Oorzaken van problemen
worden niet meer alleen gezocht in maatschappelijke structuren, maar bij individuen en hun directe
leefomgeving.
Empowerment: veel maken een individuele vertekening: empowerment wordt vooral als een
individueel vermogen gezien. Ook in artikel 2 van de beroepscode wordt het veranderen van
maatschappelijke structuren met geen woord gerept.
Kritiek Van Regenmorte, Peeters en Banks > geen methodiek dat wordt toegepast op een individuele
cliënt, maar een collectief proces; dat zich niet alleen richt op het versterken van individuen of
groepen individuen om hun zo meer greep te bieden op hun persoonlijke situatie, maar ook op het
veranderen van structurele, maatschappelijke oorzaken die sociale ongelijkheid, onrechtvaardigheid
en ongelijke machtsrelaties in stand houden.
Het sociaal werk en de zorg zouden weer oog moeten krijgen voor structurele oorzaken waardoor
mensen in een kwetsbare positie komen en blijven.
Terugkeer maatschappijkritiek
Betekenis volgens internet:
Maatschappijkritiek is een vorm van kritiek die de oorzaken van problemen in de maatschappij zoekt
in een gebrekkige maatschappijstructuur.
Kuiper, J. & Zijsling, P. (2016/2020). Methodisch handelen inzichtelijk. Inleiding & Hoofdstuk 1.
Amsterdam: Boom Lemma uitgevers.
Professioneel methodisch handelen
Dat we als professional zichtbaar moeten maken wat we doen en waarom we het doen. Methodisch
handelen overstijgt automatisch/intuïtief handelen. Het maakt een systematische aanpak zichtbaar.
In feite is methodisch werken een manier om de weg die je aflegt om tot je doel te komen zo goed
mogelijk controleerbaar te houden. Een manier om structuur aan te brengen die voor jou
overzichtelijk en beheersbaar is en die begrijpelijk is voor anderen. In feite is het een instrument om
je proces te kunnen besturen. Door te werken met een van tevoren ontworpen patroon maak je het
mogelijk dat ook anderen zien waar jij je precies bevindt op weg naar je doel.
Agogisch vakmatige taken
Werken met en voor cliënten.
Kernbegrippen: hulpverlening (probleemaanpak centraal) en dienstverlening (probleemaanpak en
verdere perspectiefontwikkeling)
Hulpverlening, dienstverlening, zorgverlenen, begeleiden, faciliteren, ondersteunen.
Organisatorische en bedrijfsmatige taken
Werken in en vanuit een organisatie
Ondernemend denken en het bijdragen aan het functioneren van de organisatie
Kwaliteitszorg, multidisciplinair werken, aansturen van medewerkers etc.
Professionaliseringstaken
Alle taken die bijdrage aan de ontwikkeling van een eigen beroepsidentiteiten het vermogen een
bijdrage te leveren aan het beroep of de beroepsontwikkeling.
, O.a.: signaleren, onderzoek en innovatie, leren ontwerpen